Het Stampkot was een houten oliewindmolen aan de oostzijde van de Heriweg (nr. 95), op 1 km ten zuiden van de kerk van Zingem.
De staakoliemolen werd opgericht in 1734 door Pieter Revijn. Op 2 februari 1735 stuurden baljuw-burgemeester en schepenen van Asper en Zingem een protest naar de Raad van Vlaanderen, omdat Pieter Revijn deze molen oprichtte. Hun eis tot afbraak werd echter afgewezen.

In de "Gazette van Gend" van 12 en 20 april 1799 verscheen de volgende verhuringsadvertentie: "Wordt uit de hand te pachten gepresenteerd, voor een periode van 3 - 6 - 9 jaren : een welbeklante wind-olie-stampmolen, met een commodieus huis, schuur en stallingen, op een oppervlakte van ca. 140 roeden staande binnen Zingem. Inlichtingen bij Frans Antone Amelot te Heurne."

We zien de molen aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen, op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), op de kaart Vandermaelen (ca. 1850) en op de kadasterkaart van P.C. Popp (ca. 1850) onder de benaming "Stamkot molen".

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van Wanzele Joannes-Baptist, landbouwer te Zwijnaarde
- 07.12.1877, erfenis: de erfgenamen: a) De Temmerman Paul nijveraar te Leupegem, b) De Temmerman Omer, nijveraar te Leupegem, c) De Temmerman Clara en d) De Temmerman Lucie (overlijden van Joannes-Baptist De Temmerman)
- 08.10.1892? erfenis: a) De Temmerman Paul, nijveraar te Leupegem, b) De Temmerman Omer, nijveraar te Leupegem en c) De Temmerman Clara (ovelrijden van Lucie De Temmerman)

De technisch en economisch voorbijgestreefde houten oliemolen werd in 1896 gesloopt. Later kwam er Chicoreibranderij De Bue, die eveneens verdwenen is.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (56).
Dichte bij (bji de Molen Caron) stond Het Stampkot, maar dat is afgebroken.

Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend", 12 en 20 april 1799, of 23 germinal en 1 floréal jaar VII.

Werken
Dierickx M., Geschiedenis van Zingem, Antwerpen, 1943, 1960.
De Potter F. & J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel  1, Gent, 1864-1870.
Dhaene L., Boeren en burgeres, Sociale geschiedenis van het negentiende eeuwse platteland, Zingem 1796-1900, Zingem, 1986.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten U-Z", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", Opwijk, 2008.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (56).