Molenzorg

Sint-Niklaas, Oost-Vlaanderen


Maquette door Frans de Pillecyn, 30 cm hoog. Coll. Mola - Provinciaal Molencentrum, Wachtebeke
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Knaptandmolen

Ligging
Knaptandstraat
9100 Sint-Niklaas

oostzijde
kadasterperceel D884 (windmolen)
D885 (rosmolen)


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1637
Verdwenen
1891, verplaatst naar Wuustwezel
Beschrijving / geschiedenis

De Knaptandmolen was een houten graanwindmolen met rosmolen aan de oostzijde van de Knaptandstraat. Hij stond op 600 meter afstand van de Kroonmolen, ten zuidoosten, op de Knaptand, een 300-tal meter van de voormalige vismijn. De molen stond op een vrij hoge molenwal die lastig te beklimmen was. Door de aanwezigheid van het bos van de Schoutheete de Tervarent was er grote belemmering in de windvang van het zuidoosten tot diep in het westen

Hij werd in 1637 gebouwd. Ernaast stond een zeer oud molenaarshuis.

Op de molen hebben vele leden van de molenaarsfamilie Heyndrickx gedraaid. Men trof deze naam veel aan in de balken, soms met de letter H, voorafgegaan door een voornaam. Er waren ook vele oude jaartallen. Op de steenbalk was "1647 - F.A.H." gebeiteld.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Heyndrickx Jacob, de weduwe, molenarin te Sint-Niklaas
- later, eigenaar: a) Heyndrickx Jacques Augustin, b) Heyndrickx Jean Antoine en c) Heyndrickx Pierre Augustin (overlijden van de weduwe van Jacob Heyndrickx)
- 23.09.1848, deling: a) Heyndrickx Jean Antoine en b) Heyndrickx Pierre Augustin (onderhandse akte)
- 14.08.1851, verkoop: Heyndrickx Jan Antoon, molenaar te Sint-Niklaas (notaris Geerts - Jan Antoon koopt het deel van Pierre Augustin)
- 01.04.1871, verkoop: Van Lierde-Herwegh (elders Heirwegh) Benedikt, molenaar te Sint-Niklaas (notaris Bocklandt)
- 09.07.1872, erfenis: en de kinderen (overlijden van de vrouw Herwegh)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van Benedikt Herwegh)
- 23.12.1886, verkoop: Van den Berghe Isidoor, voerman te Sint-Niklaas (notaris Bellemans).

René Van Lierde, geboren op 25 augustus 1868 in het molenaarshuis van de Knaptandmolen, begon zijn muldersleven op de Knaptandmolen. Toen was de molen in het bezit van Jan Heyndrickx, die hij "den goeden baas Jan" noemde. Zijn handschrift "Sint-Niklaas en zijn windmolens", gedateerd "Waver, Januari 1934" werd afgedrukt in de Annalen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, jaargang 1970.

Volgens zijn getuigenis was de Knaptandmolen eerder klein, maar bezat toch drie steenkoppels op één lijn op de steenzolder. Hun diameter bedroeg: achteraan 1,30 m, in het midden 1,50 m en vooraan 1,40 m.

De staakmolen werd in 1891 gesloopt en overgebracht naar de Bredabaan in Wuustwezel. Een reeds bestaande stoommaalderij nam zijn taak over. In Wuustwezel stond hij plat op de grond en de teerlingen waren 50 cm hoog. Men had de roeden in evenredigheid ingekort. Hij sloeg er slechts een arm figuur, zo getuigde René Van Lierde die de molenaar was toen de molen nog in Sint-Niklaas stond. Hij bezocht de molen rond 1900 op zijn nieuwe standplaats, maar herkende hem bijna niet meer. Hij was blij om er al de oude namen in terug te vinden. Hij voorspelde hem geen lang bestaan meer. Zijn voorspelling kwam uit: in Wuustwezel brandde de molen af op een nacht in 1907.

Zie verder: Wuustwezel, Molen Van Olmen

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

De Klok van het Land van Waas (23ste jg., nr. 50), zondag 12 december 1886.
Openbare Verkooping
Graanwindmolen
STOOMMAALDERIJ,
WOONHUYS
EN TUIN,
dit alles genaamd KNAPTANDMOLEN,
te Sint-Nikolaas
De Notaris BELLEMANS te Sint-Nikolaas. daartoe in recht benoemd, zal ten overstaan van den heer Vrederechter des kantons SinL-Nikolans, met het houden van twee Zitdagen en winst van Instelpremie, openbaarlijk verkoopen :
STAD SINT-NIKOLAAS.
Eerste koop. - Een Woonhuis toet Stoommaalderij Graanwindmolen, Stallingen, Grond en Hoving, gestaan en gelegen te Sint-Nikolaas aan de Knaptandstraat, ten kadaster ter bekend sektie D, nummers 879B, 884. 885A, 886A en deel van nummer 879A. bevattende met een gedeelte van den tuin op geheel de breedte en op eene diepte van 14 meters, te samen 21 aren 30 centiaren ; en palende noord Pieter Lauwers-Vercauteren en den heer burgemeester Van Naemen te Sint-Nikolaas, oost koop twee en M. Geerts-Van Hecke te Belcele, zuid zelfden heer Geerts en dame wed. Scheerders-Wittock, west den steenweg van Sint-laas naar Dendermonde en voornoemden Pieter Lauwers. Ingesteld fr. 7030-»
Tweede koop. — Eene partij Land en Boomgaard of Tuin. gelegen achter voorgaande koop, ten kadaster bekend sektie D. deel van nummer 879A. groot 29 aren 80 eentiaren; palende noord en oost den heer burgemeester Van Naemen, zuid M. Geerts-Van Hecke te Belcele en west koop een.
Beide in gubruik tot 31 December 1886, bij Berimt Van Lierde. Ingesteld fr. 2310-»
Z1TDAGEN : Instel 2 Verblijf 16 December telkens eenen Donderdag, om 2 ure namiddag, in de estaminet de Stad Nantes, te Sint-Nikolaas, aan het Wandelpark.

Legende (of vertelseltje?) over de Knaptandmolen
In de jaren 1790 had de toenmalige mulder van de Knaptandmolen een zoon Jan Heyndrickx die studeerde om Pater te worden bij de "Paters in de Collegedreef". Toen de Franse Revolutie uitbrak moest Jan zijn studies staken en het mulderspak aantrekken. De Prior kwam hem eens opzoeken en vroeg hem of zijn vader de toelating zou geven om een kelder in de terp van de molenberg te metselen waarin de Paters de schatten van het klooster zouden kunnen verbergen. De jonge student nam de zaak op zich, zonder zijn vader aan te spreken, en de kloosterlingen kwamen zelf de kelder metselen. Nauwelijks was de kelder klaar of de paters werden uit hun klooster verdreven terwijl de kerk diende tot paardenstal. Na de revolutie kwamen de Paters terug en werden in bezit gesteld van de verborgen schatten; deze terugkomst werd gevierd tot middernacht en Jan Heyndrickx, die uitgenodigd was geweest, trok naar huis... en wanneer hij zijn erf op ging, begon het te waaien. Jan ging niet slapen, trok zijn mulderspak aan, stak de molen in 't zeil en weldra draaide de Knaptandmolen er lustig op los ... en draaide zo de ganse nacht. Toen het morgend was, viel de wind ... maar alle zakken waren opgemalen! Het eerste werk van een mulder is de wind uit de lucht te kijken en zo deden ook de andere mulders. Die waren niet weinig verbaasd: de Knaptandmolen stond in 't zeil, er was geen zucht wind ... maar niemand wist echter dat Jan gemalen had. Aan de mulders van Terekenmolen en van de Kroonmolen die om nieuws kwamen, vertelde Jan zijn bezoek bij de Paters die hem bij het afscheid gewenst hadden "wind om veel te malen!" De Paters zullen mij (zegde Jan) hun dankbaarheid hebben getoond met wind, want het had die nacht maar alleen op de Knaptandmolen gewaaid! In ieder geval heeft René Van Lierde, laatste mulder op de Knaptandmolen, aan Amédée Heyndrickx verteld dat het meel voor het College steeds op de Knaptand werd gemalen en dat inderdaad, bij de afbraak van de molen, resten van een kelder in de molenberg werden waargenomen.
Bron: René Van Lierde, "Sint-Niklaas en zijn windmolens", in: Annalen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, LXXIII, 1970, afl. 2, p. 255-282 (258).

---------------

René Van Lierde, "Sint-Niklaas en zijn windmolens", in: Annalen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, LXXIII, 1970, afl. 2, p. 255-282 (handschrift uit januari 1934, gebeuren vanaf 1885)

DE "KNAPTANDMOLEN"

Op 600 m. afstand van de "Kroonmolen", ten Z.O., op den Knaptand, een 300 m. van de nog bestaande visch mijn, links, schuins over het huis van den heer J . Soetens, stond nog eenen houten windmolen, den "Knaptandmolen".
Het was een zeer oude molen, met zeer oude woning, zooals men er soms nog enkelen aantreft in Vlaanderen.
Die molen kan wel de bakermat geweest hebben der oude maaldersfamilie Heyndrickx, want buiten de oude jaartallen overal in de balken gebeiteld, trof men dien naam dikwijls aan, soms de letter H, voorafgegaan van den eenen of anderen voornaam. Op den steenbalk stond ingebeiteld het jaartal 1647 - F.A.H.
De molen was maar klein en zeer oude, doch goed onderhouden: hij bezat ook drij paar steenen, doch met moeite van achter 1 m. 30, van voor 1 m. 40, te midden 1 m. 50. Goede steenen.
Hij had evenwel veel slechte windstreken: draaide hij zeer goed, van Z.O. tot diep in 't Westen, bij hooge wind was hij zeer belemmerd, bijzonder door het bosch van den heer de Schoutheete de Tervarent.
(Foto) Afb.D.4. De "Knaptandmolen" te St.-Niklaas (Cliché Kultureel Jaarboek)
Hij stond ook redelijk hoog, doch niet zooals de "Kroonmolen": de berg was zeer lastig om op te klimmen, en maar in slechten staat. Hij werd rond 1892 afgebroken, en gansch overgebracht naar Wuustwezel, een dorp op de Hollandsche grens, waar hij terug opgebouwd werd, doch in welke toestand...
Op den Knaptand, op eenen redelijken hoogen berg en hoog op zijne teerlingen, kon hij er nogal door. In Wuustwezel stond hij plat op den grond, en de teerlingen 50 cm. hoog. Men had de wieken in evenredigheid afgekort. Kortom, hij maakte er een arm figuur, en toen ik eenige jaren nadien hem ging zien, herkende ik hem bijna niet meer. Ik was toch blijde er al de oude namen terug in te vinden, doch voorspelde hem geen lang bestaan: ik raadde juist, hij had een warm einde, hij brandde af in 1907. Er was anders niet veel mee te doen.
Op deze molen begon mijn muldersleven. Hij was vroeger de eigendom van de heer Jan Heyndrickx, "den goeden baas Jan" wiens afsterven ik mij nog min of meer herinner.

Albert Buvé, "René van Lierde en Frans de Pillecijn, twee molenvrienden", in: Annalen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, LXXIII, 1970, afl. 2,
Van Lierde Renatus, Maria werd geboren te St.-Niklaas, in het molenaarshuis van de Knaptandmolen (Knaptandstraat 37 rechtover de smidse van de heer Soetens) op 25 augustus 1868. Hij vertrok naar Tielrode op 6 november 1889; wij vinden hem terug te Wavre (Brabant), Chaussée de Bruxelles 62, toen hij voor zijn vriend de heer de Pillecijn een geschiedenis schreef "Sint-Niklaas en zijn windmolens" gedateerd van januari 1934. Het handschrift bestaat uit een geruit schrijfboek van 19 x 13 cm. (Copy-book) in twee delen: 1° de windmolens (31 bladz.) 2) ondergang en verdwijning van de molens. Het toenmalige muldersleven. - De graanmarkt te St. Nikolaas. - De oude maaldersgetallen. - Nawoord (26 bladz.). Zoals hij het schrijft in zijn nawoord, heeft Van Lierde getracht "op technisch oogpunt de oude windmolens van St. Nikolaas zoo nauwkeurig mogelijk te beschrijven": hij heeft daardoor een dienst te bewijzen "aan zijn altijd geliefde geboortestad".
René Van Lierde was een vakkundige molenaarszoon en een bedreven molentechnieker. Evenwel denken wij dat hij weinig voorspoed gekend heeft. Wij hebben hem gedeeltelijk kunnen volgen toen hij op 6 november 1889 naar Tielrode vertrok om daar woonachtig te blijven tot 13 september 1893. Hij woont te Bazel (Waas) tot 26 februari 1897. Hij verblijft te Hamme vanaf 2 februari tot 24 decmeber 1898 en is daar gehuwd met Van Hecke Maria-Theresia. Wij vinden hem weer te Melsele waar hij ingeschreven werd als "muldersgast" op 24 december 1898, maar hij verlaat deze gemeente op 26 maart 1900 voor Merksem (nieuw adres: Brouwersstraat 25). Wij danken al de ambtenaren van de burgerlijkse stand die ons grotelijks geholpen hebben alsook de heer Vandervreken André van St.-Niklaas. Te Merksem moesten wij onze opzoekingen eindigen omdat de bevolkingsregisters van de gemeente verloren gingen in de brand tijdens de bevrijdingsgevechten van 1944. Wij zochten dan te Wavre (Brabant) omdat wij wisten dat hij daar enkele keren ingeschreven was: de dienstchef van de bevolkingsdienst van Wavre gaf geen antwoord op ons schrijven! Wij deden dan beroep op de heer Ch. De Vos, bestuurslid van de "Cercle  Historique & Archéologique de Wavre" die ons op 28 mei 1970 liet weten dat de oude bevolkingsregisters van Wavre verbrand werden met het Stadhuis in 1940, en dat er op de foto-kopijen van de burgerlijke stand van af 1932 geen spoor te vinden was vann het afsterven of de verhuizing van Van Lierde René. Het adres dat deze gegeven had "Chaussée de Bruxelles 62 à Wavre" is in feit het adres van het vroeger Hospitaal van Wavre (Commission d'Asstistance Publique) zodat Van LIerde zou kunnen gewoond hebben in het hospitaal zelf, of als kostkoper, of nog als lid van het personeel van de C.O.O.
Door zijn brief van 17 januari 1934 aan de heer Pillecijn weten wij ook dat hij te Lier gewoond heeft: "Toen ik te Lier werkte, had ik mij een molenke gemaakt van roeden van 1 meter lang, met zeilen, vang en vangwiel, dus gansch volledig... daar ik hem in mijne nieuwe plaats niet kon plaatsen, heb ik er hem gelaten!"
Dhr. Frans de Pillecijn, oud-Sint-Niklazenaar wonende thans te Grimbergen is niet alleen de gelukkige eigenaar van het handschrift van Van Lierde, maar ook een voorname molenkenner en verzamelaar van maquetten van windmolens. Zijn ervaring om die verkleine modellen vakkundig te doen lukken heeft hij opgedaan bij de mulder Van Lierde. Hij schreef ons "Sedert mijn vertrek uit St. Niklaas, heb ik mij bezig gehouden meet de zaak windmolens. Ik heb er veel bezocht en van velen miniatuur-maketten gemaakt. In het Museum van het Jubelpark te Brussel staan er een twintigtal van".  Hij heeft nog een belangrijke verzameling bij hem thuis waaronder de Witte Molen, de Kroonmolen en de Grote Molen van St.-Niklaas en de Roomanmolen van St.-Pauwels. De Heer Fr. de Pillecijn was ook in 1936 een der raadgevers van mulder Van Geertsom voor de verdekkering van de molenwieken en een der inrichters van de molenfeesten in de Witte Molen op zondag 4 oktober 1936.
NWOORD
Wij danken de heer de Pillecijn die ons toegelaten heeft het handschrift van Van Lierde in onze Annalen van zijn Oudheidkundige Kring van het Land van Waas te publiceren en ons zijn documentatie in bruikleen gegeven heeft. Wjj danken ook de heer Burgemeester Van Dorpe, die zich gelast heeft met het aftijpen van het handschrift en het verbetern van gekarakteriseerde schrijf- en punctuatiefouten, en ook de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen die ons een reeks clichés uit het Kultureel Jaarboek heeft laten gebruiken.
Albert Buvé, Conservator

Literatuur

De Klok van het Land van Waas (23ste jg., nr. 50), zondag 12 december 1886.
W. Smet, "De windmolens in het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1974.
W. Smet, "Kijk op het Waasland", Nieuwkerken-Waas, 1977, p. 17-66.
René Van Lierde, "Sint-Niklaas en zijn windmolens", in: Annalen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, LXXIII, 1970, afl. 2-3-4.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
G.K. Kockelberg, "De molens van Sint-Niklaas", in: Ons Molenheem, jg.30, 2005, nr. 3, juli-september, p.56-57, ill..
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-T", Opwijk, 2007.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: woensdag 30 december 2015

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens