Kleine Molen
Lauwe (Menen), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Kleine Molen, Molen Dendauw, Reckemmoleke
- Ligging
- Waterstraat 10
8930 Lauwe (Menen)
oostzijde
ten N v.d. Leopold Sabbestraat
Kraaieveld
900 m ZW v.d. kerk
kadasterperceel C13
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1826, overgebracht binnen Lauwe
- Verdwenen
- 1955 - eind april, begin mei, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4112
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen Dendauw was een kleine houten korenwindmolen op torenkot met doorboorde staak. Het torenkot diende vooral als bergplaats maar er was destijds ook een haverpletter in geplaatst.
De staakmolen stond aan de oostzijde van de Waterstraat (nr. 10), ten noorden van het kruispunt met de Leopold Sabbestraat, op 900 meter ten zuidwesten van de kerk van Lauwe.
De molen was ideaal gelegen, in een breed uitdeinend landschap. Vanuit Rekkem gezien, was hij uit alle richtingen zichtbaar. Vanwege zijn dichte ligging bij Rekkem werd hij soms het Rekkemmolentje genoemd. Dichtbij, op grondgebied Rekkem, in de Priester Coulonstraat, was een herberg "Le Petit Moulin".
Op 15 juli 1826 werd het onderzoek de commodo et incommodo ingesteld over de aanvraag van Augustin Herman om een korenwindmolen binnen Lauwe te veplaatsen. Deze molen behoorde toe aan Ragolius Terling uit Moeskroen en was gelegen aan de Oude Aalbekestraat, de vroegere Strijpestraat of Striepstraat, achter de vroegere Volksbond. Op 20 juli 1826 werd verklaard dat er geen bezwaren ingediend waren. De districtscommissaris keurde de verplaatsing op 27 maart 1827 goed (akte n° 340) en de gemeenteraad gaf in zitting van 29 maart 1827 de toelating “om den ouden molen, nieuwe opgebouwd in 1797, en bij koope toebehoorende aan Terling, en nog nuttig zijnde, te verplaatsen.” De uiteindelijke toelating aan Augustinus Herman-Bourgeois, molenaar te Lauwe, gebeurde op 19 mei 1827 door koning Willem op 19 mei 1827.
In de molen bevond zich een steen met het jaarcijfer 1826.
We vinden de molen aangeduid op:
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Petit Moulin" (Kleine Molen). Op dezelfde kaart vinden we ook de benaming "Kleemolen" (= ook Kleine Molen), maar deze laatste heeft betreking op een molen aan de huidige Ijzerwegstraat te Lauwe.
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Eigenaars na 1920:
- 30.09.1920, verkoop: Tanghe-Bekaert Henri Louis, landbouwer te Lauwe (notaris Guillemyn)
- 09.12.1947, gift: a) Dendauw-Tanghe Bruno Odilon, de weduwe (voor naakte eigendom), eigenares te Lauwe en b) Tanghe-Bekaert Henri Louis (voor vruchtgebruiuk), landbouwer te Lauwe (notaris Guillemyn)
- 01.04.1949, erfenis: a) Dendauw-Tanghe Bruno Odiloin, de weduwe (voor naakte eigendom), eigenares te Lauwe en b) Tanghe Henri Louis (voor vruchtgebruik), landbouwer te Lauwe (overlijden van vrouw Bekaert)
- 06.02.1954, erfenis: Dendauw-Tanghe Bruno Odilon, landbouwer te Lauwe (overlijden van Henri Louis Tanghe)
In 1938 hield Henri Tanghe de molen nog in werking, meestal in de winter. Het werk was wel verminderd, aangezien de boeren toen al gereed gemalen veevoeder konden kopen. Gebrek aan onderhoud door de hoge herstellingskosten waren oorzaak van verval.
De molen werd einde april-begin mei 1955 afgebroken. In een poging tot behoud, deden de heemkundige M. Vandenberghe, G. Declercq (burgemeester van Rekkem) en M. Deprez een beroep op het Provinciebestuur, de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en de Vlaamse Toeristenbond (V.T.B., met Jozef Van Overstraeten). Daadwerkelijke hulp kon niet bekomen worden. In de pers verschenen artikels om de molen te redden, maar niets hielp. De eigenaar (Bruno Dendauw) wilde de molen, waaraan ook herstellingskosten waren, laten verdwijnen. Hij werd gedagvaard voor afbraak van een geklasseerde molen, maar dit bleef zonder gevolgen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Stadsarchief Menen, Kadastrale legger van Lauwe uit 1811 ("Matrice Cadastrale des propriétés Non baties et baties de Lauwe" certifié le 27 avril 1811
- Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten, VI, 6978, Parcellaire Kaart van Lauwe uit 1809 ("Parcellaire Atlas - Canton de Menin, 1809), kaartblad Section A 1ière Division.
- Rijksarchief Brugge, Volkstelling 1814. Gemeente Lauwe (uitgave: VVF-Brugge, boekdeel 49).
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Petit Moulin"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
- Octaaf Depoorter, "Geschiedenis van Lauwe", Menen, Stadsarchief Menen, 2009 (2 dln.)(uitgegeven manuscript van 1940), deel II.
- J. Roose, "Lauwe door de eeuwen heen", in 't Wingheroen, jg. 20, 1996, nr. 2, p. 61-69.
- M. Deprez, "Aantekeningen omtrent Lauwe", Brugge, 1985.
P. Mattelaer, "De molens van Zuid-West-Vlaanderen", in: De Leiegouw, XXI, 1979, p. 31-64;
- Torie Mulders, De windmolens tussen Schelde en Leie, in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107.
- Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
- Jozef Maes & M. Vandenberghe, "Lauwe en zijn verdwenen molens", De Belgische Molenaar, 22.11.1959, p. 354.
- Michel Werbrouck, "Gegevens betreffende de molens van Lauwe op basis van de kadastrale legger “Matrice Cadastrale des propriétés Non baties et baties de Lauwe” certifié le 27 avril 1811", 2017.
Mailbericht
- Michel Werbrouck, 02.03.2017.