Meigem (Deinze), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Molen Van der Vennet, Vervennes molen
- Ligging
Berg 19
9800 Meigem (Deinze)
noordzijde 300 m NW v.d. kerk
kadasterperceel A311
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- ca. 1833
- Verdwenen
- 1918 - 16 oktober, oorlog / 1940 - mei, romp vernield / 1948, sloop restant
- Type
- Stenen windmolen
- Functie
- Korenmolen, oliemolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 4012
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen Van der Vennet, in de volksmond "Vervennes molen", was een stenen koren- en oliewindmolen aan de noordzijde van Berg (links van nr. 19), een landelijke straat, die van het dorpscentrum van Meigem in noordwestelijke richting over de Kouter leidt. De molen beheerste de uitgestrekte kouter.
De molen werd opgericht mits een toelating van de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen op 29 april 1834 aan Pieter Jozef Van der Vennet uit Meigem. Dat was een regularisatie want de molen was inmiddels al gebouwd.
Eigenaars na 1830:
- 1834, opbouw: a) Van der Vennet Pieter Jozef, landsman te Meigem, b) Van der Vennet Ursule en c) anderen, landsman te Meigem
- 23.04.1834, verkoop: Van der Sypt Constantin, landbouwer te Poeke (notaris Van Dooren)
- later, eigenaar: Minnens Louis, rentenier te Nevele
- 1846, huurder-molenaar: Van der Vennet Ferdinand
- 06.08.1853, verkoop: Van der Vennet -De Cuyper Pieter, landbouwer en stoker te Meigem (notaris Bossschaert)
- 09.09.1876, erfenis: a) Van der Vennet-De Cuyper Pieter, de weduwe, landbouwster te Meigem en b) Van der Vennet Jan, olieslager te Meigem (overlijden van Pieter Van der Vennet )
- later, eigenaar: Van der Vennet Jan, zonder beroep te Ocquerre (F) (overlijden van de weduwe De Cuyper van Pieter Van der Vennet)
- 1879, huurder-molenaar en olieslager: Gallens Hendrik
- 20.12.1886, verkoop: Van der Vennet Rosalia, geestelijke te Mont-Saint-Amand (F) (notaris De Weerdt)
- 03.02.1898, erfenis: Van der Vennet-Schelstraete Pieter, stoker te Meigem (overlijden van Rosalia Van der Vennet)
- 11.01.1903, erfenis: Van der Vennet Pieter, stoker te Meigem (overlijden van vrouw Schelstraete)
- 11.01.1910, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Pieter Van der Vennet)
- 16.08.1910, deling: Van der Vennet-Voet Emiel, molenaar te Meigem (notarissen Van Roy en Herteleer - o.a. graanmolen)
We zien de molen aangeduid op:
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met een rond grondoppervlak van een stenen molen en met de benaming "Steene molen"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met het algemeen windmolensymbool
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860) met een tekeningetje van een stenen windmolen
In 1846 was Ferdinand Van der Vennet er molenaar en olieslager; in 1879 was dat Hendrik Gallens. Deze liet in de molen, naast de tarwesteen en de 2 koppels roggestenen een koppel pletstenen opstellen.
Een eerste stoommachine werd in 1873 geplaatst. In 1892 kwam Constantinus Van der Vennet op de molen en bouwde naast de windmolen een jeneverstokerij. Boven dit gebouw, waarin de vuurmachine voor de maalderij en stokerij was opgesteld rees een hoge vierkante schouw op, gebouwd door Kamiel De Winne uit Nevele voor de som van 200 frank. Er werd evenwel ook nog met de wind gemalen.
Op 10 oktober 1898 betrekt Emiel Van der Vennet de molen en de stokerij terwijl er geketst werd met 2 soms met 3 muldersgasten. Deze gingen het graan bij de landbouwers ophalen en brachten het meel terug. Het gebeurde soms dat de landbouwer geen weegtoestel bezat, dan werd er een "boerenkluts" gevuld op zicht. Om op de molen kenbaar te maken dat de zakken al of niet gewogen waren, gebruikte men een eenvoudig trucje. Was een zak gewogen op de hoeve dan werd hij heel zacht aan de ophaalreep bevestigd. Was de zak niet gewogen, dan werd aan een reep eens duchtig getrokken. zo werd aan de mulder, die boven in de molen werkzaam was, kenbaar gemaakt dat hij zijn slag kon slaan.
Op 16 oktober 1918 werd deze mooie molen opgeblazen bij de terugtrekking van het Duitse leger. In 1921 richtte Emiel Van der Vennet een mechanische maalderij op naast zijn woning op het dorp. Deze werkte tot in 1941. Wat er van de stenen molen overbleef werd nog een tijd gebruikt als bergplaats. Tenslotte werd alles vernield tijdens de bloedige meidagen van 1940. De laatste resten verdwenen definitief bij het aanleggen van de betonweg in 1948.
Alleen de benaming "steenemolen" op de stafkaarten geeft nog de plaats aan waar de molen eens gestaan heeft.
Lieven DENEWET, Armand BAUWENS & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archiefstukken en landkaarten
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Literatuur
-Armand Bauwens, "De verdwenen molens van Meigem", Het Land van Nevele (Berichtenblad), XII, 1981, 1, p. 402-405.
-Molens in het Land van Nevele, in: Het Land van Nevele, XXII, nr. 4, p. 343 e.v.;
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962)
- Herman Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.
- Bogaert C. & Lanclus K., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N3, Brussel - Turnhout, 1991.
- De Potter F. & Broeckaert J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 4, Gent, 1864-70.
- Stefaan De Groote & Denis Pieters, "Groot-Deinze in oude foto's. Deel 1", Eeklo, 1998, p. 22 en 79.
- Antoine Janssens, "De windmolens van Nevele en randgemeenten", in: BGD, KOK Deinze, jg. 26,1959, p. 99-133.