Deze stenen graan- en oliewindmolen stond op de noordzijde van Molenkouter, op 1 km ten oosten van Strijpen, en was in 1823 nog ingericht als schors- en oliemolen. Hij stond zeer dicht bij de houten windmolen van Strijpen, die reeds in 1876 verdween (zie aldaar). Beide molens werden voor 1823 gebouwd.

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Strijpen in 1823:
"Daar bestaan te Strijpen twee windmolens, toebehoorende aan Jacobus Cantaert en aan J. Cambien. Den molen van den eerstgenoemden dient tot het malen van graan en den tweeden tot maken van olie en schors. Die molens zijn zeer voordelelig gelegen en den taksateur is van gevoelen dat zij een gelijke waarde hebben. Over deze eigendommen geene pachtcontracten hebbende kunnen bekomen, heeft men zich moeten vergenoegen met inichtingen bij de eigenaren en andere gebruikers van molens in te winnen. Den uitslag van deze en naar de schattingen der molens in de vredegerechten Maria-Hoorebeke en Oosterzele, dight bijgelegen aan het vredegerecht Sottegem, tot lijn nemende van zijne werking, heeft den taksateur die molens geschat op eene huurwaarde van 180 gulden, waarvan een derde voor herstel en onderhoud moet afgetrokken worden, blijft dus voor zuivere jaarlijksche opbrengst tot 120 gulden."

Opeenvolgende eigenaars sinds 1823
- 1823, eigenaar: Cambien André Joseph, te Strijpen
- 25.03.1840, verkoop: Vanderhaegen Jean-Baptiste, molenaar te Munkzwalm (notaris Galle)
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Jean-Baptiste Vanderhaegen)
- 13.03.1844, verkoop: De Wolf-Van Varen André, molenaar te Strijpen (notaris Ruysschaert - "steenen graanwindmolen met stampkot").
- 14.12.1852, verkoop: Vanderstock-Verheugen Charles Emmanuel, bakker te Zottegem (notaris Van Damme)
- 16.06.1867, verkoop: Merchiers-Coppens Pierre Lievin, molenaar te Strijpen (notaris Van de Mergel)
- 1876, verkoop: (registratie op 06.09.1876): Saegaert Pierre Joseph, burgemeester te Hundelgem (onderhandse akte)
- 28.02.1913, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Pierre Lievin
- 20.06.1914, gift: a) Seeuws-Merchiers Raymond (voor naakte eigendom), landbouwer te Strijpen en b) Merchiers-Coppens Pierre Lievin, de weduwe (voor vruchtgebruik), landbouwster te Strijpen (notaris Roels)
- later, erfenis: Seeuws-Merchiers Raymond, landbouwer te Strijpen (overlijden van de weduwe Pierre Lievin Merchiers).

Op zondagnamiddag 9 april 1905 kwamen enkele jongens spelen op de molenwal. De 8-jarige Van Crombrugge werd door een molenwiek gevat. Hij was op slag dood: zijn "hoofd verpletterd", zo meldt ons Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen� van zondag 16 april 1905.

In 1926 werd de molen gesloopt: hij komt niet meer voor in een akte van 10 mei 1926.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Uit het proces-verbaal van afpalig van 1823 Daar bestaan te Strijpen twee windmolens, toebehoorende aan Jacobus Cantaert en aan J. Cambien. Den molen van den eerstgenoemden dient tot het malen van graan en den tweeden tot maken van olie en schors. Die molens zijn zeer voordeelig gelegen en den taksateur is van gevoelen dat zij een gelijke waarde hebben. Over deze eigendommen geene pachtcontracten hebbende kunnen bekomen, heeft men zich moeten vergenoegen met inlichtingen bij de eigenaren en andere gebruikers van molens in te winnen. Den uitslag van deze en naar de schattingen der molens in de vredegerechten Maria-Hoorebeke en Oosterzele, dight bijgelegen aanhet vredergercht Sottegem, tot lijn nemende van zijne werking, heeft den taksateur die molens geschat op eene huurwaarde van 180 gulden, waarvan een derde voor herstel en onderhoud moet afgetrokken worden, blijft dus voor zuivere jaarlijksche opbrengst tot 120 gulden.

De Denderbode, 24 maart 1867.
Verkoop of verhuuring van eenen steenen windmolen met stamkot gestaen te Strijpen aen de limiten van Sottegem. Notaris Van de Mergel (Sottegem). 7 april 1867.

Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen�, zondag 16 april 1905, jg. 15, nr. 16.
Strijpen.- Zondag namiddag [= 9 april 1905] waren eenige knaapjes gaan spelen op de helling van den molen van M. Merchiers. Eensklaps werd de kleine Van Crombrugge, een 8jarig knaapje, door eene molenwiek gevat en het hoofd verpletterd. De dood was oogenblikkelijk. De droefheid der beproefde ouders is onbeschrijflijk.

De Denderbode, 24 maart 1867.
Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen�, zondag 16 april 1905.
F. De Potter & J. Broeckaert, "Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen", Gent (1900), reeks V, dl. IV.
F. Watté, "Bijdrage tot de geschiedenis van Strijpen en St. Goriks-Oudenhove", Zottegem, 1990.
Marcel Hoebeke, Michel Van den Bossche, "Beelden van toen: Zottegem, Velzeke, Strijpen, Oombergen, Leeuwergem, Grotenberge, Erwetegem, Godveerdegem, Sint-Goriks-Oudenhove, Elene, Sint-Maria-Oudenhove", Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1985, 128 p.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen (...). I. De arrondissementen Aalst en Dendermonde". Gent, 1962, p. 99-100 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3).
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-T", Opwijk, 2007.