De Molen van Gooikeveld of Broeb(b)elmolen was een houten korenwindmolen op het Gooikeveld, op 400 meter ten zuiden van de kerk. Hij werd in 1861 overgebracht uit Ninove (Kloostermolen, Abdijmolen) door de familie Marin.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1861, opbouw: a) Marin Franciscus Joseph, kamslager te Gooik en b) Marin Franciscus (zoon), kamslager te Gooik
- 10.07.1867, verkoop: a) Marin Francies Joseph, molenaar te Gooik, b) Marin Louis Joseph, te Herfelingen en c) Marin Rosalie, echtgenote De Wee (notaris Devalkeneer)
- 10.07.1867, verkoop: Marin-Van Eeckhoudt Franciscus Jozef, landbouwer te Gooik (notaris Devalkeneer)
- 04.07.1873, erfenis: en kinderen (overlijden van vrouw Van Eeckhoudt)
- 02.04.1883, gift: a) Marin Hortensia (voor naakte eigendom), zonder beroep te Soignies en b) Marin Franciscus Josephus (voor vruchtgebruik), molenaar en kamslager te Gooik (notaris Triest)
- 01.08.1886, verkoop: Menschaert Prosper, molenaar te Aalst (notaris Triest)
- 25.01.1888, verkoop: Van Laethem-Ophalvens Jacobus, molenaar te Gooik (notaris Triest)
- 18.01.1908, erfenis: en kinderen (overlijden van vrouw Ophalvens)
- 13.05.1909, erfenis: Van Laethem-Simons August, molenaar te Gooik (overlijden van Jacobus Van Laethem)

De molen geraakte erg beschadigd in de eerste wereldoorlog, maar de schade werd in 1919 hersteld. In 1935 volgde de afbraak.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Zie ook: Ninove, Kloostermolen, molen Van Lierde

J.-F. Vinckx, "De Molens van ’t Payottenland, in: Eigen Schoon en De Brabander, XIX, 1931, 3-4, p. 86-87 (Gooik Molen van 't Gooikeveld)

De wandelaar, die van uit de dorpskom Zuidwaarts gaat, lacht weldra de molen tegen, die boven hagen en bomen zijn wenkende wieken hem toesteekt. Dat is de molen van ’t Gooikeveld. Hij verheft zich 56 m. boven de zeespiegel. Voor hem ligt, wijd open, de vlakte die zich uitstrekt tussen de hoogten, waarop Gooik en Leerbeek rusten.

Ten jare 1862 heeft een Gooikenaar, Jozef Marin, de molen “in de Walen” gekocht, afgebroken en hier wederopgebouwd. Toen de molen er stond, zegt men, wou men hem voor 600 fr. hoger op, naar Leerbeek toe, verplaatsen. Vader Van Laethem heeft hem van Marin gekocht. Zijn zoon, Staf, is thans de eigenaar.

(afbeelding: Gooik 1930 molen – pentekening Luc. De Weerdt)

J.-F. Vinckx, "De Molens van ’t Payottenland, in: Eigen Schoon en De Brabander, XIX, 1931, 3-4, p. 86-87 (Gooik Molen van 't Gooikeveld)
Moonens Serge, "Het windmolenbestand in Gooik. Eenoverzicht van de 8 Gooikse windmolens", Heemkundige Kring van Gooik, XXIV, 2009, 2 (nr. 84), p. 16-17.
Moonens Serge, "Wiekentaal. De taal van de windmolens", Heemkundige Kring van Gooik, XXIV, 2009, 1 (nr. 83), p. 20-21.
Bernard Roobaert, "Overzicht van de molens van de streek van Edingen met hun oudste vermeldingen", Molenecho's, XXIV, 1996, nr. 3-4, p. 116-180;
B. Roobaert, "Een overzicht van de molens van het Oude Land van Edingen en hun oudste vermeldingen", in: "Het oude Land van Edingen en Omliggende, Herne, jg. XXI, 1993, nr. 2, p. 97-133, ill.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.