Molenzorg

Zegelsem (Brakel), Oost-Vlaanderen


Op de molentrap staat de laatste molenaar Victor Elebaut. Achter het gespan lopen zijn beide broers, links Hippoliet (Paul) en rechts Louis Elebaut. Foto coll. Simonne Elebaut, dochter van Louis.
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Tomveldmolen
Molen 't Homveld
Tombergmolen

Ligging
Burreken 3
9660 Zegelsem (Brakel)

zuidzijde
hoek met Kanakkendries
Tomveld
kadasterperceel C8


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1651
Verdwenen
1926, sloop
Beschrijving / geschiedenis

De Tomberg- of Tomveldmolen was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van Burreken (nr. 3), op de hoek met de Kanakkendries, op 1,5 km ten zuiden van de kerk van Zegelsem. De benaming verwijst naar een tombe of grafheuvel, mogelijk een Merovingische begraafplaats.

De molen werd voor 1651 gebouwd. De "Cooren-Wintmeulen den Tomberg" werd dan belast op 6 ponden parisis per jaar.

In de ommestellingen van de jaren 1760-1768 werd voor Zegelsem slechts één windmolen vermeld, namelijk "den tombergh". In de jaren 1788 tot 1795 waren er echter al drie windmolens te Zegelsem: "den tombergh", "den verloren cost" (stond halverwege de Rovorst, op de flank, ter hoogte van de kruising met de Kuipersweg) en "den quaden cop" (= Rovorstmolen).

De Tomveldmolen wordt aangeduid op:
- Villaretkaart (1745-1748) met het symbool van een staakmolen en met de benaming "Moulin de Tomberg"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met de benaming "Moulin Tomveld"
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) onder de naam "Tomberg Molen".

Eigenaardig genoeg staat de molen niet aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775. Dat kan wijzen op een tijdelijke verdwijning. De enige "Moulin de Segelsem" die we op de Ferrariskaart terugvinden, stond op het Rijstveld en werd tussen 1800 en 1830 naar Rovorst te Zegelsem overgebracht (zie: Zegelsem, Molen van Rovorst).

Rond 1835 wilde Jan-Baptist Buydens, molenaar te Zegelsem, de Tomveldmolen verhuren of verkopen. De inrichting bestond uit twee steenkoppels. Inlichtingen waren te bekomen bij notaris Platteau te Schorisse of ontvanger De Bruyne te Zegelsem.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Buydens Jan-Baptist, molenaar te Zegelsem
- 20.10.1847, verkoop: Vercleyen Charles Antone, gehuwd met Rosalie De Temmerman, landbouwer te Sint-Kornelis-Horebeke (notaris Platteau) molenaar te Zegelsem
- 25.07.1853, verkoop: Vercleyen Pieter Amandus, molenaar te Zegelsem (notaris De Backer)
- 16.06.1865, verkoop: Vercleyen Charles Antone, gehuwd met Rosalie De Temmerman, molenaar te Zegelsem (hij koopt de windmolen terug)
 
Een van de kinderen van Charles Antone Vercleyen en Rosalie De Temmerman was Jean-Baptiste Vercleyen. Hij was geboren te Sint-Maria-Horebeke op 28 april 1846 en huwde op 23 augustus 1882 te Nederbrakel met Sylvie Vandewalle. Sylvie woonde in de wijk Valkenberg te Nederbrakel en werd er geboren als dochter van Jean Baptiste en Sophia De Wese op 24 juli 1845. Bij zijn huwelijk was Jean-Baptiste Vercleyen molenaar te Zegelsem op de molen van zijn vader, de Tomveldmolen.

De grootmoeder van Herman Teirlinck, Constantia  Vercleyen, was de zus van molenaar Charles Antone Vercleyen te Zegelsem. Constantia Vercleyen huwde te Zegelsem op 1 februari 1847 met Louis Teirlinck. Het echtpaar kreeg negen kinderen. De derde in de rij was Isidoor Teirlinck, de vader van de schrijver Herman Teirlinck.  Jean-Baptiste Vercleyen werd in 1884 molenaar  van de Hoogkoutermolen te Sint-Kornelis-Horebeke.

- 11.07.1889, erfenis: de weduwe (Rosalie De Temmerman) en vijf kinderen: a) Jan-Baptist Vercleyen, molenaar te Sint-Kornelis-Horebeke, b) Prudence Vercleyen, gehuwd met Frederik Van Damme, winkeliers te Opbrakel, c) François Vercleyen, molenaar te Zegelsem, d) Leonie Vercleyen, handwerkster te Zegelsemen, e)  Isidoor Vercleyen, molenaar die in 1893 woonde te Elsegem (overlijden van Charles Vercleyen)
- 01.08.1893, verkoop: Elebaut-Van den Daele Maurice, molenaar te Zegelsem (notaris De Beer)
- 21.12.1913, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Van den Daele)

Op 2 december 1875 gebeurde een eigenaardige weddingschap. De Scheldegalm meldt: "De schutter M. Gyselinck van Ronsse, is overtroffen, ziehier hoe: de heer Isidoor Vercleyen, die als schutter met den handboog genoeg bekend is, heeft gewed tegen den voorzitter der maatschappij der Truweelkensmannen van St. Cornelis Horebeke te schieten over den windmolen van het Tomveld te Segelsem, tussen twee zeilen, op den afstand van 150 meters. De wedding bedroeg 100 pinten bier. Onnodig te zeggen dat heer Vercleyen gewonnen heeft; meer dan 50 meters over den molen, heeft men den pijl gevonden. Die scheut is eene der zwaarste, waarover men ooit hooren spreken heeft."

De laatste molenaar was Victor Elebaut. In het privaat archief van de familie Elebaut bleven o.m. de aankoopakte van de molen uit 1893 en het nauwkeurig en ongeschonden dagboek van Victor Elebaut bewaard. We krijgen hierdoor een blik op de boeren die op hem een beroep deden.

De molen speelde een rol bij de bevrijding van Zegelsem op 10 november 1918, dus amper één dag voor wapenstilstand. Het was Harry Side, 2de luitenant in het Britse leger, die op 10 november 1918 Zegelsem bevrijdde. Hij reed te paard aan het hoofd van zijn peloton langs Burreken naar de Kanakkendries en liep regelrecht in een hinderlaag van de Duitsers die een mitrailleur hadden verscholen onder de Tomveldmolen.
Een moedige vrouw, Lydie Marroyen, zag het hele gebeuren en liep doorheen de vuurlijn naar de Engelsen om hen te waarschuwen. Ze zochten dekking en met de steun van de artillerie van hun bataljon konden ze de Duitsers verdrijven zonder verlies van manschappen.

Robert Side, een architect op rust uit Devon (West-Engeland) en zoon van de bevrijder Harry Side, begon rond 2010 zijn zoektocht naar de precieze locatie van de molen en naar de vrouw die zijn vader van een gewisse dood redde. De molen werd vrij snel gevonden maar pas in 2014 kon de Geschied- en Heemkundige Kring Triverius, de naam van de vrouw, die door Robert Side als de “Heldin van Zegelsem” bestempeld wordt, terugvinden. Na bijna 100 jaar, op 24 april 2014, volgde een postume hulde aan Lydie Marroyen, de "Heldin van Zegelsem", in de trouwzaal van het gemeentehuis van Brakel, in aanwezigheid van Robert Side, de hoogbejaarde zoon van Harry Side.

De staakmolen werd gesloopt in 1926. Victor Elebaut bouwde een volledig nieuwe maalderij aangedreven door een dieselmotor, met een vermogen van 20 à 25 pk. De maalderij kwam niet op de plaats van de Tomveldmolen, maar dicht bij de straat, thans Burreken nr. 3. Na de tweede wereldoorlog werd overgeschakeld op elektricteit.Victor Elebaut bleef malen tot ongeveer 1967. De oudste dochter, Maria Elebaut, en haar echtgenoot Fernand De Clercq, bouwden de maalderij in 1968 om tot woonhuis. Vader Victor stierf in 1981 op 86-jarige leeftijd, na heel zijn leven in de maalderij geleefd en gewerkt te hebben. Na de tweede wereldoorlog werd overgeschakeld op elektricteit. 

Herman Teirlinck gaf deze molen in zijn verbeelding een sleutelpositie en een fatale rol in zijn roman "Maria Speermalie". Ziehier enkele fragmenten: "Op de horizon rijst de molen 't Homveld. Daar is het hoogtepunt van de Heerlijkheid. Mijnheer Speermalie, wanneer hij zijn goed afloopt, blijft daar telkens een lange wijle uitrusten. De mensen van Neer-Elst en van 't omliggende weten dat hij zeer van de oude molen houdt. Zij koesteren een panische eerbied voor het zwarte gevaarte dat zijn vier armen uitstrekt en de macht verkondigt van zijn meester.
Het wegeltje kronkelt neerwaarts en werkt zich nadien langzaam naar boven, den steileren molenberg op.
Zij schuiven aan in de houten molenkamer, op een zacht meelplankier tussen bolle meelzakken, in een meelstofferige schemering".

Lieven DENEWET & Julien VANDEPUTTE

Bijlagen

"De oude Tomveldmolen laat nog eens zijn wieken draaien!", in: zegelsem.be (30 juni 2008)
Zegelsem was twee windmolens rijk: de Rovorstmolen en de Tomveldmolen. De TOMVELDMOLEN is de molen uit het bekende werk “Maria Speermalie” (1940) van Herman TEIRLINCK. Over deze laatste molen (afgebroken in 1926) was weinig of niets bekend (ook niet in molenpublicaties).
Vooral op basis van de archieven van de familie ELEBAUT – die de laatste molenaar leverde – kan een deel van dat verleden worden gereconstrueerd met een blik op de tijd van de molenaars en de boeren die op hen een beroep deden. Fernand DE TANT en Mieke DE PRIJCK mochten heel wat oude documenten inkijken en bestuderen waaronder zelfs een aankoopakte en het nauwkeurig en ongeschonden dagboek van de laatste molenaar Victor ELEBAUT.
Het resultaat hiervan kan gelezen worden in het tijdschrift van de Heemkundige Kring TRIVERIUS, jaargang 38, nr 3 van juli 2008. Dit kan aangekocht worden voor de prijs van 4 euro in het Documentatie Centrum gelegen boven de Bibliotheek te Brakel, elke zondag tussen 10 en 12 uur.

GHK-Triverius en de Brit Robert Side ontmaskeren na bijna 100 jaar de ‘Heldin van Zegelsem’,  www. lierde.net (25.04.2014)
Robert Side is de zoon van Harry Side, 2de luitenant in het Britse leger, die op 10 november 1918 Zegelsem bevrijdde.
Hij reed te paard aan het hoofd van zijn peloton langs Burreken naar de Kanakkendries en liep regelrecht in een hinderlaag van de Duitsers die een mitrailleur hadden verscholen onder de Tomveldmolen.
Een moedige vrouw, Lydie Marroyen, zag het hele gebeuren en liep doorheen de vuurlijn naar de Engelsen om hen te waarschuwen.
Ze zochten dekking en met de steun van de artillerie van hun bataljon konden ze de Duitsers verdrijven zonder verlies van manschappen.
De kranige hoogbejaarde Brit begon ruim drie jaar geleden zijn zoektocht in Schorisse, naar de precieze locatie van de molen en naar de vrouw die zijn vader van een gewisse dood redde.
De molen werd vrij snel gevonden maar pas recent kon de Geschied- en Heemkundige Kring Triverius (Brakel -Lierde - Horebeke), de naam van de vrouw, die door Robert Side als de “Heldin van Zegelsem” bestempeld wordt, teruggevonden worden.
Robert Side bracht donderdag 24 april 2014 een bezoek aan Zegelsem en Ludwig De Temmerman (voorzitter van de GHK-Triverius) begeleidde Robert Side, diens vrouw Jolanta en een vriend Ian Jameson met alle details over de lokatie.
Na bijna 100 jaar volgde later op de avond een postume hulde aan Lydie Marroyen in de trouwzaal van het gemeentehuis van Brakel op donderdag 24 april.
Hieronder het fotoalbum van de ontvangst te Brakel.
Het hele verhaal van de speurtocht naar de heldin van Zegelsem Lydie Marroyen
Drie jaar geleden kwam Robert Side, een gepensioneerd Brits architect uit Devon (county) in West-Engeland naar Maarkedal met het oorlogsdagboek van het bataljon dat Zegelsem bevrijdde op 10 november 1918. Henry (Harry) Walter Side, 2de luitenant, reed te paard aan het hoofd van zijn peloton Zegelsem binnen zonder veel weerstand te ondervinden. De Duitsers lagen echter in een hinderlaag onder een windmolen en een vrouw die vanuit haar woning de Duitsers zag klaarstaan om de Engelsen neer te schieten liep door de vuurlijn naar de Engelsen om hen te verwittigen om dekking te zoeken. Harry verloor geen manschappen bij de operatie dankzij die vrouw.
Een bezoek van Robert Side in het voorjaar 2011, dat begon in Schorisse omdat gedacht werd dat het om de Bossenaeremolen ging, werd verder gezet in Zegelsem omdat de gegevens in het dagboek niet in overeenstemming waren met de Bossenaeremolen. Ze bleken ook niet overeen te komen met de ligging van de Rovorstmolen. Uiteindelijk bleek het de Tomveldmolen te zijn, gelegen op de hoek van de Kanakkendries en de Hauwstraat (Thans begin Burreken). Dit werd bevestigd door de familie Elebaut, afstammelingen van de laatste molenaar van de Tomveldmolen die in 1920 werd afgebroken.
De molen was dus gevonden tot grote voldoening van Robert Side, maar wie was die vrouw die de Engelsen verwittigde en door Robert Side "De heldin van Zegelsem" werd geheten?
In het juninummer van het tijdschrift Triverius verscheen het relaas van Harry Side gebaseerd op het militaire dagboek en op brieven die Harry schreef naar zijn moeder en naar zijn nicht, later zijn echtgenote. Er verscheen ook een oproep naar informatie over het voorval in Zegelsem. Er kwam één reactie. Valère Couserier uit de Toepweg hoorde ooit van zijn moeder het verhaal. Ze hield een herberg in Sint-Goriks-Oudenhove en hoorde daar het verhaal vertellen dat ze doorgaf aan haar zoon. Valère had ook een naam voor de vrouw: "Rooyens Bie".
Veel verder kwamen we daar niet mee, ook al omdat er van Zegelsem geen bevolkingsregisters bewaard bleven. Deze zijn vernietigd tijdens de brand in het gemeentehuis in de nacht van 3 op 4 september 1944. We hebben dan even gepoogd om na te gaan of er een "Bie", Gaby of Gabrielle uit Zegelsem in een andere gemeente in de omgeving ingeschreven werd. Er werd zelfs een spoor gevolgd over Parike en Geraardsbergen, maar zonder sukses.
Een stapje verder geraakten we toen Paul Faignaert uit Burreken, wiens familie al verschillende generaties in de buurt woont, me vertelde dat er in het huis van Charles Louis Teirlinck ooit nog "Marroyens" gewoond hadden. Charles Louis was smid en vooral bekend als klokkenbinder. Hij was echter vrijgezel. Mieke De Prijck ontdekte dat de zus van Charles Louis, Cordula Teirlinck, getrouwd was met Petrus Marroyen en in de Maaistraat te Opbrakel woonde. Veel verder geraakten we er niet mee want ze woonden in Opbrakel en bovendien geen van de dochters heette Gabrielle of Gaby.
De echte doorbraak kwam er amper enkele weken geleden toen ik in de bevolkingsregisters van Opbrakel vond dat Charles Louis Teirlinck zich in 1909 in Opbrakel vestigde in het gezin van zijn zus Cordula, die weduwe geworden was. Eén van de dochters heette Lydie en in de registers van 1910 komt ze niet meer voor als inwoner van Opbrakel, ondanks het feit dat ze niet uitgeschreven werd uit de bevolkingsregisters. Lydie was toen 38 jaar en ongehuwd en zeer waarschijnlijk is zij in het huis van haar nonkel gaan wonen in Zegelsem, dat daar leeg stond. Het ligt dan ook voor de hand dat zij de Engelsen verwittigde. Ze was toen 46 jaar en het was dus blijkbaar Marroyens "Die" en niet "Bie".
In 1931 moet Lydie naar Frankrijk vertrokken zijn naar Nohent en Gracay in Centraal Frankrijk, en ingetrokken bij haar zus Marie Octavie die met een Franse industrieel Charles Baudoin getrouwd was. In 1931 verhuisde de oudere zus van Lydie, Marie, immers naar Zegelsem. Lydie is waarschijnlijk in Nohent en Gracay overleden en begraven. Haar zuster Marie Octavie en haar man zijn na de 2de Wereldoorlog teruggekeerd naar Zegelsem waar ze beiden overleden zijn. Lydie keerde niet meer terug.
Binnen de familie Marroyen is het oorlogsfeit van Lydie niet bekend. De reden daartoe is vermoedelijk het enigszins geïsoleerd leven van de alleenstaande vrouw in Zegelsem, die nadien in Frankrijk ging wonen. Ze had ook geen afstammelingen en haar zus Marie Octavie had slechts een dochter die op jonge leeftijd overleed. Toch zijn we er vrij zeker van dat die geheimzinnige vrouw Lydie Marroyen was, de heldin van Zegelsem.

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Privaat archief Marc Van Trimpont, voorzitter G.H.K. Gerardimontium van Geraardsbergen (orineel octrooi van 1768)
- Privaat archief familie Elebaut
- Rijksarchief Gent, Gemeente Zegelsem. Oud archief, nr. 10 (Staten van lasten, 1651-1729)
- Rijksarchief Gent, Gemeente Zegelsem. Oud archief, nr. 11 (Staten van lasten, 1740-1749)
- Rijksarchief Gent, Gemeente Zegelsem, Oud archief, nr. 12 (Staten van lasten, 1740-1749)
- Rijksarchief Gent, Gemeente Zegelsem. Oud archief. nr. 13 (Staten van lasten, 1760-1769)
- Rijksarchief Gent. Gemeente Zegelsem. Oud archief, nr. 14 (Staten van lasten, 1788-1794)
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775) (niet aangeduid)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
- Provinciale dienst van het kadaster te Gent.

Gedrukte bronnen
- De Scheldegalm, december 1875.

Werken

- Lieven Denewet, "Vlaamse molens in volksverhalen (deel 19). De Tomveldmolen te Zegelsem", Vlaamse molens, X, 2016, 2, p. 34-39.
- De Pryck Mieke & De Tant Fernand, "Omtrent de Tomveldmolen te Zegelsem", Triverius (Geschied- en Heemkundige Kring Triverius - Brakel), XXXVIII, 2008, nr. 3, p. 6-21.
- De Temmerman L. - Dendauw F. - Premereur A. - Verachten L., "Toen Boekje. Everbeek, Opbrakel, Parike en Zegelsem in oude prentkaarten, Zaltbommel,/ Brakel, Tiveriusgenootschap, 1995.
- Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N4.
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
- H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten U-Z", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", Opwijk, 2008.
- Julien Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974.
- Duchêne & Verbeeck, "Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N4",
- Luc De Staercke, "De invloed van de Vlaamse Ardennen en meer specifiek van Zegelsem op het werk van Herman Teirlinck", Luc De Staercke, Brakel, Davidsfonds, 1979, p. 38.
- Christa Carobel, Mieke De Prijck, Fernand De Tant, "Parochie Sint-Ursmarus Zegelsem", Kerkfabriek Sint-Ursmarus, Zegelsem-Brakel 1983.
- Frans De Staercke, Vertellingen van Louis Hoeckman, Brakel, K.O.L.B. Sint- Augustinus,1990.
- "Archiefbeelden Brakel-Horebeke", Triveriusgenootschap, Brakel 2002.
- "Een eeuw toegewijd 1909-2009 , De dekenij (Neder)brakel en haar parochies vroeger en nu", Heemkundige Kring Triverius 2009, 225 blz. – Deel omtrent Zegelsem door Fernand en Mieke De Tant – De Prijck
- Zegelsem in Triverius, Overzicht van alle artikels over Zegelsem verschenen in tijdschrift “Triverius” van 1975 tot heden, Fernand en Mieke De Tant – De Prijck 2012.
- "De oude Tomveldmolen laat nog eens zijnn wieken draaien!", in: zegelsem.be (30 juni 2008)
- GHK-Triverius en de Brit Robert Side ontmaskeren na bijna 100 jaar de ‘Heldin van Zegelsem’, www. lierde.net (25.04.2014)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: donderdag 19 december 2019

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens