Molenzorg

Deinze, Oost-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Nieuwe Windmolen
Molen Janssens
Molen D'Hooge

Ligging
Kouter 39
9800 Deinze

noordzijde
ten O v.d. Aaltersesteenweg
Klepkouter
kadasterperdeel A413


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
1787
Verdwenen
1921, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Nieuwe Windmolen, Molen Janssens of Molen D'Hooge was een houten koren- en oliewindmolen op de noordzijde van Kouter (nr. 39), op de Klepkouter, iets noordelijker dan de K lepkoutermolen.

De staakmolen op torenkot werd opgericht in 1787 mits octrooi afgeleverd door de Oostenrijkse keizer Jozef II op 25 januari 1787 aan Benedictus van Rechem. Deze oprichting was uiteraard niet naar de zin van de molenaar van de Klepmolen die niet graag zo dichtbij een concurrent-molenaar kreeg. Het kwam dan ook tot een betwisting. De molen werd opgetrokken door de gebroeders Pieter en Judocus Hoste, molenbouwers te Ruiselede.

In de "Gazette van Gend" van 12, 19 en 26 september 1793 verscheen een verkoopsadvertentie. Daarin lezen we dat de molen tot heden "met goed succes" werd gebruikt door Benedictus van Rechem en dat naast de koren- en oliewindmolen een "roskot" stond.

Of deze verkoop heeft plaats gehad, is niet duidelijk. Amper vijf jaar later verscheen immers al een nieuwe advertentie in de "Gazette van Gend" (21 en 31 mei 1798): "In de herberg van Pieter Minnens op Deinze-Buiten wordt op 23 messidor en 7 thermidor openbaar verkocht: een woonhuis, dienende als herberg, met een schone oliewindmolen, staande op de wijk De Kleppe, palende Z. de steenweg; actueel gepacht door Benedictus van Rechem. Inlichtingen bij de burgers Minne en De Rym in Wakken."

We zien hem aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het rond grondoppervlak van een staakmolen op torenkot, op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).

Opeenvolgende eigenaars:
- 1787-1788, opbouw: Benedictus van Rechem, bouwheer
- 05.10.1793, openbare verkoop
- voor 1834, eigenaar: D'Hooge Leopold, molenaar te Deinze
- 27.09.1879, deling: a) D'Hooge Jean François, molenaar te Deinze, b) D'Hooge Virginie en c) D'Hooge Rosalie (notaris Roels - graanwindmolen)
- later, erfenis: a) D'Hooge Jean François, molenaar te Deinze, b) D'Hooge Virginie, c) de erfgenamen van D'Hooge Rosalie (overlijden van Rosalie D'Hooge)
- 17.02.1898, verkoop: De Keyzer-Janssens Camille, de weduwe, zonder beroep te Elsene (notaris De Lorge)
- 22.03.1911, verkoop: Janssens-De Roose Camille, molenaar te Deinze (notaris Blanckaert)

In 1921 werd de molen gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

Gazette van Gend, 12, 19 en 26 september 1793.
Deinze - Koren- en oliewindmolen met het roskot op Deinze-Buiten
Op 5 oktober 1793, in de herberg den Witten Leeuw bij Geeraerd de Smet, wordt door de Deinse notaris (en hoofdbaljuw) Charles Philippe Martens publiek verkocht: een schone, nieuwe olie- en korenwindmolen met roskot en nieuw woonhuis en annex een stenen stalling, staande op een partij land daarmede gaande, ca. ½ bunder groot in erf, gelegen op de Klepkouter in Deinze-Buiten, palende aan de gekasseide steenweg van Deinze naar Tielt, “tot heden met goed succes gebruikt” door Benedictus van Rechem (jaarpacht : 50 £ gr.), nog tot 30 september 1794.

Paul Huys, “Drie windmolens op Deinze-buiten (Kouter) in 1788”, in: “Contactblad van de Kring voor geschiedenis en kunst in Deinze en de Leiestreek”, jg. 24, nr. 3, juli-augustus-septembzer 2004, p. 3185-3186 (nr. 1939)

In het Quoteboek van Deinze-Buiten, in oktober 1788 opgemaakt door F.J.D. van Huffel1, staan achteraan de drie windmolens aldaar opgesomd, met hun belastbare opbrengstwaarde. We lezen er:
1788: Joannes vande Genachte2, over den Koorn-Windmolen, genaemd Vrauwkensmolen, die staet op n° 431; gecontribueerd 2 B(under).
1788: Joannes D’Haene tot Wakken, over den Olie-Windmolen, gezeyd den Klepmolen3, staende op n° 257: 1 B(under) 200 Roe(den).
1788: Benedictus van Rechem4, over Den Nieuwen Wind-molen5, zijnde graen- en oliemeulen, gesteld sedert het formeren vanden nieuwen Landboek op de partije land inden Klepkouter n° 259, beginnen werken ten jaere 1788, den welken door Pointers ende zetters getauxeerd is op 2 B(under) 100 Roe(den).
De meulens contribueren tsaemen 6 B(under) 100 Roe(den).
Men zal gemerkt hebben dat naast de Klepmolen (op perceel 257) sedert 1788 een nieuwe molen stond (op perceel 259), d.w.z. in elkaars dichtste nabijheid…
Dit was uiteraard niet naar de zin van de molenaar van de Klepmolen die niet graag zo dichtbij een concurrent-molenaar kreeg. Het kwam dan ook tot een betwisting6, waarover we later nog wel eens berichten.
Intussen nog dit, over de opbrengstwaarde van de drie molens, in onderlinge vergelijking. Het waren allemaal windmolens, maar de ene soort was lucratiever dan de andere. De korenmolen had een opbrengstwaarde (hier uitgedrukt in de tegenwaarde van een grondoppervlakte) van 2 bunder en de oliemolen een waarde van slechts 1 bunder 200 roeden; de nieuwe molen echter, die zowel koren- als graanmolen tegelijk was, kwam uit op 2 bunder 300 roeden. De nieuwkomer was dus inderdaad een zware concurrent.

De som van 2b. + 1b.200r + 2b.300r. = 5b.500r. of 6b.100r. Er gingen m.a.w. 400 (grote) roeden in 1 bunder.

De drie molens hadden dus een onderlinge vergelijkingswaarde van resp. 8 (Vraukensmolen), 6 (Klepmolen) en 11 (Nieuwe molen).

(1) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 232, f° 271-272. Het Quoteboek is, op de laatste folio, gedateerd 18 oktober 1788.

(2) Over molenaar Joannes vande Genachte: zie onze nota 38 in het KOKKontaktblad van november 1981 ( , 5), blz. 43.

(3) In 1796 werd de “Klepmolen ” bemalen door Laurent Vandermoere: zie eveneens KOK Kontaktblad ( , 5), blz. 43.

(4) Over molenaar Bededictus van Rechem zie de Deinse Volkstelling van 1796 (Uitg. VVF-Deinze, 1992, onder nr. 1531).

(5) Zie daarover onze nota nr. 61 in het KOK-Kontaktblad van januari 1982 ( , 1), blz. 58. Op 25.01.1787 had Louis D’hont octrooi bekomen om op de Klepkouter te Deinze een graan- en oliewindmolen op te richten (RAG, Wetachtige Kamer, oud nr. 307).

(6) Zie RAG, Oud archief Deinze, nr. 126 (Onderzoek op Deinze-buiten naar de afstand tussen twee molens a° 1787, met grondplan).

Literatuur

Archiefbronnen
Rijksarchief Gent, "Oud archief Deinze", nr. 126 (onderzoek op Deinze-buiten naar de afstand tussen twee molens a° 1787, met grondplan).
Rijksarchief Gent, "Oud Archief Deinze", nr. 230 (landboek Deinze van 1784)
Rijksarchief Gent, "Oud archief Deinze", nr. 232, f° 271-272. Het Quoteboek is, op de laatste folio, gedateerd 18 oktober 1788.

Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend", 12, 19 en 26 september 1793.
"Gazette van Gend", 21 en 31 mei 1798 of 2 en 12 prairial jaar VI

Werken
Paul Huys, “Drie windmolens op Deinze-buiten (Kouter) in 1788”, in: “Contactblad van de Kring voor geschiedenis en kunst in Deinze en de Leiestreek”, jg. 24, nr. 3, juli-augustus-septembzer 2004, p. 3185-3186 (nr. 1939)
A. Cassiman, Geschiedenis der Stad Deinze, (Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XX-XXI, 1953-1954, p. 166).
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998;
Goeminne Luc, "Windmolens en rosmolens te Deinze-binnen", in: Geschiedkundige Kring Deinze, jaarboek 2011, p. 91-126.
Goeminne Luc, De windmolens op Deinze-buiten, Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, LXXI, 2004, p. 481-492.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 9 november 2017

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens