Molenzorg

Hooglede, West-Vlaanderen


Duitse oorlogsfoto (coll. A. Smeyers, Alsemberg)
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Vergeldermolen

Ligging
Diksmuidesteenweg 17
8830 Hooglede

noordzijde
Vergeldermolen
kadasterperceel C908 (houten molen)
C 909bis (stenen molen)


toon op kaart
Type
Staakmolen, later stenen stellingmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Gebouwd
1769 (hout) / 1847 (steen)
Verdwenen
1887, enkel romp / 1918, oorlogsschade / 1954, romprestant gesloopt
Beschrijving / geschiedenis

De Vergeldermolen was aanvankelijk een houten en later een stenen graan- en oliewindmolen (type stellingmolen) aan de noordzijde van de Diksmuidesteenweg (nr. 17), in het gelijknamig gehucht Vergeldermolen, tegen de grens met Oostnieuwkerke (Staden) en Roeselare, op 2,2 kilometer ten zuiden van de kerk van Hooglede.

We zien de molen aangeduid op:
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen
- Atlas der Buurtwegen (1844): "Vergelder Molen"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850): "Vergelder Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)

In oktober 1768 vroegen Antoon Ostyn("Antoine Ossthein") en consoorten, en Jan-Baptiste Clarysse, beide inwoners va Hooglede, de toestemming om een graan- en oliewindmolen op te richten, in Hooglede, op een "hemkieden gemeene partie van lande, op "ettelycke roeden" van de straat van Roeselare naar Staden (de huidige Diksmuidesteenweg), op de grens van Hooglede en Oostnieuwkerke, op een afstand van 800 roeden van "Hooghelede platse", onder de jurisdictie van "Ayshove ofte Schievelde". Tegen de vraag werd verzet aangetekend. Op 8 april 1769 bekwamen ze van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia het gevraagde octrooi.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1769, oprichting: Ostyn Antoon en Clarysse Jan-Baptiste
- 1834, eigenaar: Bonte-Delporte Louis, olieslager te Hooglede. Hij was een vooruitziend iemand, want voor 1846 was er stoomaandrijving.
- 09.08.1846, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Louis Bonte - "windmolen met stoommachine").
- 03.01.1858, erfenis: Bonte Louis (jr.) en consoorten, olieslager te Hooglede (akte notaris De Brouckère, Roeselare)
- 21.05.1878, deling: Bonte Virginia, olieslaagster te Hooglede (notaris De Brouckère -windmolen met stoomtuig)
- 1880, huwelijk: Biebuyck-Bonte Alphonse, olieslager te Hooglede
- 14.12.1898, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Alphonse Biebuyck)
- 11.01.1899, erfenis: de kinderen (overlijden van Alphonse Biebuyck)
- 27.06.1900, deling: a) Biebuyck René Joseph Alphonse, zonder beroep te Hooglede en b) Bonte-Biebuyck Oscar, olieslager te Hooglede (notaris Wyffels - olieslagerij met stoomtuig)
- 28.04.1922, verkoop: Biebuyck René Joseph, zonder beroep te Hooglede (notaris Decock - olieslagerij)
- 10.01.1928, verkoop: Vereecke-Lambrecht Rudolf Pierre, landbouwer te Hooglede (notaris Van Isacker - magazijn)

De weduwe en kinderen van Louis Bonte vervingen de houten molen in 1847 door een stenen stellingmolen op het nabijgelegen perceel C909bis, die werd ingericht om olie te slaan en graan te malen. Het duurde tot 1853 vooral de stenen windmolen klaar was. Volgens overlevering zouden een tijdlang beide molens naast elkaar bestaan hebben.

Op maandag 8 juni 1857 rukte de wind de wieken af. Een ervan vloog op het dak van de molenaarswoning en viel er doorheen. Niemand werd gewond. De schade werd geraamd op 2000 frank. De molen was evenwel verzekerd voor 23.000 frank.

Na het huwelijk van Virigna Bonte met Alphonse Biebuyck in 1880 ontstond de bedrijfsnaam "Biebuyck-Bonte". Onder hen beleefde het bedrijf een (nieuwe) bloeiperiode.

We noteerden al dat al voor 1846 een eerste stoommachine was geplaatst. Niuewe stoommachines werden geplaatst in 1899 en 1901. Terwijl in 1878 nog melding werd gemaakt van een "windmolen met stoomtuig", dus een samengaan van wind- en stoomkracht, werd vanaf 1887 de windmolen niet meer gemeld, maar enkel nog "stoomoliemolen en stoomkoekbrekerij". We veronderstellen dat het wiekenkruis toen verwijderd werd. Malen met de wind was overigens niet meer mogelijk, door de aanbouw van een bijgebouw tegen de romp, tot boven stellinghoogte.

Op dinsdag 22 juli 1890 gebeurde een ongeval met twee aaneengekoppelde wagens van olieslager Biebuyck-Bonte. Het gespan reed door Roesleare. Een jongen van 13 jaar was belast om toezicht te houden over de achterste wagen. Een "ijdelvat" stuikte van deze wagen, waardoor het been van de jongen verbrijzeld werd. Men droeg hem naar het hospitaal, waar men hem het been afzette tot aan de knie.

Op zaterdagmorgen 4 december 1897 viel de dienstknecht van zijn kar en rolde onder de wielen. Hij was erg gewond overgebracht naar het hospitaal en verkeerde in levensgevaar.

Op woensdagmorgen 14 december 1898 schoot Biebuyck, olieslager, schepen en provinciaal raadslid, zich een kogel door het hoofd. Opvallend zijn de verschillende versies in de verslaggeving door kranten. Volgens de Gazette van Rousselare van 17 december 1898 ging het om een een ongeluk: hij "onderzocht" in de hof van zijn woning zijn geladen revolver toen plots een schot afging. De Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen van dezelfde datum sprak over "gemoedsaandoeningen" en "verandering in zijn gedoen". Hij was op dinsdag naar de cichoreimarkt te Roeselare vertrokken en 's avonds was hij weg met de trein. Hij stond 's nachts om één uur op zonder in zijn olieslagerij bij zijn werkers te gaan. Niemand hoorde of zag hem. Enkel 's morgens trof men hem ander zijn veranda dood aan. De krant besluit dat men moeilijk kan begrijpen hoe iemand met zo'n hoog aanzien, in waanzin kan vallen. Hij liet een weduwe en twee minderjarige kinderen achter.

Nadat ook zijn weduwe overleed op 11 januari 1899, kwam de stoomolieslagerij toe aan de kinderen René Joseph Alfons Biebuyck, zonder beroep te Hooglede en Oscar Bonte-Biebuyck, olieslager te Hooglede (akte notaris Wyffels, 27.06.1900, olieslagerij met stoomtuig).

Rond 1900 was er discussie of het traject van de tramlijn Roeselare-Diksmuide al dan niet over Sleihage zou  lopen. Eén van de argumenten om dat traject te volgen, was het groot vervoer en de opbrengst voor de tramlijn door de "aanzienlijke" olieslagerij Biebuyck-Bonte.

Op maandagmorgend 20 juni 1904, om half negen, was er een begrafenisstoet van Salembier aan de Sint-Amandsstraat te Roeselare. Het paard van olieslager Biebuyck-Bonte uit Hooglede, dat op hol geslagen was aan het station, kwam in volle vlucht door de stoet gelopen. De dragers lieten het lijk midden de straat staan en iedereen nam de vlucht. Hugo Van Opdenbosch, pakkenmaker bij Houtsaeger-Vereecke en Cie, sprong het paard naar zijn kop en lukte erin om, met gevaar van zijn eigen leven, het paard tegen te houden. Aldus kon een groot ongeval vermeden worden. Het was reeds de tweede keer in 8 dagen dat Van Opdenbosch dergelijke moedige daad stelde.

In 1914 werd in het kadaster een vermindering van de stoomkracht genoteerd.

Tijdens de eerste wereldoorlog verbleven in de grote gebouwen vele Duitse  soldaten. Deze gebouwen werden bij de terugtrekking van de Duitsers in 1918 sterk beschadigd. Na de oorlog, in 1922, werd René Joseph Biebuyck de enige eigenaar. Hij zette de stoomolieslagerij verder tot in 1928. Dan verkocht hij de olieslagerij aan Rudolf Pieter Vereecke-Lambrecht, een landbouwer maar met veel ondernemerszin. Hij vestigde in de gebouwen een vlasfabriek. Er bleef nog een stuk van de molenromp bewaard, in gebruik als magazijn, tot in 1954. 

Pieter Vereecke liet de vlasfabriek tijdens de crisisjaren van het vlas rond 1950 omvormen tot een vlasvezelplatenonderneming. Voor 1957 was de onderneming een gewone firmavennootschap, waarna P. Vereecke een p.v.b.a. stichtte onder de naam Placolin. Deze vennootschap werd beheerd door de 3 zonen van de stichter. Zo bezat Placolin het karakter van een gesloten famiale vennootchap.
Het bedrijf bezat oorspronkelijk één productieschema, nl. geperste vlasspaanplaten, onderverdeeld in 2 lijnen. De oude lijn produceerde tot in juni 1979 vlasvezelplaten (122x244 cm), terwijl de andere lijn spaanplaten vervaardigde (125x1250 cm).
Volgens de keuze van de koper verdeelde de zaagmachine de lengtes in 2 hoofdstandaardmaten, nl. 250 of 313 cm en de diktes tussen 6 en 25 mm. Het bedrijf werkte in een drieploegenstelsel.
Arbeidersaantal: 22 werklieden en 2 bedienden in 1986, vroeger was dat meer. Door de sterke mechanisatie en het opheffen van de oude lijn werd de bezetting geminimaliseerd.
Omzet: 140.000.000 Belgische frank rond 1985. 40 procent was dan bestemd voor het binnenland en de rest voor: Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Engeland, Duitsland en Denemarken.
Zusterfirma Flaxipan. Deze was elegen in de Vergeldermolenstraat en was beheerd door dezelfde vennoten. Beide firma's waren juridisch van elkaar gescheiden. Werknemers rond 1985: ca. 40.

Thans zijn alle oude gebouwen gesloopt en is er een geheel ander bedrijf gevestigd die niets meer met de olie- of vlasverwerking te maken heeft.

Lieven DENEWET

Bijlagen

Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, n r. 1879
B(ruxelles) le 26 8bre 1768
Antoine Ossthein et Jean Baptiste Clarisse demeurans au village de Hooghleede Chattellenie d'Ipres, nous aiant presenté le requete ci jointe par laquelle ils nous supplient de leur accorder l'octroi requis à l'effet de pouvori eriger audit village un moulin à moudre grains et à tordre huile, nous la remettons au Conseil pour qu'il nous informe par extrait de protocole de son sentiment sur la demande des supplians.
Le 27 octob(re) 1768 avis de la Chambre des Comptes p(ara)phé Cazier Signé de Beelen
Brux(ell)es 24 8bre 1768
B(aro)n de Keerle
au Conseil des Finances 

Standaerd van Vlaenderen, 11.06.1857, p. 2, kol. 2.
8 juni 1857. Wieken Vergeldermolen afgerukt
Maendag laetst, heeft de wind de armen van den molen afgerukt der weduwe Bonte en zoon, eene halve uer buiten Rousselaere, staende langs den steenweg van Dixmude, gemeente Hooglede. Eene der einden is op het dak der molenaerswooning geworpen geweest, en is er door gevallen. Gelukkiglyk is niemand gehinderd geworden. De schade beloopt tot 2000 franks. De molen was verzekerd voor 23,000 franks.

Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, 30.07.1890, p. 3, kol. 1-2.
22 juli 1890. Ongeval met wagens van olieslager Biebuyck-Bonte van de Vergeldermolen
Te Rousselare is er dinsdag een beweenlijk ongel[u]k voorgevallen. Twee wagens aaneengekoppeld van M. Biebuyck-Bonte, olieslager, reden door de stad; een jongentje van 13 jaar oud was belast het toezicht te nemen van den achtersten wagen; een ijdelvat is van dezen wagen gestuikt met het ongelukkige gevolg dat het zorgende en waakzame kind het been verbrijzeld wierd, naar het hospitaal gedragen daar heeft men hem het been afgezet tot aan den knie.

Gazette van Rousselaere, 11 december 1897.
4 december 1897. Dienstknecht Vergeldermolen onder de wielen van eigen kar
Zaterdag morgen is alhier een droevig ongeluk gebeurd. De dienstknecht van den heer Biebuyck-Bonte, van Hooglede, is ongelukkig van zijne kar gevallen en onder de wielen gerold, met het ongelukkig gevolg dat hij erg gekwetst werd opgenomen. Hij is naar het hospitaal overgebracht. Zijn leven is in gevaar.

Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 17.12.1898, p. 2, kol. 4-5.
14 december 1898. Schepen Biebuyck, olieslager op de Vergeldermolen, schiet zich door het hoofd
Schrikkelijke gebeurtenis. – M. Biebuyck, schepene te Hooglede, lid van den Provincieraad, is woensdag nuchtend dood gevonden bachten zijne verandah [sic], in den hof. Sedert veertien dagen hadden zijne huisgenoten bemerkt dat er gemoedsaandoeningen bij hem ontstonden, dat er verandering was in zijn gedoen. Den dinsdag was hij ter chicoreimarkt te Rousselare, en ’s avonds is hij per spoorbaan vertrokken. Velen hebben in hem verandering gemerkt, en hem zonderling bevonden. ’s Nachts is hij opgestaan rond één ure zonder in zijne olieslagerij te gaan bij zijn werkvolk. Niemand heeft hem gehoord of gezien. Enkel ’s morgens heeft men hem in den hof dood gevonden.
Het nieuws dezer gebeurtenis heeft iedereen met verslagenheid getroffen. M. Biebuyck genoot de algemeene achting, was bekwame koopman en handelaar, geschikt van zeden, goed van gedrag: ook kan men moeilijk begrijpen hoe zulk mensch in waanzin kan vallen.

Gazette van Rousselare, 17.12.1898.
Een droevig ongeluk is te Hooglede voorgevallen. M. Biebuyck-Bonte, olieslager, onderzocht woensdag morgend in den hof zijner woning een geladen revolver. Opeens ging het schot af, en hij kreeg den kogel in het hoofd. Hij viel dood neder. M. Biebuyck-Bonte, rond de 40 jaren oud, was schepene dezer gemeente en provinciaal raadslid. Hij laat eene weduwe en twee minderjarige kinderen achter.

Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 12.05.1900, p. 2, kol. 2-3.
Tramlijn Rousselare-Dixmude. – De maatschappij der buurtspoorwegen had het gemeentebestuur van Hooglede verzocht besluit te nemen, vóór 1sten mei, als men bereid was de bestaande tramlijn binnen het dorp te laten uitnemen, en de voortrichting langs ’t gehuchte Sleihage naar Staden te aanveerden, oftewel aan deze verbinding te verzaken. De gemeenteraad heeft besloten de tramlijn onveranderd te laten liggen, verhopende dat deze eenstens zal in verbinding geraken met Cortemarck.
De tramlijn van Rousselare naar Dixmude zal nu den omweg niet hebben langs Hooglede, doch er is sprake van eenen anderen omweg, en nu door Oostnieuw-kerke. Staden, Houthulst en Clercken, noch Woumen zullen dezen voorstel goedkeuren. Immers men zou hierdoor omtrent twee kilometers doortocht meer hebben voor elken trein, wat niet alleen vertraging geeft, maar nog vermeerdering in de reis en de vervoerkosten. De kortste weg is alleszins de voordeeligste en de goedkoopste. Daarbij mag men rekening houden van het groot vervoer, dat de aanzienlijke olieslagerij Biebuyck-Bonte voor den tram zoude weerd zin. Ware dit vervoer maar zo duizend kilogr. per dag, wat zoude dit niet opbrengen voor deze tramlijn?
De tramlijn van Rousselare, door Oost-Nieuwkerke, West-Roosebeke, Poelcappelle, Langemarck en Bix-schote tot de verbinding met de ontworpen lijn tusschen Dixmude en Yper, is goedgekeurd en zal er komen. De lijn op Dixmude zal deze baan verlaten aan het “Koortskapelleken”, ofwel aan Oost-Nieuwkerke dorp. Het is te hopen dat men den kortsen weg zal verkiezen, en de Dixmudsche kalsijde zal volgen, zonder langs Oost-Nieuwkerke den omweg te doen.
De belanghebbende gemeenten behooren aan te dringen om deze lijnen spoedig te doen in uitvoering komen. Men heeft er reeds lang genoeg van gesproken en geschreven, om eindelijk te zien tot werking overgaan. Rousselare met zijn uitgebreiden handel en zijn bedrijvig nijverheden heeft groot belang in de verwezentlijking dezer ontwerpen, maar Dixmude en al de dorpen hooger opgenoemd hebben er niet min belang in.
Invloedhebbende mannen, stelt u aan het werk, en in ’t korte zijn de twee tramlijnen eene afgedane zaak.

Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 22.06.1904, p. 2, kol. 3.
20 juni 1904. Paard van olieslager Biebuyck-Bonte (Vergeldermolen) op hol
Moedige daad. – Maandag morgend, om 8 ½ ure, kwam langs de St.- Amandstraat alhier [Rousselaere] voorbij de begrafenisstoet van zekeren Salembier. Het peerd van Biebuyck-Bonte, olieslager te Hooglede, dat op hol gegaan was aan de statie, kwam in volle vlucht door den stoet geloopen. De dragers lieten het lijk midden de straat staan en iedereen nam de vlucht. Hugo Van Opdenbosch, pakkenmaker bij de heeren Houtsaeger-Vereecke en Cie, niets dan zijnen moed raadplegende, sprong het peerd naar den kop en gelukte erin met levensgevaar het tegen te houden. Groote ongelukken waren vermeden. De moedige daad van Van Opdenbosch verdient belooning, te meer daar het reeds de 2e maal  in 8 dagen is dat hij zich onderscheiden heeft. 

Ferdinand Rodenbach. "Grietje. Tooneelspel met zang in twee bedrijven. Muziek van Ernst Brengier", Rousselare, Drukk. Alf. Deraedt-Verhoye, 1903.
Michiel De Bruyne, "Ferdinand Rodenbach: 'Natuur is waarheid, kunst is ideaal en schoonheid is de spraak der zieletaal'", VWS-Cahiers, XXIV, 1989, 6, (nov.-dec.), 16 p.

--------------

Molenaarsfamilie Bonte en Biebuyck

Ludovicus Franciscus Bonte, landbouwer, geboren te Neerwaasten op 1 november 1791 en overleden te Hooglede op 9 augustus 1846.
Gehuwd te Wijtschate op 13 oktober 1819 met Sophia Josepha Delporte, oliefabrikante, geboren te Wijtschate op 17 februari 1799 en overleden na 1876.
Ze hadden vijf kinderen:
1) Juliana Bonte, geboren te Hooglede op 18 maart 1826
2) Felix Bonte, geboren te Hooglede op 4 juni 1828
3) Clement Bonte, werktuigmaker, geboren te Hooglede op 14 augustus 1830 en overleden te Roeselare op 18 januari 1903, gehuwd te Roeselare op 23 oktober 1872 met Rosalia Eugenia De Meester, handelaarster, geboren te Roeselare op 6 juni 1833 en er overleden op 26 oktober 1900. Zij was de dochter van Antonius Clement De Meester, koopman (°Roeselare 23.10.1783 - +Roeselare 07.02.1843) en Amelia Ludovica Cannoot (°Roeselare 14 april 1792 - Roeselare 04.11.1882).
Zoon: Joseph Louis Antonius Bonte, geboren te Roeselare op 9 maart 1876 en er overleden op 2 december 1907, gehuwd met Anna Marguerite Capelle (°Ruddervoorde 23.11.1880 - +Brugge 12.08.1912); kinderen: Marie Louise Bonte (°Roeselare 9 maart 1904) en Isabella Ivonne Natalia Maria Bonte (°Roeselare 28.04.1907 - +Roeselare 18.01.1908)
4) Ferdinand Bonte
5) Petrus Joannes Bonte, geboren te Hooglede 11 april 1834.

Alphonse Biebuyck, gehuwd te Hooglede in 1878 met Virginia Barbara Bonte.
- dochter: Maria Josephina Biebuyck, geboren op 28 maart 1879, overleden in Sacramento (USA, CA), gehuwd met Honoré Vercruyssen, geboren op 29 juli 1877, overleden in Chicago.
- zoon René Joseph Biebuyck, geboren in 1885, overleden te Roeselare in 1955, gehuwd met Anna Theresia Cappelle, geboren te Staden in 1892, overleden te Roeselare in 1972.

Oscar Bonte, gehuwd met Flavia Emma Biebuyck, geboren te Hooglede op 1 september 1883 en overleden te Oostende op 6 september 1952.
Dochter: Paula Maria Bonte, geboren te Hooglede op 13 maart 1905, overleden na 1991, gehuwd te Roeselare op 19.01.1929 met Louis Leopold Coussement (1900-1980)
 

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1879 (verzoekschrift, oktober 1768).
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1880 (dikke bundel met octrooi, 08.04.1769).
Gewestelijke Directie van het Kadaster te Burgge, Kadasterdocumenten Hooglede.

Uitgegeven bronnen
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (1844)
Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Standaerd van Vlaenderen, 11.06.1857, p. 2, kol. 2.
Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, 30.07.1890, p. 3, kol. 1-2.
Gazette van Rousselaere, 11 december 1897.
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 17.12.1898, p. 2, kol. 4-5.
Gazette van Rousselare, 17.12.1898.
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 12.05.1900, p. 2, kol. 2-3.
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 22.06.1904, p. 2, kol. 3.

Werken
Lieven Denewet, "Windmolens vroeger en nu. Hooglede-Gits", Hooglede, 1979.
Lieven Denewet, "Hooglede en Gits in de krant, 1840-1910. Van een wonderdokter, valse nonnen en een landbouwer-uitvinder", Hooglede, 2009, 162 p. (Ledda Giddis. Bouwstoffen voor de geschiedenis van Hooglede en Gits, 1).
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995, p. 33.
Désiré De Laey, Geschiedkundige aanteekeningen over Hooghlede, Roeselare, J. De Meester- Roeselare,1902.
Freddy Anckaert & F. Vanacker, Hooglede door de jaren heen, Hooglede, 1995, 2 dln.
Sylère Matten, Sleihage. Van gehucht naar parochie, Sleihage, 1986.
Marcel Vermeulen, Hooglede in vroeger dagen, Hooglede, 1973.
A. De Gunsch, C. Metdepenninghen & P. Vanneste m.m.v. A. Tansens, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N2, Brussel - Turnhout, 2001.
Dirk Verhelst, Vleugels boven Hooglede-Gits 1914-1918, Koekelare, 2008.
Fossez G., "Gasten, we gaan den elektriek aansteken" (familie Bonte), De Weekbode, 12.03.1976.
Edward Vermeulen, "Nalatenschap", Roeselare, 1964, p. 33 (foto)
Jozef Maes, "Rondom de oude molens van Hooglede", De Belgische Molenaar, 22.06.1976.
"Westvlaamse windmolens. De Vergeldermolen te Hooglede", in: Curiosa (Blad van de interverzamelaarsclub Harelbeke - Kortrijk - Wervik - Zwevegem, vol. 41, 2003, nr. 409, p. 24-25.
"Westvlaamse windmolens. De Vergeldermolen te Hooglede", Curiosa (blad van de interverzamelaarsclub Harelbeke - Kortrijk - Wervik - Zwevegem), XLI, 2003, nr. 409, p. 24-25.

Mededelingen
Mondelinge info van mevr. Paula Maria Bonte (°Hooglede 1905), dochter van Oscar Bonte, aan Lieven Denewet, 1982.

Overige foto's

<p>Vergeldermolen</p>

Kort na 1918. Beschadigd door de oorlog (coll. D. Vandenbulcke, Staden)

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 17 april 2018

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens