De Slijk-, Schorshagenmolen of Mijlstraatmolen was een standaardmolen aan de westzijde van de Mijlstraat (nr. 185) en werd genoemd naar het vroegere gehucht Schorshagen of naar de huidige Mijlstraat.

Hier stond al een eerste molen in 1570, maar die komt niet meer voor op de Ferrariskaart van ca. 1775.

De standaardmolen werd herbouwd in 1841. Molenaar  Jan Frans Wijns liet dan een molen overbrengen uit Heffen.

We zien hem aangeduid op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Mylstraet Molen"

Opeenvolgende eigenaars:
- voor 1834, eigenaar: (van de grond) De Basserode-Magnus Jacques François Ghislain, de weduwe, rentenierster te Duffel (notaris Lambrechts)
- 1841, opbouw: Wijns-Paeps Jan Frans, molenaar te Duffel ("construction d'un moulin à vent")
- 22.07.1852, verkoop: De Schutter-Hermans Adrien François, molenaar te Oelegem en later te Duffel (notaris Depauw - "un moulin à vent nommé Slijkmolen")
- 04.03.1872, verkoop: Van Hoomissen-De Schutter Jan-Baptist, landbouwer te Ruisbroek (notaris Schuermans)
- 03.07.1879, verkoop: d'Heldt-Voet Pierre François, landbouwer te Duffel (notaris De Pauw)

Een windhoos op 8 augustus 1908 hief de molen op en wierp hem over de straat waar hij in spaanders uiteenspatte. De laatste molenaar was PIeter François d'Heldt.

Zie ook: Heffen, Kleine Heidemolen

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Zuiderkempen", Nieuwkerken, Ten Bos/Studiekring Ons Molenheem, 1978, p. 25-26.
E. Dom, "De verdwenen windmolens", in: Dufflaea, 1963, nrs. 107-108.
Duffel nu, 1900-1985, K.W.B.-Oost, Lier, 1986.
Duffel toen, tot 1900, K.W.B.-Oost, Lier, 1986, p. 100-101.
G. Gabriels, Bijdrage tot de geschiedenis van Duffel (Regentaatsverhandeling Berthoutinstituut Mechelen, 1982-1983).
Geschiedenis van Duffel, K.W.B.-Duffel (-Oost), Duffel, s.d.
R. Van den Brande, Historische schetsen over de Mijlstraat, Duffel, 1984 (gebaseerd op het gelijknamige werk van F. Andries, s.l., s.d.).
F. Sillis, "De Duffelse Windmolens", De Belgische Molenaar, LVIII, 1963, 4 (22 febr.), p. 260.