Molenzorg

Damme, West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Zuidmolen
Zuidwatermolen

Ligging
ten zuiden van de stad op de Reie
8340 Damme
toon op kaart
Type
Getijwatermolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
tussen 1267 en 1296
Verdwenen
na 1555
Beschrijving / geschiedenis

De Zuidwatermolen was een getijmolen, waarvan het water werd aangevoerd in een bedding, die ten zuiden van Damme uit de Reie aftakte. 

De Zuidmolen werd gebouwd tussen 1267 en 1296. Hij bestond nog niet toen Margaretha, gravin van Vlaanderen, de Scellemolen en het maalrecht afstond aan de stad Damme op 26 juni 1267. Zij en haar opvolgers behielden echter de helft van de inkomsten van deze, en gebeurlijk nog andere molens die Damme zou oprichten.

Ten gevolge van de verkoopsvoorwaarden van 1267 waarbij de gravin van Vlaanderen het maalrecht te Damme afstond aan de stad, wordt in een rolrekening van 1296, over de inkomsten van de Graaf aldaar, de helft van de inkomsten van de "molens" (meervoud) van Damme vermeld.

De Zuidmolen was gebouwd door de stad Brugge: "een cheins van de watermeulnen vanden Damme" (Stadsrekening Brugge, mei 1302-februari 1303, f° 30 v°).

Vermelding van het Molenwater: "ten Damme ... 't meulnewater" (Stadsrekening Brugge, 1351-'52, f° 119 v°); Zuidmolenwater (1593).

De watermolens van Damme werden door de stad verpacht, maar de stad moest tussenkomen in de onderhoudskosten ervan. Twee molenaars van de beide molens te Damme in de 14e eeuw waren Mer. van Caloen en Jacob Hasaert.

De stad Damme verpachtte beide molens voor 6 jaar. De molens (met de Scellemolen reeds als windmolen) brachten in 1438 respectievelijk een jaarlijkse huursom op van 84 en 66 ponden parisis; en in 1479 was dit gedaald naar 14 en 27 ponden.

De "Zuutmolen" werd voor het laatst vermeld in 1555 en het Zuidmolenwater in 1593.

Op 4 mei 1660 verklaarden drie bejaarde personen uit Damme voor Burgemeester en Schepenen dat zij “noyt ghesien hebben eenighe watermeulens binnen de stede van Damme”. Dit moet niet verwonderen vermits in de 16e eeuw de Zuidmolen voor het laatst vermeld werd en de Scellemolen dan reeds was vervangen door een windmolen.

Lieven DENEWET & René DE KEYSER

Literatuur

Stadsrekening Brugge, mei 1302-februari 1303, f° 30 v°
Stadsrekening Brugge, 1351-'52, f° 119 v°
K. De Flou, Toponymie van Westelijk Vlaanderen..., Brugge, dl. XVII, p. 101-103.
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
René De Keyser, "Vroegere olie- en watermolens te noorden van Brugge", Rond de Poldertorens, III, 1961, 4, p. 140-146.
M. Coornaert, Watermolens en hilteweren in West-Vlaanderen, Jaarboek van de Geschied- en heemkundige kring De Gaverstreke, 1980, p. 45-53 (46, 47).
R. Vandenberghe, "Damme", VTB, 1956, p. 77.
H. Hoste, "Damme", Antwerpen, 1956.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in: Rond de Poldertorens, 47ste jg., 2005, nr. 2, p. 39-75.
René de Keyser, "De watermolen in de havenkille van Damme", in: Rond de Poldertorens, XXXII, p. 86.
Maurits Coornaert, "Sluizen en Watermolens", in: Rond de Poldertorens, XXXIX, p. 37.
L. Devliegher, "Damme, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 5, Tielt, 1971.
N. Pannier, De datering van de Duinkerke III-B transgressie en het dijksysteem ten noorden van Brugge, in Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, XXIV, 1970, p. 113-126.
De Groote J., "Het waterrecht van Damme", Rond de Poldertorens, XLIII, 2001, 3, p. 103-115.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 10 augustus 2015

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens