Tussen de Rupel en de Molenstraat waren vele steenbakkerijen gevestigd. Het grote steenbakkersgebied eindigde tegen de Molenstraat met een zachte helling.
Op het einde van de Molenstraat, op de hoek met de Boomsestraat, stond tot in 1854 de korenwindmolen van Niel.
Op de bewaarde foto uit 1907 zien we deze straat op de achergrond met de twee losstaande huizen en een zogenaamde "brug", een gemetste doorgang onder de straat, om de klein vanuit de putten aan te voeren met spoorwagonnetjes naar de "plaats".

De rospotaardemolen (op de foto, voorgrond rechts) diende om de klei te malen en te kneden in een houten bak. Aan het einde van de "boom" (staart) zorgde een paard voor de beweging.

De primitieve rospotaardemolen heeft als aanzet gediend heeft tot de uiteindelijke mechanisatie op de steenbakkerijen in de Rupelstreek.

Paul DE NIEL & Victor VAN DYCK

P. De Niel & V. Van Dyck, "De rospotaardemolen in de Rupelstreek: aanzet tot mechanisatie in de steenbakkerij", in: Het wiel, Tijdschrift voor de Geschiedenis van de Rupelstreek en Klein-Brabant, 2de jg., 1992, nr. 1, p. 26-37 en in: Molenecho's, jg. 30, nr. 1, januari-maart 2002, p. 39-46.
P. De Niel, "Gevormd, gedroogd en voor de eeuwigheid gebakken", EMABB-Boom, 2000, 72 p., 61 zw/w ill.
Victor Van Dyck e.a., Niel 850 jaar, Niel, Gemeentelijk Feestcomité Niel, 1999.
P. De Niel, "Waar zullen we dan onze afdragers halen? KInderarbeid op de steenbakkerijen in de Rupelstreek, EMABB-Boom, 2000, 52 p., 21 zw/w ill.
Roger Van Raemdonck & Victor Van Dyck, Niel opnieuw bekeken, Niel, Het Streekboek, 1995.
F. Vereycken & Ch. De Decker, "Niel in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1972.
Huub Mombers, "Dakpannengids", p. 48-49.
Vic Van Dyck, "Correspondentie (1)" (over de kleiputten te Niel en de Rupelstreek) in: Nea berichten (Periodiek van het Niels Erfgoedarchief "De Leuzze"), IV, 2009, nr. 3 (herfst), p. 2-3.