Molenzorg

Brugge, West-Vlaanderen


Lithografie van Auguste de Peellaert, ca. 1830 (coll. Stadsarchief Brugge)
Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

De Dreete
De Drete

Ligging
Guido Gezellelaan
8000 Brugge

bij de Ezelpoort, richting Smedenpoort
Smedenvest
kadasterperceel D37


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Gebouwd
1298
Verdwenen
1837 - oktober, storm
Beschrijving / geschiedenis

De Dreete was een houten korenwindmolen op de Smedenvest die het dichtst bij de Ezelpoort, richting Smedenpoort, stond.

De staakmolen werd in 1298 gebouwd op één van de drie nieuwe molenmoten naast het raamland Cattevorde.

We zien hem aangeduid op de plannen van Marcus Gerards (1562) en van Jacob van Deventer (1558-1575) als de eerste molen tussen de Ezelpoort en de Smedenpoort.

In het Sint-Jacboszestendeel van 1580 wordt Jooris Van Noorweeghe vermeld als eigenaar van "Een muelene ghenaemt "De Dreete".

Jacob Vandepitte (°Lissewege, 16 december 1724 - Brugge, 19 december 1772), oudste zoon van Jacob en Cecila Benteyn, was in Brugge als "baes molenaar" van de Dreete Molen. Deze molen stond zuidwest van de Ezelpoort op de Veste:"aen de barme vande veste met den wal ende de barm daer die op staet met sijn toebenoorten..„ aen de zuytsig de van de Ezelpoorte ghenaempt "De Dreete", naest de voornoemde Ezelpoorte".

Jacob huwde op 12 september 1751 in Brugge (Sint-Jacobs) met Amelberga Drubbels (dochter van Pieter Drubbels en Joanna Van Riebeke), geboren te Dudzele op 1 oktober 1730 en overleden op 1 februari 1792. Zij was de dochter van chirurgijn Jacob Van Riebeke en Christine Verrysere. 

Bij hun huwelijk hadden Jacob Vandepitte en Amelberga Drubbels een contract laten opmaken. Voor de pastoor van Dudzele verschenen op 7 september 1757 Jacob Vandepitte, fs Jacob "verweckt bij Cecilia Benteyn (vader Jacob was meegekomen om hem bij te staan) en Amelberga fa Pieter en J. Van Riebeke, oud 27 jaar, in gezelschap van haar vader en Andries Witgeers, haar oom en voogd.

Bij het overlijden van Jacob in 1772, werd inventaris gemaakt en daarbij werden ook de goederen vermeld door hem meegebracht in het huwelijk.
Jacobus bezat in gemeenschap met zijn broers en zusters bij de dood van hun vader, 7/7e van 2/5en van 26/32e delen van de Dorpsmolen te Lissewege. Daarnaast bezat Jacob ook 1/3 part van de helft in 6/7 van 2/3 van 26/32e delen van die molen, ook gemeen geweest met de moeder. Eenzelfde percentage golden voor de bijhorende molenwal, het huis en de andere gebouwen plus 1 ligne 15 roeden erve.

Er waren in die tijd voor 440 pond groten aandelen verkocht, die in handen waren van Pieter Amandus Van Keirschaver uit Blankenberge.

Van haar kant bracht Amelberge mee: "Een huis ende herberghe genaemt De Gouden Cop, in dien tigd ook peerdesmissewinkel; plus het erf van 62 roeden, waarop het eigendom stond; alles gelegen te Dudzele. Amelberga was daarvan in het bezit gekomen deels door het overlijden van haar zuster en haar moeder, en later big de dood van haar vader, zodat het haar in voile eigendom behoorde. Nog tijdens haar huwelijk met Jacob Vandepitte, werd deze eigendom verkocht aan Michiel Van Zandweghe te Dudzele voor de som van 150 pond groten Vlaams courant. Akte van 13-1-1759. Tijdens hun huwelijk hadden ze de helft van de Dreetemolen gekocht met de helft van alles wat er bij of rond was, in zoverre dat ze eigenaars waren van een half paard, want uitdrukkelijk stond geschreven dat het paard en de wagen voor de helft gemeen waren en onverdeeld. De andere helft van de molen enz. hoorde toe aan Pieter Mestach "maer nu aen Pieter Brusseel daer die de weduwe van Pieter Mestach gehuwd had". Jacob en Amelberga hadden hun helft gekocht van de heer Carel De Brauwere fs Carel en Joanne De Keerle fa Jan, zijn vrouw. Op hun beurt had­den dezen dit eigendom verworven van Louijs Pattoir en Theresia Rotse. Dit volgens de brieven van erfenis gepaseerd op 9 augustus 1753.

De Dreetemolen was belast in zijn geheel:
-met "een dweerslove, hetwelcke twee woonsten zijnde aende westzijde van de voornoemde Ezelpoorte", van 3 pd gr per jaar, die in feite een cijnsrente was, liggende op de helft van de molen;
-er was een grondrente van 2 schell 6 gr per jaar, elke meimaand te betalen aan het schoenmakersgild te Brugge;
-de helft van de molen was nog belast met een erfelijke rente van 10 pd gr per jaar, den penning 20 en betaalbaar elke 3 aug. Dit over een kapitaal van 200 pond gr wisselgeld, waarvan Charles De Brauwere houder was.

De echtelingen hadden ook hun huis "ten voorhoofde in d' Ezelstraete aende westzijde van diere naest het huys ghenaemt Wenduyne". Ze hadden dit huis, dat wijlent Pieter Van Hilderson toebehoorde, gekocht van Pieter Wulleput fs Pieter, en zijn vrouw Marie Wybo (30 december 1768). Op dit huis lag een rente van 4 schellingen 8 groten per jaar, die moesten betaald worden aan verschillende kerken, kloosters en dissen. Verder nog enkele kleine renten die gemeen waren en verdeeld over kleine perceeltjes en waarvoor een sch gr per jaar werd betaald aan het Godshuis St.-Niclaeys. Zonder de losrente van 250 pd gr wisselgeld kapitaal te vergeten, een intrest van de 20e pennning die elke 27 februari moest betaald worden aan Jonker Pieter Anchemant. Op 25 augustus 1769 werd dit kapitaal volledig afgelost door Jacob Vandepitte. Deze staat sloot met een deficiet van 22 pd 10 schel 5 groten. (Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije, Staten van Goed, 1e reeks, 587)

Afstammelingen van Jacob Vandepitte bleven in Brugge wonen.

De molen werd in februari 1800 openbaar verkocht: "Dat men op den 2 Ventose jaer 8 (21 februari 1800) publiekelyk in het Huys van Commune tot Brugge, ten twee ueren naer-middag, zal doen, de Overslag van eenen Koren-Wind-Molen, staende op den barm van de vest aen de Westzyde van d'Ezelpoorte, genaemd de "Dreete" dit met het advenant in alle toebehoorten, Wagen en Harnassure, etc.. zooals hetzelve jegenwoordig gestaen en gelegen is; de zelfde Molen met toebehoorten actuelyk zynde ten gebruyke van de Proprietarissen, zoo dat den kooper eene maend naer den overslag aen t'gebruyk zal kunnen komen. Staet nu maer op £ 850-0-0 gr."

Eigenaars rond 1830 waren de weduwe van Albert Declerck, meelverkoopster en molenaar Mestdagh, beide uit Brugge.

De staakmolen werd in oktober 1837 vernield in een zware storm. De stad kocht in 1839 de lege molenwal van De Dreete voor 1100 frank van de erfgenamen Naert. Het gedeelte van de Smedenvest tussen de Beenhouwersstraat en de Ezelpoort was het eerste deel van de Brugse stadsvesten die "molenloos" werd gemaakt...

Lieven DENEWET & Jaak A. RAU

Literatuur

Archieven
Stadsarchief Brugge, Registers van de Zestendelen. Sint-Jacobszestendeel, 19e cirkel, f° 1814.
Stadsarchief Brugge, "Biens Communaux" (met het jaar 1839)
Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije, Staten van Goed, 1e reeks, nr. 587

Uitgegeven bronnen
"Gazette van Brugge", 17 germinal jaar VIII.
L. Gilliodts-Van Severen, "Les registres des "Zestendeelen" ou la cadastre de la ville de Bruges de l'année 1580". Brugge 1894, p. 252.

Werken
K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1914-1938.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Jaak A. Rau & Jan D'hondt, "Een eeuw Brugge. Deel 1: 1800-1900", Brugge, Marc Vande Wiele, 2001.
Guillaume Michiels, Iconografie der stad Brugge, III, Brugge, 1968, p. 174
Marc Ryckaert, "Historische Stedenatlas van België", Brussel, 1991.
J.A. Rau & J. D’hondt, "De Brugse parochies. 2. Het leven in Sint-Salvator, Sint-Jacobs, Sint-Gillis", Brugge, 1988, p. 13, 15.
Lucien Bols, "De Grote Schorsemolen op de Brugse stadswallen", Brugge die Scone, 1989, 3, p. 8.
Vanhoutryve A., "Zo leefde Brugge".

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: dinsdag 12 februari 2019

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens