Molenzorg

Mechelen, Antwerpen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Hoogmolen
Kalkovenmolen
Middelmolen

Ligging
Battelsesteenweg 301
2800 Mechelen

westzijde
hoek met Kapelleblokstraat
buiten de Adegempoort
gehucht Auwegem
kadasterperceel F134


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1381 / 1625-1630
Verdwenen
tussen 1573 en 1580 (verplaatst binnen de stad) / 1869, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Hoogmolen (Hoge Molen), aanvankelijk Kalkovenmolen (Calchovenmolen)  was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de huidige Battelsesteenweg, ter hoogte van het huidige huisnummer 301, op de hoek met de huidige Kapelleblokstraat, in het gehucht Auwegem, buiten de Adegempoort. De benaming "Middelmolen" is afkomstig vanwege zijn ligging tussen de Neer- en de Kroonmolen (de Uil).

Archiefvermeldingen met de molennaam
- 1381: stuk land bij Calchovenmolen
- 1386: molen en molenberg geheten Calchovenmolen
- 1387: molen en molenberg geheten Calchovenmolen
- 1391: Calchovenmolen en de molenberg
- 1393: bij Calchovenmolen
- 1394: molen geheten Calchovenmolen
- 1396: bij de molen geheten Calchovenmolen
- 1414: achter den molen Calchovenmolen
- 1415: een weg bij Claes Roelandts Moolen
- 1416: de molen van Jan Van Campenhout
- 1433: moolen gewoonlijk geheten Calchovenmolen
- 1544: Adriaan de Moldere van Hooge Molen
- 1573: windmolen de Hoge Molen buiten de Adegempoorte.

Tussen 1573 en 1580 werd de Hoge Molen gedemonteerd en nu "gesteld op de stadsvesten bij den watermolen alhier". (zie verder onder: Mechelen, Hoogmolen - II)

In 1625 bekwamen Cornelis IJzermans en Hans van Broeckhoven de toelating om een windmolen op te richten op de molenberg buiten de Adegempoort, genaemd de Hoogmolen, mits voor het recht van de wind jaarlijks zes ponden te betalen. De oprichting was in 1630 voltooid. De Hoogmolen werd verder vermeld in 1637 en in 1661.

We zien hem aangeduid op een fragment uit de kadasterkaart van landmeter Carolus Everaert (1740). Het noorden is aan de rechterzijde van het plan. Drie windmolens stonden links van de weg die liep vanaf de Adegempoort naar Battel (d.i. de huidige Battelsesteenweg), richting Heffen en Willebroek. Op perceel nr. 230 stond de Neermolen, op het nr. 328 den Hoogen Molen, eigendom van Jan Verspreeuwen de oude en Jacobus Pauwels en op het nr. 329 de windmolen den Huyl.

Op de Ferrariskaart van ca. 1775 zien we de Hoogmolen met het bruin symbool van een staakmolen, op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) onder de benaming "Hoogmolen" en op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) als "Hoog M(ouli)n".

In een kadasterdocument van rond 1830 werd de molen als volgt beschreven: "is in hout vervaardigd, heeft twee paar molensteenen welke niet gelijktijdig kunnen gebezigd worden. In goede staat en windgunstig gelegen". Het kadastraal inkomen bedroeg toen 342 frank en de oppervlakte besloeg 1305 m².

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Verspreeuwen-De Marschalk Henri, de weduwe, te Mechelen
- later, eigenaar: a) Verspreeuwen Adrien, molenaar te Mechelen en b) Verspreeuwen jan-Baptist, molenaar en herbergier te Mechelen
- 20.04.1835, deling: Verspreeuwen-Vinckx Adrien, moelnaar te Mechelen (notaris Verschueren - "windmolen, de molenberg en de afhankelijkheden".)
- 29.09.1837, erfenis: a) Verspreeuwen Adrien Joseph, molenaar te Mechelen en b) Verspreeuwen Jan-Baptist, molenaar te Mechelen (overlijden van De Marschalk J eanne Catherine, weduwe van Verspreeuwen Henri)
- 23.10.1837, erfenis: Vinck Clara, weduwe Verspreeuwen Adrianus, molenarin en koopvrouw te Mechelen en haar kinderen (kinderen: a) Verspreeuwen Petronella, minderjarige te Mechelen en b) Verspreeuwen Josephus Joannes Baptista, minderjarige te Mechelen (overlijden van Adrien Verspreeuwen - "graanwindmolen met herberg, hof, grond en erve onder Auweghem tegen de steenweg op Dendermonde")
- 10.04.1860, deling: Van Hoochten Antoine Joseph Eduard, molenaar te  Mechelen en zijn vrouw Petronilla Verspreeuwen (notaris De Keersmaecker - windmolen met tuin, herberg en gronden te Auweghem")

De standaardmolen werd in 1869 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Stadsarchief Mechelen, Iconografie, C 09.007, Carte Figuratieff (1740) van Carolus Everaert.
Stadsarchief Mechelen, Verzameling F. Berlemont, farde 126 (kadastergegevens gehucht Auwegem), farde 127, p. 48-52 en farde 133, p. 75 (plan met situering van de drie molens).

Werken
H. Holemans & P. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken-Waas, Ten Bos, 1987, p. 47-48.
François Van der Jeught, "Jacobus Henricus Van den Eynde (°1780), molenaar van Putte, ook eigenaar van de Kroonmolen in Mechelen", in: Het Molenijzer (tijdschrift van de Heemkring Het Molenijzer van Putte), december 2015, jg. 34, nr. 4, p. 17-25.
G.K. Kockelberg, "De Molens van Mechelen", in: Ons Molenheem, s.l., s.d. [2005], p. 18-20, ill.
H. Thys, "Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870", in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
M. Kocken, "Mechelen volgens van den Eynde", Mechelen, 1982, p. 168.
P. Lemmens, "Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Borgerhout, 1963. Overdruk uit het Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, 1963, X, nummer 4.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: maandag 8 februari 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens