Grimbergen, Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- s-Gravenmolen, Malemolen
- Ligging
- 's-Gravenmolenstraat
1850 Grimbergen
op de Maalbeek
kadasterperceel G19
LC 149.05 O en 180.24 N
50°53'57"N 4°21'19"O
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.933270, 4.359157 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- voor 1220 / voor 1403
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Bak- en natuurstenen gebouw dwars op de waterloop
- Gevlucht/Rad
- Metalen onderslagrad
- Inrichting
- Nog gedeeltelijk
- Toestand
- Gerenoveerd tot woonhuis
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
09.07.1980 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 974
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De 's-Gravenmolen ontleent zijn naam aan de graven van Grimbergen. Hij is de oudste van de nu nog bestaande molens langs de Maalbeek. De oudste vermelding uit 1220 geeft echter Molenbeek. Pas in de zeventiende eeuw werd de benaming 'Maelbeke' gangbaar. In de volksmond heette een beek met vele molens Maalbeek dit is een variante van Molenbeek . Een andere betekenis van 'Maal' is grens van een rechtsgebied (een maalschap of ban). Zo was de 's-Gravenmolen oorspronkelijk een banmolen waar de inwoners van het rechtsgebied verplicht waren hun koren te laten malen. In tegenstelling tot de andere molens was deze molen eigendom van de graven van Grimbergen, vandaar 's-Gravenmolen. ook dit wijst op de oude oorsprong van de molen.
Volgens één van de oudste cijnsboeken was een zekere Gerard van Balet, eigenaar. Vanaf 1400 worden de graven als eigenaar vermeld. Jan van Aa, heer van Grimbergen, had een dochter Johanna die in het huwelijk trad met Hendrik van Boutersem, beter bekend onder de naam Hendrik van Bergen, omdat hij markgraaf of markies van Bergen-op-Zoom was. Hij was vermaard en zeer welstellend. Als seneschalk van Brabant, of eerste rechtsdienaar van het hertogdom, waagde hij het Jan IV, hertog van Brabant, het hoofd te bieden. ln 1401 kwam zijn dochter Johanna in het bezit van het Land van Grimbergen. Zij huwde Jan, heer van Glymes, in 1418. Hun vierde zoon, Filips, erfde Grimbergen.
In de tiendboeken van prelaat A. Spira uit 1559-1560, lezen we: «De heer van Grimbergen heer Ferry van Glymes bij successie van heer Joost van Glymes over heer Roelant van Glymes over heer Jacob van Glymes van een watermuelen met zijn toebehoorten gheheeten 'den Malemuelen' comende met ter eenderzijde teghen 's-Herenstrate alsoe men na(ar) Meys gaet, metter tweeder aen den Dam des voorschreven Heer, metter derde zijde aen den veirvanek van Michiel van de Troncke». De te betalen cijns bedraagt twaalf Leuvense penningen. Zoals we al in andere oude teksten opgemerkt hebben, moet de opeenvolging van de eigenaars in omgekeerde volgorde gelezen worden, aangezien 'over' naar de vroegere eigenaars verwijst. De eerste is dus de laatste in de context van het citaat.
Toen pastoor Heylen van Grimbergen op het einde van de achttiende eeuw op de vlucht ging voor de Franse kerkvervolgers verbleef hij enige tijd op de 's-Gravenmolen, bij Niclaas de Muylder uit Koningslo en zijn vrouw Angelina Steppé uit Grimbergen. In 1798 moest hij de molen verlaten omdat in het gezin De Muylder-Steppé op 1 februari een zoontje, Sebastiaan, geboren werd en de moeder enkele weken de kamer nodig had die pastoor Heylen betrok. Sebastiaan werd op 2 februari op de 's-Gravenmolen gedoopt. Pastoor Heylen las uit dankbaarheid nog de Heilige Mis voor de molenaarsfamilie en nam daarna zijn intrek op het pachthof van Willem van Beneden.
Rond 1845 was Jan van der Borght maalder op de 's Gravenmolen. In 1875 kocht Jan de Crée voor iets meer dan 9000 frank de molen en aanpalend land van de graaf van Merode en vestigde er zich als molenaar.
Jan de Crée liet in 1897 een stoommachine plaatsen, maar maalde ook nog met waterkracht.
In 1911 werd hij opgevolgd door Louis Thomas die voor de molen 17.300 frank betaalde. Voorheen huurde hij de Amelgemmolen te Wemmel. Louis Thomas verbouwde de 's-Gravenmolen in 1912 en het houten rad werd door een metalen vervangen. Zijn zoon Frans huwde de dochter van Hendrik Van Deuren, molenaar van de Liermolen. In 1927 kwam Frans in de molen door een ongeluk om het leven. Zijn weduwe Maria van Deuren dreef de zaak verder tot 1949, jaar waarin ze overleed. Haar zoon Louis Thomas nam toen de zaak in handen en maakte er een industriemolen van. Hij maalde nu rechtstreeks voor de bakkerijen. De bekende bloemmolens namen dit niet en schakelden de 's-Gravenmolen uit door het handelsfonds van de molen af te kopen en de binneninstallatie ervan te vernietigen. Louis Thomas week uit naar Ganshoren waar hij bakker werd. Na het overlijden van haar man verkocht de weduwe Thomas in 1969 de gebouwen aan Claude Rouvroy, die de molen grondig verbouwde.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: de Mérode de Westerloo, graaf te Everberg
- 1846, erfenis: de Mérode de Westerloo graaf Henricus Maria, te Brussel
- 23.09.1847, erfenis: de kinderen (overlijden van Henricus de Mérode de Westerloo)
- 16.02.1850, deling: de Mérode de Westerloo Carolus Antonius, rentenier te Westerlo (notaris Peeters)
- 21.12.1875, verkoop: de Crée-Van de Velde Joannes Franciscus, landbouwer te Grimbergen (notaris De Ruydts)
- 28.05.1889, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden vvan Joannes de Crée)
- 16.10.1907, deling: a) De Crée Jozef Norbert (voor naakte eigendom), landbouwer te Grimbergen en b) De Crée-Van de Velde Joannes Franciscus, de weduwe en kinderen (voor vruchtgebruik), landbouwster te Grimbergen (overlijden van Jozef Norbert de Crée)
- 22.04.1909, erfenis: a) De Crée Joseph Norbert, de erfgenamen (voor 3/4 naakte eigendom) en b) De Crée-Van de Velde Jan Frans, de weduwe (voor 1/4 volle eigendom en voor 3/4 vruchtgebruik)
- 18.02.1911, erfenis: de Crée Jozef Norbert, de erfgenamen (overlijden van de weduwe van Jan Frans de Crée)
- 09.10.1911, verkoop: Thomas-Van Aesbroeck Petrus Lodewijk, molenaar te Grimbergen (notaris Goossens)
- 06.04.1926, gift: Thomas-Van Deuren Frans, molenaar te Grimbergen (notaris Ceyssens)
- 05.12.1927, begin vruchtgebruik: a) Thomas Lodewijk Hendrik René (voor 1/2 naakte eigendom), molenaar te Grimbergen en b) Thomas-Van Deuren Frans, de weduwe (voor 1/2 volle eigendom en voor 1/2 vruchtgebruik), eigenares te Grimbergen (overlijden van Frans Thomas)
- 19.05.1949, erfenis: Thomas-Versaen Louis Henri Rosa, molenaar te Grimbergen (overlijden van de weduwe Maria Van Deuren van Frans Thomas)
- 14.12.1964, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Louis Thomas)
- 18.09.1969, deling: Rouvroy-Delplanque Claude Robert, fabrikant te Brussel (notaris Raspe)
Pas in 1912 werd het oorspronkelijk houten onderslagrad vervangen door een metalen.
Rond 1950 maakte Louis Thomas er een industriële molen van. De molen bleef in werking tot in 1964, op het einde enkel nog elektrisch. Louis Thomas was inmiddels bakker geworden in Koekelberg. De molen werd op 9 juli 1980 als monument en als dorps- en stadsgezicht beschermd
Het gebouw bleef goed onderhouden, maar brandde af op 8 februari 1991. De molen geraakte hierna volledig in verval, kwam in andere handen en werd omgebouwd tot woonhuis. Van het waterrad blijven nog enkel de spaken over. De nabijgelegen Brasserie 's Gravenmolen (www.gravenmolen.be) is niet de watermolen!
Lieven DENEWET, Daniël DELESTRE & Herman HOLEMANS
Aanvullende informatie
Daniël J. Delestré, "Uit het Verleden van Grimbergen", deel II, bewerkte en geannoteerde uitgave door de leden van 'Eigen Schoon', Heemkundige Kring 'Eigen Schoon' en Abdijgemeenschap der Norbertijnen, Grimbergen 1987, p. 83-89
De 's-Gravenmolen
De 's-Gravenmolen is de oudste van de nu nog bestaande molens langs de Maalbeek. De oudste vermelding uit 1220 (150) geeft echter Molenbeek. Pas in de zeventiende eeuw werd de benaming 'Maelbeke' gangbaar. In de volksmond heette een beek met vele molens Maalbeek dit is een variante van Molenbeek . Een andere betekenis van 'Maal' is grens van een rechtsgebied (een maalschap of ban). Zo was de 's-Gravenmolen oorspronkelijk een banmolen waar de inwoners van het rechtsgebied verplicht waren hun koren te laten malen. In tegenstelling tot de andere molens was deze molen eigendom van de graven van Grimbergen, vandaar 's-Gravenmolen. ook dit wijst op de oude oorsprong van de molen.
Volgens één van de oudste cijnsboeken was een zekere Gerard van Balet, eigenaar. Vanaf 1400 worden de graven als eigenaar vermeld. Jan van Aa (151), heer van Grimbergen, had een dochter Johanna die in het huwelijk trad met Hendrik van Boutersem, beter bekend onder de naam Hendrik van Bergen, omdat hij markgraaf of markies van Bergen-op-Zoom was. Hij was vermaard en zeer welstellend. Als seneschalk van Brabant, of eerste rechtsdienaar van het hertogdom, waagde hij het Jan IV, hertog van Brabant, het hoofd te bieden. ln 1401 kwam zijn dochter Johanna in het bezit van het Land van Grimbergen. Zij huwde Jan, heer van Glymes, in 1418. Hun vierde zoon, Filips, erfde Grimbergen (152).
In de tiendboeken van prelaat A. Spira uit 1559-1560, lezen we: «De heer van Grimbergen heer Ferry van Glymes bij successie van heer Joost van Glymes over heer Roelant van Glymes over heer Jacob van Glymes van een watermuelen met zijn toebehoorten gheheeten 'den Malemuelen' comende met ter eenderzijde teghen 's-Herenstrate alsoe men na(ar) Meys gaet, metter tweeder aen den Dam des voorschreven Heer, metter derde zijde aen den veirvanek (153) van Michiel van de Troncke». De te betalen cijns bedraagt twaalf Leuvense penningen (154). Zoals we al in andere oude teksten opgemerkt hebben, moet de opeenvolging van de eigenaars in omgekeerde volgorde gelezen worden, aangezien 'over' naar de vroegere eigenaars verwijst. De eerste is dus de laatste in de context van het citaat.
Toen pastoor Heylen van Grimbergen op het einde van de achttiende eeuw op de vlucht ging voor de Franse kerkvervolgers verbleef hij enige tijd op de 's-Gravenmolen, bij Niclaas de Muylder uit Koningslo en zijn vrouw Angelina Steppé uit Grimbergen (155). In 1798 moest hij de molen verlaten omdat in het gezin De Muylder-Steppé op 1 februari een zoontje, Sebastiaan, geboren werd en de moeder enkele weken de kamer nodig had die pastoor Heylen betrok. Sebastiaan werd op 2 februari op de 's-Gravenmolen gedoopt. Pastoor Heylen las uit dankbaarheid nog de Heilige Mis voor de molenaarsfamilie en nam daarna zijn intrek op het pachthof van Willem van Beneden (156).
Omstreeks 1845 was Jan van der Borght maalder op de 's Gravenmolen. In 1875 kocht Jan de Crée voor iets meer dan negen duizend frank de molen en aanpalend land van de graaf van Merode en vestigde er zich als molenaar. In 1911 werd hij opgevolgd door Lodewijk Thomas die voor de molen zeventienduizend driehonderd frank betaalde. Voorheen huurde hij de Amelgemmolen te Wemmel. Lodewijk Thomas verbouwde de 's-Gravenmolen in 1912 en het houten rad werd door een metalen vervangen. Zijn zoon Frans huwde de dochter van Hendrik van Deuren, molenaar van de Liermolen. In 1927 kwam Frans in de molen door een ongeluk om het leven. Zijn weduwe Maria van Deuren dreef de zaak verder tot 1949, jaar waarin ze overleed. Haar zoon Louis Thomas nam toen de zaak in handen en maakte er een industriemolen van. Hij maalde nu rechtstreeks voor de bakkerijen. De bekende bloemmolens namen dit niet en schakelden de 's-Gravenmolen uit door het handelsfonds van de molen af te kopen en de binneninstallatie ervan te vernietigen. Louis Thomas week uit naar Ganshoren waar hij bakker werd. Na het overlijden van haar man verkocht de weduwe Thomas in 1969 de gebouwen aan Claude Rouvroy, die de molen grondig verbouwde (157).
(150) M. BUELENS, Toponymie Strombeek, op. cit., blz. 91, nr. 365 onder Molenbeek (oudste vermeldingen: 1220, 1221, 1421, enz...: Molenbeke, Molebeke) en nr. 336 onder Maalbeek (oudste vermeldingen: 1643, 1732 Maelbeke en 1743 Malbeke).
(151) De naam 'Van Aa' leeft nog voort in de benaming 'Bos van Aa' te Zemst.
(152) De dochter van deze laatste, Jacqueline, huwde Hendrik van Withem uit Beersel. Hun graftombe bevindt zich nu nog in de kerk van Beersel.
(153) M. MARTENS, Le Censier ducal pour l'Ammanie de Bruxelles de 1321, Brussel, 1959, blz. 376: voervang, voervanghe, vorvanghe: espace situé devant une maison ou un immeuble et pris sur la voie publique. Voir glossaire néerlandais: voerhoede.
-----------------------------
Sigurd De Ridder, "Overstromingsgebied in Grimbergen kan toevloed niet aan", in: grimbergs.net, 14.11.2010. Om 16.45 uur heeft de gemeente Grimbergen het gemeentelijk rampenplan afgekondigd. Ten gevolge van de overstroming van het bufferbekken opwaarts de Maalbeek staan volgende straten in Grimbergen onder water: de Noodbeekstraat (onderste gedeelte), de 's Gravenmolenstraat, de Van Akenstraat, de Rietvoorn, de Molenbeekvoetweg, de Rijkenhoekstraat en de Tommenmolenstraat. Het water in enkele straten staat 1,5 meter hoog. Er werden mensen geëvacueerd met een bootwagen. De brandweer heeft ook de nodige middelen ingezet en heeft pompen gelegd in woningen, die onder water staan. Op plaatsen waar evacuatie zich opdringt, worden de nodige maatregelen getroffen en wordt er meteen gezorgd voor opvang van de getroffen inwoners. "De inwoners, die niet naar familie of vrienden kunnen, worden opgevangen in het woonzorgcentrum ‘Ter Biest'. Momenteel heeft iedereen een onderkomen gevonden", zegt Marleen Mertens, Burgemeester van Grimbergen. Burgemeester Marleen Mertens kwam samen met de bevoegde schepen, Chris Selleslagh, persoonlijk polshoogte nemen. Burgemeester Mertens :"We gaan trachten om een dam te bouwen met zandzakjes, in het weiland achter de huizen, zodat het water van het overstromingsgebied niet in de huizen van de mensen loopt, maar in de richting van de Maalbeek zou vloeien". Een eerste dam van zandzakken op de rand van het overstromingsgebied bleken niet genoeg. Chris Selleslagh: "We hebben eerst getracht om met een dam van zandzakken, het water binnen het overstromingsgebied te houden. Omdat de situatie erger werd moet deze dam van zandzakken noodgedwongen afgebroken worden". Schepen Selleslagh stak zelf ook een hand toe aan de afbraak. Zowel de Grimbergse Burgemeester Mertens, Schepen Selleslagh als het hoofd van de Grimbergse Politie zijn heel de dag in de weer geweest voor de getroffen inwoners. Ze keken nu en dan machteloos toe, hoe het water de overhand nam. In de loodsen op het Grimbergse vliegveld zijn mensen al de hele dag zandzakken aan het vullen. Wellicht zijn er nu al zandzakken te kort om iedereen te kunnen helpen. En het is nog niet voorbij, de komende uren zal het water nog stijgen. Het wateroverstromingsgebied van de Maalbeek in Grimbergen kan de toevloed van water niet meer aan. Sinds zaterdagnamiddag stroomt het overstromingsgebied aan het Nekkerbos over. Over een lengte van maar liefst 200 meter, stroomt het water over de velden de naburige straten in. Het ergst getroffen zijn de Noodbeekstraat, de 's Gravenmolenstraat, de Molenbeekvoetweg en de Stekelbaarsstraat. Naarmate het avond werd, vielen ook de Van Akenstraat, de Rietvoorn , de Rijkenhoekstraat en de Tommenmolenstraat ten prooi van het wassende water.
"Vannacht en morgen zal het nog stevig regenen", zegt weerman Frank Deboosere. Hij verwacht nog tot maandag wateroverlast, zeker in het centrum van het land. De gemeente Grimbergen volgt de situatie op de voet op. Ook de provincie Vlaams-Brabant kondigde het provinciaal rampenplan af. De hevige regenval zorgt voor wateroverlast in aan aantal Vlaams-Brabantse gemeenten. Daarom werd omstreeks 17 uur het provinciale rampenplan afgekondigd. Het provinciale crisiscomitée is samengekomen in het provinciale crisiscentrum in de brandweerkazerne van Leuven. De gouverneur De Witte coordineert de acties. Het provinciale crisiscomitée bestaat uit vertegenwoordigers van defensie, de civiele bescherming, vertegenwoordigers van alle Vlaams-Brabantse brandweerzones, politie en vertegenwoordigers van de waterbeheerders, de Vlaams Milieumaatschappij en de provincie Vlaams-Brabant. Daarnaast zijn er ook vertegenwoordigers van de getroffen gemeenten en van de gemeenten waar men spoedig problemen verwacht. Het gaat om Londerzeel, Meise, Merchtem, Grimbergen, Ternat, Halle, Lennik, Herne, Gooik, Zemst, Affligem en Rotselaar. De taken van het crisiscomitée zijn het in kaart brengen van de problemen en het inventariseren van de noden. Gisteren al kondigde de Vlaamse Milieumaatschappij aan dat de hevige regenval op verschillende plaatsen problemen zou veroorzaken en dat is niet gelogen. Het wateroverstromigsgebied van deMaalbeek in Grimbergen In het verleden had de Maalbeek regelmatig te kampen met wateroverlast. De grootste problemen deden zich voor op het grondgebied van de gemeente Grimbergen, in het bijzonder in de zone tussen de 's Gravenmolen en de Wolvertemsesteenweg. Om dit gebied beter te beschermen tegen wateroverlast, heeft de provincie Vlaams-Brabant twee overstromingsgebieden ingericht op de Maalbeek: onmiddellijk stroomopwaarts van de 's Gravenmolen kan in het Nekkerbos 45.000m3 water gebufferd worden, en ter hoogte van het Beverbos in Wemmel is er ruimte voor nog eens 10.000m3. De automatische sturing van de regelkleppen zorgt er normaal voor dat de kleppen automatisch sluiten zodra het waterpeil ter hoogte van de 's Gravenmolen een alarmpeil bereikt, zodat de Maalbeek in het centrum van Grimbergen niet meer buiten zijn oevers zou treden. Door de aanhoudende regenval is ook dit overstromingsgebied niet voldoende gebleken.
Literatuur
J.J. Feyen, "Oude pachthoeven en rustige watermolens te Grimbergen", in "De Toerist", XXXVII, 1958, p. 521-524.
K. Jacobs, "Zingende molens te Grimbergen", in: Toerisme, XL, 1961, p. 303-306;
K. Jacobs, "Wandelgids door Grimbergen", 1961;
J.L., "De Heerlijke rechten en inkomsten van de baronie Grimbergen in de 17de en 18de eeuw", in: Eigen Schoon en de Brabander, XXIX, 1946, p. 19-24;
"Schoon Grimbergen", in: Eigen Schoon en de Brabander, XI, 1928, p. 193-200;
J. Willems, "Van abdijdorp tot woongemeente (Grimbergen)", in: De Autotoerist, 12 oktober 1978, p. 1398-1405;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Daniël J. Delestré, "Uit het Verleden van Grimbergen", deel II, bewerkte en geannoteerde uitgave door de leden van 'Eigen Schoon', Heemkundige Kring 'Eigen Schoon' en Abdijgemeenschap der Norbertijnen, Grimbergen 1987, p. 83-89, ill.
Sigurd De Ridder, "Overstromingsgebied in Grimbergen kan toevloed niet aan", in: grimbergs.net, 14.11.2010.
Mailbericht Wim van der Elst, Laken, 09.11.2013.