Mechelen, Vlaanderen - Antwerpen
- Naam
- Gasthuismolen, Moedermeulen, Pennepoelmolen
- Ligging
- Leeuwerikstraat
2800 Mechelen
Berklemveld
Bruine Kruis
Vlaanderen - Antwerpen
- Gebouwd
- voor 1302 / 1667 / 1752
- Verdwenen
- 1830, verplaatst naar Gelrode
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 2416
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Gasthuismolen, Moedermeule of Pennepoelmolen was een houten korenwindmolen op het Berklemveld, achter Bruine Kruis, in de huidige Leeuwerikstraat.
Daar stond al in 1302 een graanwindmolen onder de naam "Gasthuismolen". Als Gasthuismolen werd de molen in de Mechels stadsarchief ook vermeld in 1309, 1358 en 1389. In 1403, 1416, 1419 en 1436 behoorde hij toe aan ridder Jan Schoonjans.
In Mechelse schepenregisters van 1519 komt de benaming "Moedersmolen" voor (in 1521; "Moe(l)dersmolen", in 1591: "Moyersmolen", in 1726 "Moedersmolen").
In 1726 stonden er op Bruine Kruis drie standaardmolens, met de "Moedersmolen" als grootste. Deze werd, naast Gasthuis- en Moedermolen, ook Pennepoelmolen genoemd.
De molen werd herbouwd of grondig hersteld in 1667 (nog zichtbare inscriptie in de standaard op de huidige plaats in Gelrode).
Bij een herbouw in 1752 werd de molen in omvang verkleind omdat de molenkast teveel wind ving. Een inschrift herinnert aan dit feit: "Als men schreef A° MDCCLII. Jan Bapt. Gijsselinckx".
De molen werd in januari 1830 openbaar verkocht, samen met de "Molen van Lier" in de huidige Schijfstraat in dezelfde stad, door notaris Fremie in de Koestraat, ten overstaan van de vrederechter van het kanton noord, in de "Roepzaele voor Notarissen" in deze stad (zie bijalge). Molenaar in 1829 was Henricus (Van) Luyten, die later de Ziekeliedenmolen van Mechelen zou verwerven.
In 1830 kocht Jozef Wuyts de molen en liet hem in 1833 op de Hondsheuvel in Gelrode heropbouwen. In Mechelen werd de Molenberg waarop de molen stond, pas in mei 1864 afgegraven. De benaming Moedermolen werd ook gangbaar op de nieuwe standplaats. De overbrenging in 1833 gebeurde met een schip langs de Dijle en de Demer.
Voor verdere gegevens verwijzen we naar Gelrode, Moedermeule.
Herman HOLEMANS & François VAN DER JEUGHT
Literatuur
Uitgegeven bronnen
Algemeen Aankondigingsblad van Mechelen,G6, nr. 51, zondag 20 december 1829, p. 2 (exemplaar in: Stadsarchief Mechelen). Ons medegedeeld op 9 juli 2014 door de heer François van der Jeught, Mechelen.
Werken
H. Holemans & P. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken-Waas, Ten Bos, 1987, p. 47-48;
G.K. Kockelberg, "De Molens van Mechelen", in: Ons Molenheem, s.l., s.d. [2005], p. 18-20, ill.;
H. Thys, "Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870", in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
M. Kocken, "Mechelen volgens van den Eynde", Mechelen, 1982, p. 168.
P. Lemmens, "Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Borgerhout, 1963. Overdruk uit het Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, 1963, X, nummer 4.
E. D(e) K(inderen), "De Moedermolen te Gelrode", in: De Belgische Molenaar, LXXI, 1976, p. 266-267;
T.J. Gerits, "Over de windmolen van Gelrode", in: Het Oude Land van Aarschot, VI, 1971, p. 15-17;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993;
E. Op de Beeck, "De Aarschotse molens", in: Brabant, Maandelijks tijdschrift van de Toeristische Federatie van de provincie Brabant. Nederlanstalige gemeenschap, Brussel, 1987, nr. 3 (april), p. 37-40, ill.;
A. Coeck, "Gelrode-Aarschot", in: Ons Heem, jg. XX, 1966, nr. 4, Hooimaand, p. 174;
[J.] W[eyns], "Molen van Gelrode naar Aarschot", in Ons Heem, Tweede molennummer, jg. 18 (1964), nr. 3-4, p. 118.
Mailberichten
François Van der Jeught, Mechelen, 25.10.2016.