In 1871 werd op de nog bestaande historische hoeve "De Roskam" een rosmolen gebouwd van het type buitenrosmolen. Het werd gesloopt voor 1970.

Hoeve De Roskam werd genoemd naar de nabijgelegen Roskambeek te Lissewege. Oospronkelijk was het eigendom van de abdij van Ter Doest. De hoeve werd reeds in documenten van 1576 vermeld als "de hofstede ende boogaerd".
Gelegen langs de "grande allée d'arbres conduissant à la ferme dite groot ter doest" volgens een kaart van 1796-1797. Op het primitief kadasterplan weergegeven als een hoeve bestaande uit drie losse bestanddelen met name een boerenhuis, een schuur en een bakhuis. In 1871 werd een rosmolen gebouwd. In 1881 werd een vergroot boerenhuis in gebruik genomen. In 1934 volgt een opsplitsing in twee eigendommen cf. nummer 35. Uitbreiding van het boerenhuis met onder meer een garage tegen de oostgevel in 1953. Vergroting in 1966 van het woonhuis in westelijke richting. Uitbreiding van het woonhuis in noordelijke richting en vergroting van de nutsgebouwen in 1968. In 1970, 1973 en 1995 gebeurde een uitbreiding met nutsgebouwen.

Architecturale beschrijving van de hoeve (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Hoeve bestaande uit losse bestanddelen. Hoofdgebouw van het langgeveltype. Boerenhuis van twee traveeën en twee opkamertraveeën onder doorlopend zadeldak (Vlaamse pannen), voorzien van een klimmende dakkapel. Volgens jaarsteen op zolder oude kern uit "1513". Verankerde witbeschilderde baksteenbouw boven een gepekte plint. Gevels opengewerkt met rechthoekige muuropeningen.
Interieur. Woonkamer met bewaarde moer- en kinderbalken. Brede schouw voorzien van wangen in gesinterde baksteen en geprofileerde houten schouwbalk. Ingebouwde voorraadkast. Trapluik naar voute. Kelder met tongewelf.
Schuur. Verankerde baksteenbouw, witbeschilderd boven een gepekte plint. Pannen zadeldak. Gelijkaardig volume staat grosso modo weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1835). Centrale doorrit. Geïntegreerde stalvleugel.

Archieven
Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: mutatieschetsen, Dudzele, 1881/8, 1934/1, 1953/8, 1968/4, 1968/5, 1970/6, 1973/6, 1995/6.
Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen, nr 303 A.

Werken
S. Gilté, P. Van Vlaenceren & A. Vanwalleghem m.m.v. K. Dendooven, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Dudzele, Lissewege en Zeebrugge, 2006.
Maurits Coornaert, Dudzele en Sint-Lenaert. De geschiedenis, de topografie en de toponimie van Dudzele tot omstreeks 1914, met een studie over de Sint-Lenaart-ommegang, Dudzele, 1985, p. 583, nr. 674.
Maurits Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
René De Keyser, "Vroegere olie- en watermolens te noorden van Brugge", Rond de Poldertorens, III, 1961, 4, p. 140-146.