Meldert (Hoegaarden), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Oude Molen, Molen van Meldert, Molen van Doppelt
- Ligging
- Molenstraat 24
3320 Meldert (Hoegaarden)
op het einde van deze straat
op de Molenbeek of Mene
grens met Hoksem
kadasterperceel A537
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.795807, 4.848796 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- Voor 1408 / voor 1747 / 1855
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Bakstenen gebouw
- Gevlucht/Rad
- Bovenslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Nog als gebouw
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op afspraak
- Database nummer
- 2020
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Oude Molen te Meldert is een watermolen met bovenslagrad op de Molenbeek of Mene, in de Molenstraat 24, op de grens tussen Hoksem en Meldert, op 1,1 km ten noordoosten van de kerk van Meldert, op 62,02 meter boven de zeespiegel,
De watermolen werd, met een grote vijver, voor het eerst vermeld in 1408, samen met de vermelding van de gotische donjon of versterkte woning van de heren van Meldert ("fortallicium dictum blochuys"). Zowel de donjon als de molen hadden toebehoord aan Gautier vander Quaderbruggen. Deze goederen waren vervolgens in bezit gekomen van Jean de Molenbais, heer van Linsmeau, maar op 20 juli 1408 diende deze laatste ze af te staan aan Hendrik van Wencsele om een schuld van 300 Rijnse gulden af te lossen.
In 1426 was Lybrecht van Meldert eigenaar van de molen van Meldert. Het is echter niet duidelijk of het hier de vader dan wel de zoon betrof. Volgens een document van 10 oktober 1440 blijkt wel dat eerst Lybrecht, vader (1356-1428) en vervolgens Lybrecht, zoon (1425-84) de watermolen van Meldert in erfpacht hadden van de hertog van Brabant. Deze zijn ook de eerste van Melderts die in de archieven als de eigenaars van de donjon zijn beschreven. Lybrecht, zoon, had de watermolen laten vervallen en daarom weigerde hij de verschuldigde cijns aan de hertog te betalen. Deze verplichtte hem echter de molen te laten herstellen en te onderhouden en bovendien ook de cijns te betalen. Lybrecht verkreeg echter wel een kwijtschelding voor een periode van twee jaar.
Dit document geeft een gedetailleerde beschrijving van de plichten en rechten verbonden aan de erfpacht.
Het Archief Vander Noot bevat een lijst van de leenverheffingen door de d'Oyenbrugghes tussen 1591 en 1682 voor de watermolen van Meldert en de erbij horende vijver: "Den eersten julij 1591 vercrijght den heere Willem van Oijenbrugge, geheten van Duras, ridder ende gouverneur van Bouillon, heere van Meldert, etc. tegens joncheere Willem van Baronage, heer an Mauwe, den waetermolen, geheten ter Doppelt, metten wauwere ende alle haere toebehoorten daer aen, gelegen te Meldert, bestaende in een volle leen..."
In 1723 was de toenmalige baron van Meldert, Jean Joseph Philippe Vander Noot, voor de watermolen leenplichtig aan de hertog van Aarschot: ""4 januarij 1723 ... den watermolen geheeten Ter Doppelt, tot Meldert, met den wauwere ende alle andere syne toebehoorten daer aen geleghen, bestaende in een volle leen van Heverle, ten behoeven van den edelen heer Jan Joseph Philippe vander Noot, Baron van Meldert..."
In 1724 huurde Philippe Chaltain van Philippe François Vander Noot de grote vijver en het terrein waar eens de molen had gestaan. Hij moest de molen wederopbouwen en de vijver uitdiepen tot vier voet. Aangezien hij al deze werken op eigen kosten had uitgevoerd vond hij dat de heer van Meldert op de molen geen eigendomsrechten meer kon laten gelden.
Volgens de Ferrariskaart van ca. 1775 lag de molen op een bijpas, die liep langs twee spaarvijvers, stroomopwaarts van de molen gelegen. Deze toestand bleef minstens tot ca. 1843-'47 bestaan. Naast het molengebouw-woonhuis waren er nog vier kleinere annexen. Vanaf ca. 1860 was de bijpas stroomopwaarts van de molen verbreed tot een kanaal-spaarbekken, terwijl men de grootste van de twee vijvers gedempt had. De molengebouwen hadden al hun huidige schikking aangenomen. Dezelfde situatie bestond nog steeds rond 1884, maar de samenvloeiing met de Molenbeek was toen meer stroomafwaarts gesitueerd. Vandaag is de bijpas stroomopwaarts van de molen verdwenen, maar stroomafwaarts loopt de Molenbeek nu zelf op de plaats van de voormalige bijpas. De huidige dode rivierarm ten oosten van de molen volgt een deel van het oude Molenbeektracé.
Deze molen werd voor 1747 en in 1855 herbouwd.
Het was vroeger een dubbele graanmolen, gedeeltelijk in leen van de heerlijkheid van Bierbeek, gedeeltelijk in pacht van het hertogelijk domein.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenar: Chaltin Jean Joseph, molenaar te Meldert
- 02.06.1852, verkoop: d'Oultremont de Duras - de Copis Adrien Eugène Paul, rentenier te Meldert (notaris Janssen)
- 25.04.1889, gift: de Beeckman-d'Oultremont de Duras Albertus Marie Ghislain Leo, de weduwe en de kinderen, eigenares te Brussel (notais Roberti)
In 1906 werd een petrolmotor geplaatst en in 1919 een gasmotor, maar er werd ook nog gebruik gemaakt van waterkracht. In 1927 werd de watermolen ontmanteld.
Het waterrad, dat een vermogen had van 6 PK, is verwijderd. Het enige wat nog verwijst naar zijn functie als molen zijn: het gebouw, de molensteen opzij van de oprit en een vijver (spaarbekken) op ca. 50 meter. De molengebouwen zijn volledig gerenoveerd.
Lieven DENEWET, Frank DOPERE & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Leuven, "Archief Vander Noot", nr. 303: "Vercryge vanden molen van Meldert, gelegen ter Doppelt, gedaen bij heer Librecht van Meldert: n. 79; coop vanden molen van Meldert" (10 oktober 1440, afschrift van 6 augustus 1630 door notaris G. du Prenne); Reliefs du moulin de Meldert (17e s., 1591-1682); "Verheff voor de heere baron van Meldert van den moeln van d'Oppelt geleghen tot Meldert, leen aen syn Escellence den Hertoch van Aerschot" (1723).
Rijksarchief Leuven, "Archief Vander Noot", nr. 304 (akten van 1735 en 1736.
Gedrukte bronnen
A. Uyttebrouck & A. Graffart, "Inventaire des archives du prieuré de Val-Duchesse à Auderghem (Inventaire analytique des archives écclésiastiques du Brabant, 2e série: établissements religieux, 2), Brussel, 1979, p. 91, nr. 206 (akte van 1408).
Werken
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961, p. 122.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 5: arrondissement Leuven (M-Z)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1994, p. 11-12.
Groot Wandelboek van Vlaanderen - tocht 37 "Hoegaarden",p. 205.
F. Doperé, "De watermolens te Hoegaarden. Een technisch-historische benadering", in: Jaarboek-Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, jg. 31 (1991), p. 3-86, ill. plans.
F. Doperé, "Meldert (Brabant). De gotische donjon van de heren van Meldert. Architecturaal onderzoek", in: Jaarboek van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, XXI, 1981? p. 243-262.
F. Doperé, "Meldert (Brabant). De donjon van de heren van Meldert,. Archeologisch onderzoek, in Id., XXIII, 1983, p. 139-197.
"Meldert. Voormalige heerlijkheid van het hertogdom Brabant. KUnst en Geschiedenis" (tentoonstellingscatalogus).
F. Doperé, "De donjon van de heren van Meldert", in: Het Brabants Kasteel, 3/4, 1984, p. 3-16.
F. Doperé & W. Ubregts, "De donjon in Vlaanderen. Architectuur en wooncultuur", Brussel-Leuven, 1991, p. 199.
Persberichten
Raymond Billen, "Vertellers bundelen oude verhalen over vernieuwde watermolens", Het Nieuwsblad, 22.10.2016.Pers
Mailberichten
Ton Slings, Heerlen, 06.12.2012.