Molenzorg

Heist-op-den-Berg, Antwerpen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

(Hoge) Bergmolen

Ligging
Bergstraat
2220 Heist-op-den-Berg
toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1418
Verdwenen
1490, brand
Beschrijving / geschiedenis

De (Hoge) Bergmolen was een houten korenwindmolen in de Bergstraat.

De oudste vermelding over de Heistse windmolens dateert van 1418, toen was Jan van Arkel heer van het Land van Mechelen en hij eiste een soort belasting, namelijk de windpacht, van de molenaars. Die windpacht moest betaald worden in een hoeveelheid koren.

Voor de Bergmolen bedroeg dat 31 veertelen rogge (1 veertel rogge Mechelse maat is ongeveer 86 1/2 liter), terwijl dit voor de Bruggeneindse molen slechts 7 veertelen rogge bedroeg:
"Autre recette de seygle (rogge) et avoine (haver) mole
premiers au molin de hulshout (= Kaasstrooimolen) au termine de noel VII fertelles (veertelen) de seygle chacune fertelle XIIII gros monaie de heyste (Heist) valent VIII sc II d gr
du molin de boesscot (Booischot) audite termine XVI fertelles de seygle au dit prix valent XVIII sc VIII d gr
du molin de heyste audite termine XXXI fertelles de seygle au dit prix valent XXXVI sc II d gr"

Het bedrag was verschillend volgens de belangrijkheid van de molen, wat dus een aanduiding geeft over het aantal omwonenden:
- Hulshout (Kaaistrooimolen): 7 veertel
- Booischot: 16 veertel
- Heist (Bergmolen): 31 veertel

In de vier volgende boeken vinden we steeds dezelfde tekst, maar de prijs per veertel werd in 1420 opgevoerd tot 17 denier om in 1423 terug te dalen tot 16 denier.

Over de volgende 50 jaar zijn er geen rekeningen te vinden maar in 1477 lezen we:
"Item te kersmisse verschynende aldaer opte
drye wintmoelenen tot heyst vierenvyftich
veertelen rogx tsiaers ende vercocht elck
veertele x stuivers ende daer af zal men
ontfaen in den name myns stheeren voirscreven
opte berchmoelen xxxi veertelen rogx
aldus vercocht vanden andren II moelen XXIII
veertel als voeren compt op     XI lb X sc

We hebben dus nog steeds dezelfde windpacht (7+16+31 = 54 veertel). De 31 veertel van den "Berchmoelen" werden in natura geleverd en de 23 andere veertel werden gerekend tegen 10 stuivers en dat maakt 230 stuivers of 11 gulden 10 stuivers of 11 pond 10 schellingen artoois.
In vergelijking met 1418 is de prijs van het koren gestegen tot 30 denier, want 10 stuivers = 2 1/2 schelling grooten Brabants. De windpacht voor de molen van Booischot is eeuwenlang onveranderd geblevenop 16 veertel tot het einde fan het ANcien Regime. Maar vermits de prijs vanh et het koren gestadig gestegen was, verzkerde deze pachtvorm dus een automatische aanpassing aan elke inflatie.

Aangezien er in de boeken voor 1417 evenmin als in de rolrekeningen (waarin we nochtans wel de molens van Leest, Heffen en Nekkerspoel aantreffen) enig spoor over de drie Heistse molens te vinden is, durven we veronderstellen dat ze in het begin van de 14de eeuw werden opgericht. Wellicht waren ze bij de aanvang eigendom van de Heer en hadden toen de natuur van banmolen, d.w.z. dat de onderhorigen van de Heer verplicht waren op de heerlijke molen hun graan te laten malen en nergens anders. Men mocht dus niet naar de watermolen van Hillebrug te Itegem, want dit dorp werd in 1382 aan Karel van Immerseel verkocht. Maar men kon wel terecht op de molens van Zoerle en Westerlo, want die hoorden ook toe aan  Jan van Wezemael, die in 1428 de rechten op het land van Arkel had afgekocht.

Voor de molen van Bruggeneinde hebben we zekerheid dat hij toebehoorde aan de Heer van Wezemael, want dit staat geschreven in de boeken van de Rekenkamer van het jaar 1468:
"Vanden wyntmoelne van hulshout die in tyden
voerleden plach toe te behoeren wylen joncker Janne
van Wesemale als heer van westerle ende nu toebehoert
den erfgenamen wylen meester Jans Pot by coope tegen
den selven joncker daer af gedaen by den voerscreven wylen
meester Janne Pot daer om hier             nyet"

In de boeken van de Rekenkamer van 1468 vinden we dan dat de molen van Bruggeneinde een achterleen is van het leenhof van de Wouwer van Katharina Wynricx, zodat we lezen:
"Messire Jacques Pot chevalier tient a fief de demoiselle
Katherine Wynricx le moulin a vent gisant a hulshout et
vault outre et par dessus les reparacions que y fault
tous les ans mettre    VIII muddekens de soille."

"Symon de bouxschote tient a fief de ladite demoiselle
katherine Wynricx le moulin a vent appelle
le bas moulin charge a V fertailles de soille
chacun an et vault ladite moulin par dessus ladite
charge et les refections qui fault mettre
tous les ans environ    VII muids de soille."

Uit het denombrement van het Leenhof van Brabant leren we dat in 1521 Joanna Oudarts, de weduwe van Jan van der Dilft, op dat ogenblik voogdesse was van het Land van Heist. Zij inde dus jaarlijks de windpacht: "Item noch verschuynt my op twee wintmoelens binnen heyst XXIII vertelen rogx mechelse maet te X 1/2 st de veertel    III lb IIII d ob"

De twee bedoelde molens zijn die van Booischot en Bruggeneinde, samen goed voor 23 veertel x 10 1/2 stuiver = 241 1/2 stuiver = 12 gulden 1 1/2 stuiver = 3 pond 4 denier obool grooten Brabants.
De Bergmolen van Heist ontbreekt, want in een memorie uit 1780 over een betwisting aangaande het oprichtingsrecht van molens lezen we: "item op den wintmolen op de Berghstraete van de wintpachtinge te kerssemisse XXXI veertelen rogge, maer vermits den molen is afgebernt in het jaer 1490 soo blyft hetselve onbetaelt".

Een bevestiging hiervan lezen we in het denombrement van 1516 alwaar in het leenregister van de weduwe van der Dilft als voogdesse te lezen staat: "de 32 veertel rogs erflyc op den wintmolen geheeten de hooghe berchmoelen ende af verbrant es binne XXVI jaere herwaerts".

Uit dit alles moeten we besluiten dat in de 15de eeuw gedurende minstens 16 jaar te Heist 4 windmolens bestonden, namelijk de molen van Hulshout-Bruggeneinde, de molen van Booischot, de Hoge Bergmolen op de berg te Heist (tot 1490) en de Neermolen te Hallaar, waarvan we de eerste vermelding terugvinden in 1474.

Karel LEMMENS

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer, nr. 49298, f° 19v° (rekeningen 24.12.1417 - 14.12.1418)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer, nr. 11897 (anno 1468), f° 61.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer, nr. 1153 (anno 1474), f° 21.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer, nr. 1157 (anno 1474), f° 16.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Fonds d'Ursel, L 971 (rekening van 12.07.1477 tot 12.07.1478), f° 3.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Fonds d'Ursel, R 95 (1780).

Werken

Karel Lemmens, "De molens van Heist-op-den-Berg", Heist-op-den-Berg, Heistse Heemkring "Die Swane", 1990.
L. Herteleer, Geschiedenis van Heist-op-den-Berg 1795-1976, Heist-op-den-Berg, 1986.
L. Liekens, dl. 1, Mechelen, 1897; dl. 2, Heist-op-den-Berg, 1921; anastatische herdruk met inleiding door L. Herteleer, Gent, 1992.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens der Zuiderkempen, Nieuwkerken, 1978, p. 43-46.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 11 juli 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens