Molenzorg

Brugge, West-Vlaanderen


Fragment van de kaart van Deventer, ca. 1560. De middelste windmolen.
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Het Groot Waterhuys
Het Groot Waterhuis
Het Grauw Waterhuys

Ligging
Hendrik Consciencelaan
8000 Brugge

hoek Fonteinstraat
Boeverievest
tussen Boeverie- en Smedenpoort
rechts van de Fonteinstraat
kadasterperceel D1701


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
1298
Verdwenen
1878, sloop
Beschrijving / geschiedenis

Het Groot Waterhuis was een houten korenwindmolen die in 1298 werd opgetrokken op één van de twee nieuwe molenmoten (op de eveneens nieuw aangelegde Boeverievest) tussen de Hauwerstraat en de Boeveriepoort. De molen stond aan de huidige Hendrik Consciencelaan, rechts van de Fonteinstraat.

Eenmaal kwam de benaming Grauw Waterhuis voor, maar dat duidelijk een vervorming van de originele molennaam. "Waterhuis" wees op de aanwezigheid van de  nog bestaande gelijknamige watermolen op de singel recht tegenover de windmolen. Op de Boeverievest, links van de windmolen, staat nog steeds het gebouw van een wateropvoermolen door paarden, eveneens het "Waterhuis" genoemd.

We zien de molen aangeduid op de kaarten van Marcus Gerards (1562) en van Jacob van Deventer (158-1575) als de vierde molen tussen de Boeveriepoort en de SMedenpoort.

In het Sint-Jacobszestendeel zien we hem omschreven als "Een wijndtmuelen daer neffens ghenaemt Het groot Waterhuys", in het bezit van Cornelis van Cotengys. 

De molen was in 1795 ingericht als oliemolen. Volgens een advertentie, verschenen in de Gazette van Gend van 15 juni 1795 (of 20 prairial jaar III) werd hij dan te koop gesteld "van stonden aan": een oliewindmolen staande binnen Brugge, "op den barm van de Veste", tussen de Smedenpoort en het Waterhuis". Inlichtingen waren te bekomen bij notaris Latruwe.

De helft van de molen werd in 1800 verkocht. In  de "Gazette van Gend" van 17 februari 1800 lezen we de volgende advertentie: "Wordt te koop gesteld: de helft van een korenwindmolen, met de helft van alle draaiende werken, drie koppels stenen, paard, wagen, acht zeilen en andere gemeenschappelijke goederen, staande op de Vesten tussen de Smede- en de Bovry-poorte te Brugge, genaamd “het Groot Water-Huys”, waarvan de wederhelft toebehoort aan G. Dupuy. Inlichtingen bij de gepatenteerde deurwaarder N. Felix Deligne te Brugge (bij de Molenbrugge)."

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: a) Goethals Jan, kruidenier te Brugge en b) Puwé Frans, de weduwe, zonder beroep te Brugge
- 28.05.1843, erfenis: a) Goethals Maria en b) Puwé Franciscus, de weduwe, zonder beroep te Brugge (overlijden van Jan Goethals)
- 24.10.1846, verkoop: Oreel Jan Franciscus, schoenmaker te Brugge (notaris Delplace)
- 28.12.1868, verkoop: Mollez Carolus en deelhebber, tekenmeester te Brugge (notaris Van Sieleghem)
- 18.01.1878, onteigening: stad Brugge (7651 frank)

Op 15 mei 1875 zette de gemeenteraad van Brugge het licht op groen om het verpauperde Boeveriekwartier - gelegen in de driehoek Hauwerstraat, Boeverievest en Boeveriestraat - te saneren. Deze transformatie bestond uit het verbreden en verlengen van de Fontein- en Klokstraat, het verdwijnen van de Bisschop- en Spiegelstraat, het aanleggen van nieuwe straten zoals de Maagden- en Spiegelstraat en een lange brede straat langs de Boeverievest.

Na de goedkeuring van dit plan bij Koninklijk Besluit van 7 december 1875 begon men met de aankoop en onteigening van 181 eigendommen, waaronder drie windmolens: de Hazelaere, het Groot Waterhuis en Dhoogemolen. De wal van De Altena was reeds in 1863 aangekocht. De Hazelaere en Dhoogemolen werden in 1876 vrijwillig verkocht door respectievelijk Jozef Oreel en Devos. J. Oreel (zie ook molen De Buck) verkocht op 25 april 1876 zijn molen aan de stad voor 900 frank.

Mollez, de eigenaar van molen Het Groot Waterhuis, weigerde zijn molen te verkopen. Bijgevolg werd de molen onteigend. De waarde werd via rechterlijke weg bepaald op 7651 frank (18 januari 1878).
Na de afbraak van de molens werden de molenwallen afgegraven om plaats te maken voor de aanleg van de boulevard langs de Boeveievest. Deze kreeg op 6 oktober 1883 de naam Hendik Consciencelaan.
De afgegraven aarde van de molenwallen werd o.m. gebruikt om de blekerij van Saison nabij de Begijnenvest te dempen om er het bejaardenhuis van de Zusters van Liefde op te richten.
Tegelijkertijd met de sanering van het Boeveriekwartier begon H. Van Hulle in 1879 met de aanleg van de Boeverievest in Engelse landschapsstijl.

"Het Groot Waterhuis" werd in 1878 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Gazette van Gend van 15 juni 1795 (of 20 prairial jaar III)
Wordt te koop gesteld, "van stonden aan": een oliewindmolen staande binnen Brugge, "op den barm van de Veste", tussen de Smedenpoort en het Waterhuis". Inlichtingen waren te bekomen bij notaris Latruwe.

Gazette van Gend, 17 februari 1800, of 28 pluviôse jaar
Wordt te koop gesteld: de helft van een koren-windmolen, met de helft van alle draaiende werken, drie koppels stenen, paard, wagen, acht zeilen en andere gemeenschappelijke goederen, staande op de Vesten tussen de Smede- en de Bovry-poorte te Brugge, ge-naamd “het Groot Water-Huys”, waarvan de wederhelft toebehoort aan G. Dupuy.
Inlichtingen bij de gepatenteerde deurwaarder N. Felix Deligne te Brugge (bij de Molen-brugge).

Literatuur

Archieven
Stadsarchief Brugge, Registers van de Zestendelen, Sint_Jcobszestendeel, 19e cirkel, f° 1804.
Stadsarchief Brugge, nr. 42, "Maalderij dossiers", pf. 1750-1793.

Uitgegeven bronnen
Gemeenteblad van Brugge, 1875, p.  408 en 923.
Gemeenteblad van Brugge, 1878, p. LXXXXVII.
Gazette van Gend van 15 juni 1795 (of 20 prairial jaar III)
Gazette van Gend, 17 februari 1800, of 28 pluviôse jaar VIII.
L. Gilliodts-Van Severen, "Les registres des "Zestendeelen" ou la cadastre de la ville de Bruges de l'année 1580". Brugge 1894, p. 251.

Werken
K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1914-1938.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
J.A. Rau & J. D’hondt, "De Brugse parochies. 2. Het leven in Sint-Salvator, Sint-Jacobs, Sint-Gillis", Brugge, 1988, p. 12, 17.
Jaak A. Rau & Jan D'hondt, "Een eeuw Brugge. Deel 1: 1800-1900", Brugge, Marc Vande Wiele, 2001.
Guillaume Michiels, Iconografie der stad Brugge, III, Brugge, 1968, p. 174.
Marc Ryckaert, "Historische Stedenatlas van België", Brussel, 1991.
J.A. Rau & J. D’hondt, "De Brugse parochies. 2. Het leven in Sint-Salvator, Sint-Jacobs, Sint-Gillis", Brugge, 1988, p. 20, 79.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: zondag 28 augustus 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens