Molenzorg

Sleidinge (Evergem), Oost-Vlaanderen


Het Weekblad voor Oost en West-Vlaanderen en Zeeland, 19.03.1911.
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Weegsemolen
Westvoordemolen
Molen De Linde
Molen Vande Kerchove

Ligging
Weegse 13
9940 Sleidinge (Evergem)

voorheen Moleneinde
1,4 km ZO v.d. kerk
kadasterperceel D1151


toon op kaart
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Gebouwd
voor 1481 / 1642 / 1776
Verdwenen
ca. 1580, oorlog / 1776, storm / 1911 - 13 maart, storm
Beschrijving / geschiedenis

De Weegsemolen, ook wel Westvoordemolen genoemd, was een houten korenwindmolen. De staakmolen stond op de Weegse (huidig nr. 13) en werd voor 1481 opgericht. De molen was in het bezit van de Heer van Lovendegem, die op Sleidinge eigenaar was van dit gebied, de heerlijkheid van Straten.

Na de vernieling tijdens de godsdiensttroebelen op het einde van de 16de eeuw werd pas in 1642 een nieuwe molen gebouwd. Later kwam er een rosmolen bij. Op de  Ferrariskaart van ca. 1775 wordt hij aangeduid met de naam "Molen De Linde". Afgebrand in 1776 in een storm en een jaar later wederopbouw van andermaal een staakmolen. In 1907 gebeurde er een uitbreiding met een kleine "mekanieke maalderij".

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Sleidinge uit 1820:
"il y a sept moulins à vent qui servent à moudre du grain. Ils sont partagés en deux classes. L'expert n'ayant pu se procurer de baux pour cete espèce de propriétés en a étabi d'après la population de la commune, et par comparaison avec les moulins des communes voisines. Il a fixé le revenu brut de ceux de la 1e classe à 360, toutes charges comprises; 1/3 déduit reste 240. Les moulins de seconde classe sont de même grandeur que ceux de la première. L'expert estime que leur revenu est plus faible d'un sixième que celui des moulins de première classe et qu'elle ne peut être portée qu'à 200."

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: De Craene Jacobus, de weduwe, landbouwster te Sleidinge
- 14.10.1837, deling: a) De Craene Jeanne, b) De Craene Marie en c) De Craene Marie Anne, begijn te Gent (notaris Delfortrie)
- 01.09.1845, erfenis: a) De Craene Marie Anne, begijn te Gent, b) De Craene Pierre, priester te Gent,  c) De Craene De Craene-Debock Livin, landbouwer te Sleidinge en d) Martens Clement, zonder beroep te Sleidinge (overlijden van De Craene Jeanne)
- 15.07.1851, verkoop: Van den Kerchove Karel, landbouwer en molenaar te Sleidinge (notaris Teerlinck)
- later, erfenis: a) Van den Kerchove Louis, b) Vermeulen Nathalie en c) De Ruyter Thérèse (overlijden van Karel Van den Kerchove)
- 18.05.1853, deling (na het overlijden van Van den Kerchove Louis): a) Van den Kerckhove Marie Adelaïde, b) Van den Kerchove Henri Vincent, c) Van den Kerchove Marie Louise en d) Van den Kerchove Théophile Constant, minderjarigen te Sleidinge (notaris Teirlinck)
- 31.08.1869, verkoop: Van den Kerchove Marie Louise, molenarin te Sleidinge (notaris Stockman))
- 04.03.1871, verkoop: Van de Kerchove Henri Vincent, molenaar te Sleidinge (notaris Goedgeluck)
- 21.06.1904, verkoop: a) Van den Kerckhove Maria Vincentia, b) Van den Kerckhove Mathilde Monica en c) Van de Kerkchove Jules Joseph, zonder beroep te SLeidinge (notaris Fraeys)
- 05.05.1908? erfenis: a) Van den Kerchove Jules, molenaar te Sleidinge en b) Van den Kerchove Marie, moelnarin te Sleidinge (overlijden van Mathile Van den Kerchove)

De molenkast waaide om op maandagvoormiddag 13 maart 1911. Zowel eigenaar Jules Vande Kerchove (35 jaar) en zijn knecht Richard Van Hecke (30 jaar, afkomstig uit Ertvelde) waren aan het malen. Rond 10 uur was er een hevige rukwind. Beide mannen hoorden een hevig gekraak en de molenkast stortte neer. Het blijkt dat de steenbalk gebroken was. De molenaar en de knecht waren gewond maar verkeerden niet in levensgevaar. Alhoewel de molen verzekerd was, werd er toch niet overgegaan tot heropbouw. Er kon immers verder gemalen worden met de mechanische maalderij.

Molenaar Vande Kerchove stopte met deze maalderij in 1969. Het gebouw ervan bestaat nog en is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

"Het Weekblad voor Oost en West-Vlaanderen en Zeeland", Maldeghem, Zondag 19 Maart 1911, jg. 21, nr. 12.
------------
De Denderbode, 16.03.1911, p. 2
Maandag voormiddag werd de windmolen op de Weegsche, te Sleidinge, tijdens het stormweder, omgeworpen door een geweldigen rukwind.
De molen behoort toe aan Jules Van de Kerchove en aan zijne zuster Maria, die den mulderstiel uitoefenen en nevens den houten windmolen ook een steenmolen [lees: stoommolen] bezitten. Jules was rond 10 ure, op den molen werkzaam met zijnen knecht, Richard Van Hecke, 30 jaar oorspronkelijk van Ertvelde. Tijdens een hevigen rukwind, hoorden zij plotseling een vreemd gekraak en voor zij begrepen wat er gebeurde, lag de gansche molen aan den voet van den molenberg nevens de stoommaalderij in splinters geslagen, en de beide mannen lagen onder de balken en splinters begraven.
Jules werd bewusteloos van onder de molensteenen uitgehaald; behalve min of meer erge kneuzingen over gansch het lichaam was zijn voet gebroken. De knecht was tamelijk erg gekwetst aan het hoofd, het voorhoofd en aan het oog; zijne wonden moesten toegenaaid worden. Gelukkig wordt hun leven door de kwetsuren niet bedreigd. Spoedig snelden Dr Van der Mensbrugghe en de eerw. heer onderpastoor De Coninck, ter plaats. De balk, waarop de gansche kas van den molen rust, was afgebroken en het is daardoor dat het ongeluk zich voordeed.
Van gansch den molen bleef er niets geheel; zeilen, trap, enz. werden aan splinters geslagen. Er bestaat verzekering.

Land van Aalst, 19.03.1911.
De omgewaaide windmolen te Sleidinge van Jules van de Kerckhove.

De Volksstem, 19.08.1911, p. 3.
Hansbeke, Molen Deprez, augustus 1911. Geheel afgebrand.
Molen afgebrand. – Een schrikkelijke brand heeft den schoonen houten windmolen van M. Deprez, in asch gelegd. Er blijft slechts een hoop asch over. Verscheidene zakken graan branden op. De schade, door verzekering gedekt, wordt op 15,000 fr. geschat.
Op korten tijd zijn reeds vele schoone molens, het sieraad van Vlaanderen, verdwenen. De storm vernielde er eenen te Waarschoot en eenen te Sleydinghe; het vuur vernietigde een anderen te Oombergen en een te Erwetegem.

Literatuur

Gedrukte bronnen
"Het Weekblad voor Oost en West-Vlaanderen en Zeeland", Maldeghem, zondag 19 maart 1911, jg. 21, nr. 12 (zware stormschade, maandag 13.03.1911).
"De Denderbode", 16.03.1911, p. 2.
"Land van Aalst", 19.03.1911.
De Volksstem, 19.08.1911, p. 3.

Werken
Alfons Ryserhove, "Oud Sleidinge (8)", Ons Meetjesland, jg. 13, 1980, nr. 2
F. De Potter & J. Broeckaert, "Geschiedenis der gemeenten van Oost-Vlaanderen. Reeks 1. Arrondissement Gent. Deel 6. Sleidinge (27 p.), Gent, 1865.
J. De Wildeman, "Een straat zonder einde. De Weststraat van Sleidinge, ruim honderd jaar lang teruggeblikt", Eeklo, 1988, p. 87-89.
Achiel De Vos, Gemeentelijk onderwijs te Sleidinge door de jaren heen, Sleidinge, 1983, p. 21.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-T", Opwijk, 2007.
K. Lanclus & M. Verbeeck, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N4, Brussel - Turnhout, 1993.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: vrijdag 30 december 2016

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens