Zétrud-Lumay (Jodoigne), WalloniĆ« - Waals-Brabant
- Naam
- Moulin de Lumay, Le Moulin
- Ligging
- Rue du Relais 23
1370 Zétrud-Lumay (Jodoigne)
Lumay
op de Grote Gete (Grande Ghète)
kadasterperceel A115
Walloniƫ - Waals-Brabant
- Geo positie
- 50.759155, 4.883242 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Gemeente Jodoigne
- Gebouwd
- Voor 1400, herbouwd o.a. in 1855 en 1907
- Type
- Turbine watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Tijdelijk ook elektriciteitsopwekking
- Gevlucht/Rad
- Turbine
- Inrichting
- Drijfwerk nog aanwezig
- Toestand
- Ingericht als cultureel centrum; turbine en drijfwerk nog aanwezig
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Als Maison des Jeunes et de la Culture, tel. 010 81 20 37
- Database nummer
- 738
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Moulin de Lumay is een watermolen die vroeger met een onderslagrad en thans met een turbine is uitgerust. Hij staat in de rue de Relais 23, op de Grote Gete (Grande Gèthe).
De molen werd opgericht voor 1400. De molen hoorde altijd toe aan de heren van het dorp. Op 4 september 1635 werd hij door Antoinette de Hosdijn, weduwe van Antoine de Longueval, verpacht aan Jan De Pape voor een termijn van 9 jaar mits betaling van een bedrag van 200 Rijngulden en 4 pond suiker. De Pape verbond er zich toe de molen in goede staat achter te laten bij het einde van de pachttijd. In 1753 werd het bedrijf verhuurd aan Gérard le Begge voor 500 gulden per jaar.
Propriétaires après 1830:
- avant 1834, propriétaire: a) d'Astier comtesse Marie Marthe Théodore en b) d'Astier comtesse Marie Louise, à Lumay
- 15.03.1864, héritage: a) d'Astier comtesse Marie Louise, rentier à Zétrud-Lumay en b) de Légillon Clémence echtgenote de Limburg-Stirum Samuël, propriétaire à Zétrud-Lumay (décès de Marie Marthe d'Astier)
- 15.10.1881, héritage: de Limburg Stirum-Légillon Samuël Marie Joseph François, propriétaire à Zétrud-Lumay (décès de Marie Louise d'Astier)
- 14.11.1891, partage: de Limburg Stirum-van der Dilft de Borgvliet comte Albert Guillaume Florent Marie Joseph, propriétaire à Zétrud-Lumay (notaire à Pastur)
- 04.12.1906, vente: Coenen-Van Autgaerden Théophile Mathieu, propriétaire à Zétrud-Lumay (notaire Brion)
- 13.01.1911, héritage: en de kinderen (enfants: a) Coenen Jean, brasseur à Zétrud-Lumay, b) Coenen Florence, echtgenote Falla Théophile, sans métier à Landen, c) Coenen Philemon, handelsagent à Jodoigne, d) Coenen Joseph, handelsagent à Jodoigne, e) Coenen Gabrielle, echtgenote Ugem, maatschappijsecretaris à Ixelles (décès du femme Van Autgaerden)
- 11.11.1912, héritage: les enfants (décès de Théophile Coenen)
- 12.12.1912, vente: Falkemberg-Miéret Zéphérin Joseph, brasseur à Zétrud-Lumay (notaires Martin et Charlot - "moulin avec turbine")
- 01.10.1932, héritage: a) Falkemberg-Miéret Zéphérin, la veuve, brasseuse te Zétrud-Lumay et b) Falkemberg-Forain Raymond Auguste Joseph, industriel à Zétrud-Lumay (décès de Zéphérin Falkemberg)
- 11.01.1936, héritage: Falkemberg-Forain Raymond Auguste Joseph, industriel à Zétrud-Lumay
- 10.06.1950, héritage: a) Robert-Falkemberg Fernand Florian Jean (1/2 volle eigendom + 1/4 naakte eigendom), à Hoegaarden en b) Falkemberg-Forain Raymond Auguste Joseph (1/4 volle eigendom, 1/4 usufruit), la veuve, à Zétrud-Lumay
- 23.03.1950, vente: Dubois-Pauwels Marcel Jean Joseph Marie, meunier à Zétrud-Lumay (notaire Dandoy)
- 30.08.1960, vente: a) Van Uytven Henricus (1/2 volle eigendom), bediende à Zétrud-Lumay (notaire Monnoyer)
- 26.11.1971, vente: Claes-Lallemand Victor Emile, laboureur à L'Ecluse (notaris Dandoy)
- 2015, propriétaire: asbl Défense culturelle de la communauté lumaytois
De molen werd in 1855 grondig verbouwd. In 1897 werd een stoommachine geplaatst, maar er werd ook nog gebruik gemaaktvan waterkracht. In 1903 werd een brouwerij op de site gebouwd. De watermolen werd in 1907 herbouwd en van een turbine voorzien.
De molen werd aanzienlijk beschadigd bij de doortocht van de Duitsers in mei 1940. De herstellingen werden in 1942 voltooid. De laatste molenaar was Jacques Lallemand (°1930), die de molen tot in de jaren 1970 in werking hield. De molen werd later ingericht als café, thans als cultureel centrum en evenementenzaal (Maison des Jeunes et de la Culture).
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
------------------
Le moulin de Lumay sur la grande Gèthe était un moulin à farine mû par une roue hydraulique de la force de 10 chevaux et dont le radier (clou de jauges) est établi au niveau de 54,32 m. La chute d'eau était seulement 0,43 m. Ce moulin à farine appartenait aux seigneurs du village.
En 1635, Antoinette de Hosdyn veuve d'Antoine de Longueval, affermait le moulin à Jean De Pape, bourgeois de Tirlemeont. En 1735, l'usine était à deux torunants et était loué à Gérard Le Begge.
En 1753, Jean-Baptiste de Diest, qui affermait le moulin, prétendit que le moulin est insuffisant et qu'en cas de manque d'eau les villageois devaient conduire leurs grains à une lieue et demi de distance, à Heylissem ou à Hoegaarden. Le gouvernement autrichien l'autorisa à construire à Zétrud-Lumay, un moulin à vent. Mais cette construction ne s'éleva pas ou disparut très vite, car en 1780, la concession accordée fut supprimée.
Au début du XXe siècle, une turbine remplaça la roue hydraulique.
Après la guerre de 1914-1918, l'usine produit du courant électrique pour le village.
Le dernier meunier fut Jacques Lallemand.
Aujourd'hui, le moulin est devenu centre culturel.
Literatuur
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 8: arrondissement Nijvel (P-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 2003; M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Léon Capelle e.a., "Moulins à eau brabançons ayant existé entre le XIIe et le XXe siècle de Perwez à Jodoigne", Petit-Rosière, Histoire et Civilisation en Brabant asbl, 1994, p. 66-67
J. Tarlier & A. Wauters, "Géographie et histoire des communes belges. La Belgique ancienne et moderne. Province de Brabant, Canton de Jodoigne", Bruxelles, 1872.
Mémorial administratif de 1858
Mailbericht Ton Slings, Heerlen, 06.12.2012.
Mailbericht Claude Kinnar, Zétrud-Lummay, 01.02.2016.