Molenzorg

Zuidschote (Ieper), West-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Cortewildemolen

Ligging
Steenstraat
8904 Zuidschote (Ieper)

noordzijde
schuin tegenover Reningestraat
grens met Boezinge
600 m ZW v.d. kerk
kadasterperceel A563


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1560 / voor 1609, overgebracht uit Mesen / na 1742
Verdwenen
1579, oorlog / 1741 / 1915, oorlog
Beschrijving / geschiedenis
De Cortewildemolen was een houten korenwindmolen aan de noordzijde van de Steenstraat, schuin tegenover de Reningestraat, bij de grens met Boezinge, op 600 meter ten zuidwesten van de kerk van Zuidschote.   De Cortewildemolen heeft een lange en bewogen geschiedenis.
In 1579 werd hij in brand gestoken tijdens de godsdiensttroebelen.
Ter vervanging werd voor 1609 een staakmolen overgebracht uit Mesen.
De oudst gekende eigenaars en wellicht ook de molenaars waren vader en zoon Jaspar en Franchois Plocquyn (einde 16de eeuw). Antheunis Ghyselen ( 1688) is de stam vader van een hele reeks molenaars die elkaar opvolgen.
In 1737-1741 werd een proces gevoerd tussen molenaar Pieter Ghyselen en de douarière van jonker Joseph Bonaert, grootgrondbezitster in Zuidschote, omwille van het recht van Ruymban" of vrije windvang.
In 1741-'42 werd de molen een vijftal meter verder herbouwd.

Benedictus Duytschaever (ca. 1711 - 1760) beging de Cortewildemolen. Zijn broer Pieter-Jacobus (°ca. 1714) maalde op de molen van Noordschote in 1747.   Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Ghyselen Philip, de weduwe en de kinderen
- later, erfenis: a) Ghyselen Pierre Antoine, te Boezinge en b) Ghyselen Ange Albert, molenaar te Boezinge
- 04.11.1861, erfenis: Ghyselen Engel Albertus, molenaar te Boezinge (overlijden van Pierre Antoine Ghyselen)
- 19.11.1879, verkoop: Van Eecke-Blanckaert Fideel Amand, zonder beroep te Brugge (notaris Titeca)
- 11.12.1896, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Fideel Van Eecke)
- 21.02.1913, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Blanckaert van Fideel Van Eecke)   De bijhorende rosmolen werd in 1886 gesloopt.   De windmolen en de bijbehorende hoeve werden in 1915 vernield. De platgebrande windmolen werd niet meer herbouwd. De boerderij daarentegen werd wel herbouwd en werd tot in 1983 bewoond door Michel Vervisch en Irma Spenninck.   Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur

Noël Boussemaere, De Cortewildemolen voor 1579 tot 1915, de hoeve Cortewildemolen tot 1983 en hun bewoners, Boezinge, 1985, p. 85, 106, 108.
J. Cailliau, Het molenbestand in de Westhoek in 1700, Molenecho's, XIII, 1985, p. 172-178.
K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen...
N. Favorel, De Volkstelling in de "Acht Parochies" ten jare 1697, Bachten de Kupe, XXIV, 1982, 5, p. 127-140; 6, p. 154-164.
[L. Goeminne], Molenbestand en bevolking in de "Acht Parochies" van de Kasselrij Veurne in 1697, Molenecho's, XI, 1983, p. 228, 230.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
John Verpaalen, Molens van de frontstreek, Koksijde, De Klaproos, 1995.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: woensdag 1 mei 2019

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens