Molen van de Konijnenberg
zuidzijde
Everveld
Kabouterberg (vroeger Molenberg)
grens met Wezemaal
De "Molen van de Konijnenberg" was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Mensbergstraat, op het Everveld, op de Kabouterberg (voorheen Molenberg), een heuvel tegen de grens met Wezemaal.
De staakmolen verdween al voor 1712. We zien hem niet meer op de Fricxkaart (1712), de Villaretkaart (1745-1748, wel het toponiem "Meulen Bergh Bos") en de Ferrariskaart (ca. 1775, toponiem "Meulenbergh"). Op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1855) is de molenberg nog te zien.
De molen staat links op de voorgrond afgebeeld op de tekening "Gesight van Gelroij op Arschot" (18de eeuw), bewaard in de collectie Frits Lust van de Fondation Custodia in Parijs. Ook leeft de vrij mysterieuze molen voort in een sage (zie bijlage).
Lieven DENEWET
Sage. De dwergen van de Kabouterberg scherpten de molenstenen
Au village de Gelrode, les paysans montrent une colline, appelée Kabouterberg, dans laquelle sont creusés plusieurs souterrains. Ils soutiennent gravement que ces grottes étaient la demeure des nains, que, lorsque le meunier du lieu avait besoin d'aiguiser sa pierre, il n'avait qu'à la placer à la porte de son moulin avec une beurrée et un verre de bière; qu'alors on voyait arriver de nuit un de ces nains qui, moyennant ce salaire, se chargeait d'aiguiser la pierre, et qu'au lever du soleil le meunier trouvait sa besogne faite. Il en était de même quand il voulait avoir son linge lavé.
Vertaling
In het dorp Gelrode wijzen de boeren een heuvel aan, Kabouterberg genoemd, die met gangen doorgraven is. Zij beweren gemeend dat deze grotten de verblijfplaatsen van dwergen waren. Als de plaatselijke molenaar zijn molensteen gescherpt wilde hebben, dan hoefde hij die slechts te plaatsen aan de molendeur, met een broodje en een glas bier. Dan zag men 's nachts één van deze dwergen aankomen die, voor dat loon, het scherpen van de molensteen op zich nam. Bij zonsopgang vond de molenaar zijn werk volbracht. Het ging net zo als hij zijn linnen gewassen wilde hebben.
- Zegspersonen: enkele boeren van Gelrode (ca. 1830)
- Bron: A. Schayes, "Essai historique sur les usages, les croyances, les traditions, les cérémonies, et pratiques réligieuses et civiles de Belges anciens et modernes", Leuven, 1834, p. 230; overgenomen in: J.W. Wolf, "Niederländische Sagen", Leipzig, 1843, p. 310-311, in: A. De Cock & I. Teirlinck, "Brabantsch Sagenboek. Eerste deel: Mythologische Sagen. Duivelsagen", Gent, 1909, p. 191 (Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, VI, 39) en in: Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX,1992, nr. 2-3, p. 144, 210.
- Sagenmotief: geestenwerled - aardgeesten - verblijfplaats: heuvel - handeling: helpen, werken, 's nachts.
- Molengegevens: zie deze webpagina
Archieven en landkaarten
- Paris, Fondation Custodia, collection Frits Lust, L 1028, inv. n° 9338, "Gesight van Gelroij op Arschot", tekening met bruine inkt, 213x362 mm.
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1778)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1855).
Werken
- M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
- Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993 (niet vermeld).
- Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX,1992, nr. 2-3, p. 144, 210.
- A. Schayes, "Essai historique sur les usages, les croyances, les traditions, les cérémonies, et pratiques réligieuses et civiles de Belges anciens et modernes", Leuven, 1834, p. 230; overgenomen in: J.W. Wolf, "Niederländische Sagen", Leipzig, 1843, p. 310-311 en in: A. De Cock & I. Teirlinck, "Brabantsch Sagenboek. Eerste deel: Mythologische Sagen. Duivelsagen", Gent, 1909, p. 191 (Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, VI, 39).
De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.