Molenzorg

Deinze, Oost-Vlaanderen


Algemeen
Collectie
Verdwenen Belgische Molens
Naam

Vrouwkensmolen

Ligging
Westaarde 2
9800 Deinze

westzijde
hoek met Kouter
3,4 km W v.h. centrum
kadasterperceel A50


toon op kaart
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen, pelmolen
Gebouwd
voor 1462 / 1702 (overgebracht uit Kruishoutem, Lindenveldmolen)
Verdwenen
1915, storm
Beschrijving / geschiedenis

De "Vrouwkensmeulen" was een houten korenwindmolen aan de westzijde van Westaarde (nr. 2), op de hoek met Kouter.

De staakmolen werd  voor het eerst werd vermeld in 1462 en was afhankelijk van de heerlijkheid " het Horensche".

In 1702 werd een nieuwe staakmolen gebouwd: hij werd overgebracht uit Kruishoutem (Lindenveldmolen).

We zien hem aangeduid op:
- Fricxkaart (1712) met benaming "Vrouwkens M(oulin)"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen met de benaming "Vrouwkens Meulen"
- Landboek van Deinze (1784), op een dam ten oosten van het huis.
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) als "Vrouwkens Molen"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Vrouwkens Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) als "Vrouwkens M(oul)in"

In 1889 werd een stoommachine (locomobiel) geplaatst, maar er werd ook nog met de wind gemalen.

Molenmaker Camiel Deseyn, bijgenaamd "De Meulemaker", verongelukte op de molen op woensdagvoormiddag 15 februari 1893. Hij werkte aan de askop en stortte neer. In zijn val klampte hij twee à drie hekstokken van de wiek vast, maar deze latten braken. De molenmaker was op slag dood. Hij was rond de 60 jaar oud en vader van een aantal meerderjarige kinderen.

De staakmolen waaide om in het oorlogsjaar 1915.

Het voormalig molenaarshuis en het gebouw van de mechanische maalderij bestaan nog en zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De woning is een oud boerenhuisje met voortuin en ijzeren hek rechts ervan, leidend naar het erf. Bakstenen straatgevel en gewitte erfgevel op gepikte plint, zes traveeën onder zadeldak. In de tuin is een gewit bakhuisje met houten ankers, onder zadeldak (pannen), uit de 18de eeuw. Rechts van het huis is een bakstenen maalderijgebouw.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van de Genachte Charles Louis, landbouwer te Deinze
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Charles Louis Van de Genachte)
- 25.05.1871, verkoop: Van de Genachte-De Decker Charles Louis, molenaar te Deinze (notaris Bosschaert - goede koornwindmolen)
- 16.08.1899, erfenis: de weduwe (voor vruchtgebruik) en de kinderen (voor naakte eigendom) (kinderen: a) Van de Genachte Sidonie, b) Van de Genachte Marie Clémentine en c) Van de Genachte Sidonius, molenaar te Deinze (overlijden van Charles Louis  jr. Van de Genachte)
- 27.10.1908, einde vruchtgebruik: a) Van de Genachte Sidoenie, b) Van de Genachte Marie Clémentine en c) Van de Genachte Sidonius, molenaar te Deinze (overlijden van de weduwe De Decker van Charles Louis Van de Genachte)
- 13.04.1909; verkoop: Van de Genachte-Lampaert Sidonius, molenaar te Deinze (notaris Janschoot)

Zie ook: Kruishoutem, Lindenveldmolen

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bijlagen

"Het Weekblad van Maldeghem en Zeeuwsch-Vlaanderen", jg. 3, nr. 8, zondag 19 februari 1893.
Deinze. - Woensdag [= 15.02.1893] voormiddag, is zekere Camiel D., bijgenaamd 'De Meulemaker', en molenmaker van stiel, werkzaam zijnde aan de as van den Vrouwkensmolen, op de wijk Kouter alhier, opeens beneden gestort.
De ongelukkige was op den slag dood. In zijnen val heeft hij zich twee, drie maal aan het latwerk der benedenwijzende wiek willen vastklampen, maar telkens brak de lat.
Het slachtoffer was een voorbeeldig werkman, rondom de zestig jaar oud en vader van verscheidene kinderen, die allen groot zijn.

"De Denderbode, 19 februari 1893, p. 2, kol. 4.
- Doodelijke val. - Woensdag [= 15.02.1893] voormiddag, is zekere Camiel D., bijgenaamd 'De Meulemaker', en molenmaker van stiel, werkzaam zijnde aan de as van den Vrouwkensmolen, op de wijk Kouter, te Deinze, opeens beneden gestort.
De ongelukkige was op den slag dood. In zijnen val heeft hij zich twee, drie maal aan het latwerk der naar beneden wijzende wiek willen vastklampen, maar telkens brak de lat.
Het slachtoffer was een voorbeeldig werkman, rondom de zestig jaar oud en vader van verscheidene kinderen, die allen groot zijn. 
Zonderling: het lijk vertoont nergens breuk; hier en daar eene blauwe vlek.
Men begrijpt in welke droefheid het gansch gezin van den ongelukkige door deze ramp gedompeld is.

-------------------------------

Paul Huys, “Drie windmolens op Deinze-buiten (Kouter) in 1788”, in: “Contactblad van de Kring voor geschiedenis en kunst in Deinze en de Leiestreek”, jg. 24, nr. 3, juli-augustus-septembzer 2004, p. 3185-3186 (nr. 1939)

In het Quoteboek van Deinze-Buiten, in oktober 1788 opgemaakt door F.J.D. van Huffel1, staan achteraan de drie windmolens aldaar opgesomd, met hun belastbare opbrengstwaarde. We lezen er:
1788: Joannes vande Genachte2, over den Koorn-Windmolen, genaemd Vrauwkensmolen, die staet op n° 431; gecontribueerd 2 B(under).
1788: Joannes D’Haene tot Wakken, over den Olie-Windmolen, gezeyd den Klepmolen3, staende op n° 257: 1 B(under) 200 Roe(den).
1788: Benedictus van Rechem4, over Den Nieuwen Wind-molen5, zijnde graen- en oliemeulen, gesteld sedert het formeren vanden nieuwen Landboek op de partije land inden Klepkouter n° 259, beginnen werken ten jaere 1788, den welken door Pointers ende zetters getauxeerd is op 2 B(under) 100 Roe(den).
De meulens contribueren tsaemen 6 B(under) 100 Roe(den).
Men zal gemerkt hebben dat naast de Klepmolen (op perceel 257) sedert 1788 een nieuwe molen stond (op perceel 259), d.w.z. in elkaars dichtste nabijheid…
Dit was uiteraard niet naar de zin van de molenaar van de Klepmolen die niet graag zo dichtbij een concurrent-molenaar kreeg. Het kwam dan ook tot een betwisting6, waarover we later nog wel eens berichten.
Intussen nog dit, over de opbrengstwaarde van de drie molens, in onderlinge vergelijking. Het waren allemaal windmolens, maar de ene soort was lucratiever dan de andere. De korenmolen had een opbrengstwaarde (hier uitgedrukt in de tegenwaarde van een grondoppervlakte) van 2 bunder en de oliemolen een waarde van slechts 1 bunder 200 roeden; de nieuwe molen echter, die zowel koren- als graanmolen tegelijk was, kwam uit op 2 bunder 300 roeden. De nieuwkomer was dus inderdaad een zware concurrent.

De som van 2b. + 1b.200r + 2b.300r. = 5b.500r. of 6b.100r. Er gingen m.a.w. 400 (grote) roeden in 1 bunder.

De drie molens hadden dus een onderlinge vergelijkingswaarde van resp. 8 (Vraukensmolen), 6 (Klepmolen) en 11 (Nieuwe molen).

(1) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 232, f° 271-272. Het Quoteboek is, op de laatste folio, gedateerd 18 oktober 1788.

(2) Over molenaar Joannes vande Genachte: zie onze nota 38 in het KOKKontaktblad van november 1981 ( , 5), blz. 43.

(3) In 1796 werd de “Klepmolen ” bemalen door Laurent Vandermoere: zie eveneens KOK Kontaktblad ( , 5), blz. 43.

(4) Over molenaar Bededictus van Rechem zie de Deinse Volkstelling van 1796 (Uitg. VVF-Deinze, 1992, onder nr. 1531).

(5) Zie daarover onze nota nr. 61 in het KOK-Kontaktblad van januari 1982 ( , 1), blz. 58. Op 25.01.1787 had Louis D’hont octrooi bekomen om op de Klepkouter te Deinze een graan- en oliewindmolen op te richten (RAG, Wetachtige Kamer, oud nr. 307).

(6) Zie RAG, Oud archief Deinze, nr. 126 (Onderzoek op Deinze-buiten naar de afstand tussen twee molens a° 1787, met grondplan).

Literatuur

Archieven
Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 126 (Onderzoek op Deinze-buiten naar de afstand tussen twee molens a° 1787, met grondplan).
Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 230 (landboek Deinze van 1784)
Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 232, f° 271-272. Het Quoteboek is, op de laatste folio, gedateerd 18 oktober 1788.

Gedrukte bronnen
- "Het Weekblad van Maldeghem en Zeeuwsch-Vlaanderen", jg. 3, nr. 8, zondag 19 februari 1893
- "De Denderbode", 19.02.1893, p. 2, kol. 4.

Werken
- Paul Huys, “Drie windmolens op Deinze-buiten (Kouter) in 1788”, in: “Contactblad van de Kring voor geschiedenis en kunst in Deinze en de Leiestreek”, jg. 24, nr. 3, juli-augustus-septembzer 2004, p. 3185-3186 (nr. 1939)
- A. Cassiman, Geschiedenis der Stad Deinze, (Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XX-XXI, 1953-1954, p. 166).
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
- Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998;
- Chris Bogaert & Kathleen Lanclus, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N3, Brussel - Turnhout, 1991.
- Goeminne Luc, "Windmolens en rosmolens te Deinze-binnen", in: Geschiedkundige Kring Deinze, jaarboek 2011, p. 91-126.
- Goeminne Luc, De windmolens op Deinze-buiten, Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, LXXI, 2004, p. 481-492.
- Huys Paul, De grafelijke Schoonbergmolen tot 1600, Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, 64, 1997, p. 50 e.v.

Mailberichten
- Aimé Smeyers, 18 april 2013.
- Gilbert Persijn, 17 december 2019.

Stuur uw teksten over deze molen  | 
Stuur uw foto's van deze molen
  
Laatst bijgewerkt: woensdag 18 december 2019

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in database zoek op provincie Stuur een algemene e-mail over molens vorige pagina Home pagina Naar bestaande molens