Expoelmolen
gehucht Plein
De Expoelmolen was een staakmolen die door de maaldersfamilie Lauwers in 1849 uit Antwerpen werd gehaald, alwaar hij de De Oranjeboom werd genoemd. De aanvraag voor deze overbrenging dateerde al van drie jaar voordien.
Opeenvolgende eigenaars:
- 18.05.1848, verkoop: (van de grond) door De Drijver Constantin Rombout, eigenaar te Heindonk (notaris Slavon)
- 1849, opbouw: Lauwers-Van Beveren Guillelmus, molenaarsgast te Hombeek ("construction d'un moulin à vent à farine sur terrain vierge")
- na 1857, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Guillelmus Lauwers)
- 30.04.1883, deling: de weduwe Van Beveren Maria Rosalia (notaris Chrydts)
- 01.06.1899, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Maria Rosalia Van Beveren)
- 28.05.1900, deling: Lauwers-De Coster Eduard, molenaar te Hombeek (notaris Chrydts)
Na een blikseminslag in 1926, werd hij in 1936 verder afgebroken en vervangen door een mechanische maalderij.
De maalderij, opgetrokken ten noordoosten van de windmolen, werd later een veevoedersbedrijf.
Het vroegere molenaarshuis, type woonstalhuis, heeft negen traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen). Het dateert van circa 1863, links uitgebreid circa 1870. Verankerde en witgeschilderde baksteenbouw op grijs geschilderde plint. Overwegend in het eerste kwart van de 20ste eeuw aangepaste muuropeningen; aan erfzijde bewaarde geprofileerde daklijst; overluifeld rondbogig laadluik in de westelijke zijgevel. Ten zuidwesten verankerde bakstenen bedrijfsgebouwen, uit de tweede helft van de 19de eeuw, aangepast en uitgebreid circa 1946: twee, drie en nog eens drie traveeën en één tot drie bouwlagen onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Lijstgevels met houten kroonlijsten en baksteenfriezen; muuropeningen onder houten latei.
Zowel de voormalige molenaarswoning als de maalderij zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Zie ook: Antwerpen, De Oranjeboom
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Mechelen/Hombeek, 1863/13, 1870/5, 1946/12.
F. De Ridder, Geschiedenis der gemeente Hombeek, Mechelen, 1931.
R. Lauwers & F. Verlinden, Hombeek tussen pot en pint, in Hoembekania nr. 1, Mechelen, 1984, p. 22-42.
J.O.R. Missinne & Fl. Lauwers, Een dorp aan de Zenne, deel 1, in Hoembekania nr. 4, Mechelen, 1990.
J. De Keersmaecker & P.J. Lemmens, Kempische windmolens, Antwerpen, 1973, p. 32.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek, Nieuwkerken, 1987
G.K. Kockelberg, "De Molens van Mechelen", in: Ons Molenheem, 2005, p. 18-20, ill.;
H. Thys, "Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870", in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
P. Lemmens, "Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Borgerhout, 1963. Overdruk uit het Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, 1963, X, nummer 4.
F. Verlinden, Hombeek in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1974, nr. 11.
H. Kennes, G. Plomteux & R. Steyaert, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in in Vlaanderen 13N2, Brussel - Turnhout, 1995.
Van der Jeught François, "Een tragisch ongeval op de Fortuinmolen aan de Hombeeksesteenweg in 1631", 't Ridderke, 1999, 1.
Van der Jeught François, De Fortuinmolen, in: Hoembekania. Bijdragen tot de Hoombeekse geschiedenis, dl 6, 1995, 318 p.
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.