Balegem (Oosterzele), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Guillotinemolen, Grote Kucher, Stenen Molen, Molen ten Berg
- Ligging
- Molenstraat 28B
9860 Balegem (Oosterzele)
hoek met Berg
kadasterperceel B235
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.922913, 3.798537 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Gemeente Oosterzele
- Gebouwd
- 1798
- Type
- Stenen bergmolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Vroeger ook oliemolen, sterk conische kuip, Oost-Vlaamse zetelkap
- Gevlucht/Rad
- Aanvankelijk houten pestelroeden; later geklinknagelde Verhaegheroeden, in 1985 gelaste roeden, 24,50 m (Derckx - Wessem, nr. 458-459, 1984), met sterke porring - verwijderd in 2013)
- Inrichting
- 2 koppels maalstenen
- Toestand
- Roeden afgenomen in 2013; wordt hersteld
- Bescherming
- M: monument,
19 maart 1975 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Tijdelijk niet meer toegankelijk (info: Gemeentebestuur Oosterzele, tel. 09 3625009)
- Database nummer
- 63
- Ten Bruggencatenummer
- 03439
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Guillotinemolen is een zeer konische, zware en grote stenen bergmolen met een Oost-Vlaamse zetelkap, gelegen op de hoek van Molenstraat (tussen nr. 28 en 28B) en Berg.
Hij werd gebouwd als graan- en oliemolen in 1798. Het mechanisme van de oliemolen is verdwenen, maar die van de korenmolen (met twee steenkoppels) is nog aanwezig. Boven de toegangsdeur is een gedenksteen aangebracht met de vermelding: "L'an VII de la r(épublique) - Anno 1798".
Oprichter was Jean Baptiste Platteau die woonde op Balegemveld in Balegem, waar hij een herberg en een brouwerij uitbaatte.
De molen heeft verschillende benamingen: de Guillotinemolen (zie hierna), de Grote Kucher (naar een toponiem), de Molen ten Berg of de Stenen Molen is een stenen korenwindmolen (destijds ook oliemolen) met sterk conische kuip in de Molenstraat 1 te Balegem.
De benaming Guillotinemolen verwijst naar een tragisch ongeval. Toen molenbouwer Michel uit Bottelare op 7 februari 1798 in de molen werkzaam was, kwam de 33-jarige Francies de Groote hem op de molen opzoeken. Francies was dronken toen hij nieuwsgiering in en om de molen rondwandelde. Hij werd door één van de draaiende wieken dodelijk geraakt. Op het ogenblik van het ongeval was de moeder van Francies zwaar ziek. Drie dagen na het ongeval overleed vader Joannes op 68-jarige leeftijd. Het verhaal werd in Balegem ten huize van het laatste molenaarsechtpaar Sidonie Impens en Louis Meersschaut talloze keren herhaald: kinderen, let toch op, nooit onder de wieken doorlopen!
Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Balegem van 1822:
"il existe cinq moulins à vent servant à moudre du grain. Ils se divisent en trois classes (...) Dans la première est compris le moulin appartenant à la veuve Adr. Laureys, S(ecti)on B n° 235; d'après les informations que l'expert a prises sur la valeur locative et en égard à sa situation et à la population qui l'entoure, il estime qu'il doit être porté à un revenu brut de fl. 180 et net de fl. 120."
In de Gazette van Gend nr. 1197 van 5 juni 1823 verscheen een advertentie, waarin de molen te huur werd aangeboden: "Te hueren, eenen Graen- en Olie-molen, zynde eenen steenen wind-molen, met stampkot in d'onder-stagie, alles in goeden staet, benevens een schoon en spacieus Woonhuys (...) te Balegem. Adresseeren ten huyze van de weduwe Laureys, proprietarigge van diere".
Op 2 augustus 1832 was de molen andermaal het toneel van een dodelijk ongeval. De 18-jarige Dominicus De Mulder, zoon van Dominicus, kwam toen op de molenberg om het leven. Gelet op de troebele tijd van het ontstaan van deze molen en de hier vernoemde ongevallen, kreeg de molen van de plaatselijke bevolking de onsympathieke benaming "Guillotinemolen".
De molen werd in 1834 ondergebracht in klasse 1, met een kadastraal inkomen van 380 frank.
Eigenaars na 1820:
- 1822, eigenaar: Laureys Adriaen
- 1823, eigenaar: weduwe van Laureys Adriaen
- voor 1834, eigenaar: Platteau-Simoens Pierre, brouwer
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Pierre Platteau)
- 19.03.1838, erfenis: (voor 1/2 in de molen): a) Platteau Jean, b) Platteau Felix, c) Platteau Marie en c) Platteau Félicité (ovelrijden van Marie Platteau)
- 20.04.1848, verkoop: Platteau Felix, molenaar te Balegem (onderhandse akte)
- 03.07.1860, verkoop: De Winne-Galle August, landbouwer te Baleem (notaris Hebbelynck)
- 28.06.1871, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van August De Winne)
- 03.07.1877, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Galle van August De Winne)
- 01.10.1883, verkoop: Van den Broecke Augustin, houthandelaar te Oosterzele (notaris Denaeyer - graanwindmolen)
- 23.01.1914, erfenis: Van den Broecke-De Rouck Charles Louis, houthandelaar te Oosterzele (overlijden van Augustin Van den Broecke)
- 19.09.1917, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Charles Van den Broecke)
- 17.03.1921, erfenis: Meerschout-Van den Broeceke Honoré Octaaf, de kinderen (overlijden van de weduwe De Rouck van Charles Van den Broecke)
- 10.06.1954, deling: Meerschout-Impens Louis Mathilde Honoré, landbouwer te Balegem (overlijden van Van Audenhove)
- 05.02.1973, verkoop: Van Hoorde-Van Driessche Marcel Madeleine, winkelier te Oosterzele (notaris Pede)
- 18.03.1974, eigenaar: De Baere (Bogaert)-Snoeck Erik Octave Leon, handelaar te Laarne (notaris De Brabandere - bouwvallige molen)
- 17.09.1987, verkoop: gemeente Oosterzele
Samen met de molen werd ook het nog bestaande molenaarshuis opgetrokken: een uniek landhuis met een oude ziel. Oorspronkelijk werd het gebouwd als hofstede bij de Balegemse stenen korenwindmolen. Het huis en de molen zijn in een rechte lijn tegenover elkaar gebouwd, zodat de bewoner altijd de bewegingen in en rond de molen in de gaten kon houden.
De kinderen van Jean Baptiste Platteau, vooral Pieter Amand en Joannes Baptist, behoorden tot de notabelen van de gemeente. Na het overlijden van Joannes Baptist in 1804 werd Pieter Amand, die tweemaal huwde, alleen eigenaar.
In 1844 verkocht Pieter Amand zijn woonhuis en brouwerij aan Jean Van Aken, verzekeringsmakelaar te Gent. Met brouwen werd toen ook gestopt. Jean Van Aken verkocht op zijn beurt de eigendom in 1855 aan notaris Facon uit Gent.
Pieter Amand betrok zijn nieuwe woning op de wijk de Heuker, recht tegenover de molen. Niet voor lang echter, hij stierf in 1849, zijn echtgenote een jaar later.
Hun zoon Jean Joseph Felix, gehuwd met Angèle van den Bossche, werd in 1850 de nieuwe eigenaar. Ze woonden in Gent. Joseph stierf er in 1860. Angèle verkocht de molen in dat jaar aan August De Winne, olieslager en landbouwer te Balegem. De Winne, die reeds geruime tijd de molen bediende, bracht aan het molenaarshof heel wat veranderingen aan. Zo kreeg de aanvankelijk open gebouwde boerderij een gesloten karakter.
August De Winne overleed in 1871, zijn echtgenote in 1877. Het molenaarshuis en de molen werden door de kinderen in 1883 aan houthandelaar August Van den Broecke uit Oosterzele verkocht. In 1914 erfde Charles Louis Van den Broecke-De Rouk de molen en het molenaarshuis. Door erfenis kwam de eigendom aan Octaaf Honoré Meerschout-Van den Broecke en kinderen uit Vlierzele in 1921.
In 1954 werd de eigendom (vierkantshoeve, huis, molen) verdeeld: één van de vier kinderen, molenaar Louis Honoré Meerschout werd de enige eigenaar. Hij was de grootvader en overgrootvader van de huidige bewoonsters en bezielsters van het huis.
Louis had het huis via zijn moeder Victorine gekocht (en die had het op haar beurt verkregen via haar tante Ange de Rouck, de eerste eigenares in 1800). Het huis is met andere woorden na Ange, van Victorine op zoon (Louis), van vader (Louis) op dochter (Cecile) en weer van moeder (Cecile) op dochter (Rein) en kleindochter (Maud) overgedragen. Samen met zijn vrouw Sidonie Impens, was Louis Meersschaut 25 jaar lang molenaar in Balegem.
Tot rond 1955 maalde Louis Meersschaut in de windmolen zijn graan en het koren van de boeren uit de streek. Tijdens de oorlog genoot hij groot respect van de hele gemeenschap; hij maalde alle kleine beetjes graan wat de mensen hem brachten. Nooit kregen de mensen een kleiner builtje meel mee dan wat ze hadden gebracht, al werd de molen zelf verschillende keren leeggeroofd door rondtrekkende dievenbendes.
Na de oorlog veranderden de tijden met de opkomst van de meelfabrieken in Gent en Oudenaarde. De onafhankelijke molenaar kon niet meer concurreren met de grote bedrijven en ook de Guillotinemolen was niet langer rendabel. Louis en Sidonie Meersschaut vertrokken met hun negen kinderen naar hun tweede landbouwbedrijf in Oosterzele. Sindsdien heeft de molen nooit meer echt gewerkt.
In 1974 werd de molen verkocht aan Eric De Baere uit Laarne. De molenaarswoning kwam bij erfenis aan René Frans Verhoeven-Meerschout uit Oosterzele.
Al geruime tijd verkeerde de molen in verval en werd hij aan zijn lot overgelaten. Bij koninklijk besluit van 18 maart 1975 werd de molen beschermd als monument. Tijdens de gemeenteraad van Oosterzele van september 1977 werden de eerste plannen goedgekeurd om de molen te herstellen. De totale kostprijs werd toen geraamd op 5.251.560 frank.
Eigenaar Eric De Baere gaf architect Renaat Callebout uit Gent de opdracht de molen maalvaardig te restaureren. Tijdens de gemeenteraadszitting van april 1978 werd het gemeentelijk aandeel in de restauratie bepaald op 10 procent. De staat betoelaagde de werken voor 50%, de provincie en de eigenaar elk voor 20%. De werken werden toevertrouwd aan molenbouwer Walter Mariman uit Zele. De gemeenteraad van Oosterzele besloot op 17 september 1987 tot de aankoop in der minne.
De restauratie die vanaf 1979 werd uitgevoerd, verliep helemaal niet naar wens. Zo was er in 1985 een nieuw gelast wiekenkruis aangebracht met een enorme porring. Die enorme porring was nodig doordat de molenmaker de molenkap te laag had gemaakt, waardoor de molenas niet méér gemuizeld kon worden (= een grotere ashelling geven). Pas in 1991 werd de molen ingehuldigd. De molen is nog steeds niet maalvaardig. Dat wordt al jaren in het vooruitzicht gesteld. Sinds 1995 loopt een gerechtelijke procedure tussen de (inmiddels overleden) aannemer Walter Mariman en de overheid. In 2011 werd nog steeds een definitieve uitspraak afgewacht.
Het gemeentebestuur van Oosterzele besliste eind 2012 dringende herstellingswerken uit te voeren. De windpulm was losgekomen waardoor de wieken en de kap bij stormweer dreigden los te komen. Waterschade in de molen veroorzaakte ook instortingsgevaar voor de zolders. De bouwvallige toestand waarin de molen zich momenteel bevindt, betekent een acuut gevaar voor de openbare veiligheid en gezondheid van de onmiddellijke omgeving. Daardoor besliste het gemeentebestuur om de houten kapconstructie en de wieken voorlopig te verwijderen en de molen binnenin te stutten.
Begin 2013 werden de lachwekkende schotelvormige roeden uit 1984 en het staartwerk verwijderd. De zolders werden ondersteund in afwachting van restauratie.
Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Vrij grote, ronde bakstenen berymolen van het bovenkruiertype met brede basis en sterk konische knip waarin vier zolderniveaus. Noordelijk molenperron voorzien van korfboogvormige inrijpoort. Omlopende boord van onregelmatige zandstenen blokken op molendamhoogte. Een smeedijzeren ring tussen twee zandstenen blokken aan de westkant voor vastlegging van het gevlucht.
Bouwjaar van de windmolen vermeld op drie zandstenen gevelstenen, in verticale lijn aangebracht tussen de muuropeningen boven de inrijpoort, met opschrift: "L'An VII de la R(épublique)/ Anno/ 1798". Segmentboogvormige muuropeningen met geprofileerde bakstenen druiplijst. Vensters met ijzeren roedenverdeling en luiken. Grote, overstekende zetelmolenkap van het Oostvlaamse type (leien) met vrijwel horizontale nok en twee kleine raampjes in het kouveleinde.
Zwaar zetelkruiwerk, staart met range en korte spruit en gietijzeren kruilier. Sterk hellende wiekenas en nieuwe fokwieken met porring opdat het gevlucht de sterk verbredende molenromp niet zou raken. Oorspronkelijke uitrusting zowel van de olieslagerij als van het graangemaal vrijwel geheel verdwenen met uitzondering onder meer van twee oude steenkoppels en het binnenluiwerk. Houtwerk grotendeels vernieuwd bij de restauratie van rond 1980.
Lieven DENEWET, Luciaan DE SMET & Herman HOLEMANS
Aanvullende informatie
Jaarlijks aantal asomwentelingen
1994: 45
1995: 8
2000: 0
2001: 0
2002: 0
2003: 0
2004: 0
2005: 0
2006: 0
2007: 0
2008: 0
2009: 0
2010: 0
2011: 0
2012: 0
2013: 0
2014: 0
2015: 0
2016: 0
2017: 0
2018: 0
2019: 0
2020: 0
2021: 0
2022: 0
2023: 0
Intekendatum: 24.08.2000, 10 u.
Molen: Balegem (Oosterzele, O.-Vl.), Guillotinemolen - stenen bergmolen met sterk conische kuip
Bouwheer: Gemeente Oosterzele
Ontwerper: Architectenbureau P. Gevers, Kasterlee
Opdracht: Restauratie; o/cat. D23 of D24, kl. 2; 140 werkdagen
Plaats aanbesteding: Gemeentehuis, Dorp 1, Oosterzele
Offertes: Molenbouw Peel Thomaes bvba, Gistel, €220.526,50; Beke nv, Oostkamp, €323.448,47; Nijs P. nv, Deinze, €356.257,45
* Heraanbesteding op 08.11.2001
Intekendatum: 08.11.2001, 14 u. 30 (heraanbesteding van 24.08.2000)
Molen: Balegem (Oosterzele, O.-Vl.), Guillotinemolen - stenen bergmolen met sterk conische kuip
Bouwheer: Gemeente Oosterzele
Ontwerper: Architectenbureau P. Gevers, Kasterlee
Opdracht: Restauratie
perceel 1: bouwkundige werken; o/cat. D24, kl. 2; 140 werkdagen;
perceel 2: molenbouwkundige werken; o/cat. D23, kl. 2; 140 werkdagen
Plaats aanbesteding: Gemeentehuis, Dorp 1, Oosterzele
Offertes: Perceel 1: Beke nv, Oostkamp, €216.246,07; Nijs P. nv, Deinze, €220.150,72; Aquastra bvba, Wevelgem, €231.202,51; perceel 2: Nijs P. nv, Deinze, €159.940,90; Thomaes Molenbouw nv, Roeselare, €182.701,37
* Heraanbesteding op 20.08.2004
Intekendatum: 20.08.2004, 11 u. (heraanbesteding van 08.11.2001)
Molen: Oosterzele (O.-Vl.), Guillotinemolen - stenen bergmolen
Bouwheer: Gemeente Oosterzele
Ontwerper: Architectenbureau P. Gevers, Kasterlee
Opdracht: Aanvraag tot deelneming aan de beperkte aanbesteding voor de restauratie, perceel 1: bouwkundige werken; o/cat. D24, kl. 21; 140 werkdagen; perceel 2: molenbouwkundige werken; 140 werkdagen
Plaats aanbesteding: Gemeentehuis, Dorp 1, 9860 Oosterzele
Toewijzing: Niet uitgevoerd
"Dringende herstelling Guillotinemolen", regiozottegem.be, 21.12.2012.
Het gemeentebestuur van Oosterzele laat dringende herstellingswerken uitvoeren aan de Guillotinemolen in Balegem. De houten constructie die aan de kap is bevestigd en de wieken op hun plaats houdt, was losgekomen waardoor de wieken en de kap bij stormweer dreigden los te komen. Waterschade in de molen veroorzaakte ook instortingsgevaar voor de zolders. De bouwvallige toestand waarin de molen zich momenteel bevindt, betekent een acuut gevaar voor de openbare veiligheid en gezondheid van de onmiddellijke omgeving. Daardoor besliste het gemeentebestuur om de houten kapconstructie en de wieken voorlopig te verwijderen en de molen binnenin te stutten.
Ook aan het Spectrum in Gijzenzele werden dringende maatregelen tegen waterschade genomen. Volgens gemeenteraadslid Filip Michiels van SVVO is het jammer dat er nu al ingegrepen moet worden, terwijl de renovatie van het plectrum nog maar pas achter de rug is.
DV, "Bescherming traag maar zeker - Drie molens in Oosterzele worden gerestaureerd", in: De Streekkrant, 10.02.2010.
Oosterzele - De oppositie van Oosterzele maakt zich zorgen over de restauratie van de drie windmolens op het grondgebied van de gemeente. "Reeds vorig jaar hebben we een Beschermcomité voor Monumenten en Landschappen opgericht in de gemeente en moeten dergelijke restauratiedossiers sneller vooruit gaan", aldus schepen van Cultuur Paul Cottenie.
Oosterzele heeft drie oude molens. De Guillotinemolen aan de Molenstraat in Balegem, de Klepmolen aan de Bottelweg en de Vissersmolen in Scheldewindeke, eigendom van de Provincie. Voor alle drie is een restauratiedossier lopende.
"Voor de Guillotinemolen loopt de procedure reeds sinds 1995 maar we wachten op een definitieve uitspraak in een zaak tussen de aannemer en de overheid", aldus Cottenie. Aan de Klepmolen gaat het werk langzaam maar zeker vooruit. "Schrijnwerkerij Verschuere uit Zwalm kreeg de molentechnische werken toegewezen en voor de bouwwerken lopen de offertes. Na het bouwverlof deze zomer moeten de werken kunnen van start gaan", weet Paul Cottenie.
Te koop of te huur: Stenen korenwindmolen in Balegem
Gazette van Gent, nr. 1134 van 8 pluv. XIII = 28 jan. 1805; ook in de nrs. 1135, 1137 en 1139 resp. van 4, 7 en 12 febr. 1805.
Te koop of te huur: "schoonen en wel gekallanten" korenwindmolen, met twee koppelen stenen en "een allerschoonste en gemakkelijk stampkot daarin", onlangs uit de grond nieuw gemaakt, gelegen binnen Balegem niet ver van het dorp en "in het midden van de commune", in totaal groot 33a 68 roeden (Aalsterse maat). Zich te adresseren bij Pieter Armand Platteau, eigenaar van de molen, op de Plaats van Balegem.
Twee molensagen over de Guillotinemolen
Heks komt 's nachts in de malende molen
- Hebt gij hier nog gehoord over vrouwen die de naam hadden?
- Ik mag ze niet noemen omdat de familie nog bestaat.
- Ik zal ze noemen: Treze Wauters!
- Ge zijt erop, meneer. Een ding weet ik, dat een keer de mulder, heel laat in de avond, hier een keer op de stenemeulen hier zat, aan 't graan malen en dat ze daar, we zullen zeggen, in de nacht binnen kwam gestapt. En dat hij juist die gedachte had op haar en dat ze daar was. Ziet ge het. Maar van haar anders... er is veel overdreven.
Molenaarsknecht onthoofd bij het indraaien van de "Guilotine"
Verder verhaalt de volksmond dat bij het indraaien van de molen de molenaarsknecht door een wiek werd getroffen en gedood (onthoofd?).
- Zegspersonen: a. Jan Antoon Haems, °Munkzwalm 1900, onderwijzer, Balegem (sinds 1922); b. diverse inwoners van Balegem.
- Bron: T. Penneman, Bekende heksen en tovenaars. Proeve van geïntegreerd sagenonderzoek in de arrondissementen Eeklo en Gent (Veldwerk 1972), Sint-Niklaas, 1972 (gestencilde uitgave), p. 66-67: P. Bauters, Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 1985, p. 217; L. De Smet, De stenen korenwindmolens te Balegem (Oosterzele): de Guillotine (2), in: Jaarboek van het Heemkundig Genootschap van het Land van Rode, X, 1987, p. 44.
- Sagenmotieven: a. toverwereld - heksen - ontmoeting; b. historische sage - etymologische sage - naamverklaring: Guillotine.
- Toelichting. De etymologische sage blijkt inderdaad gebaseerd te zijn op een echt gebeurd feit. Toen molenbouwer Michel uit Bottelare op 7 februari 1798 in de molen werkzaam was, kwam de 33-jarige Francies de Groote hem opzoeken en werd door één van de draaiende wieken dodelijk getroffen. Op 2 augustus 1832 was de molen andermaal het toneel van een dodelijk ongeval: de 18-jarige Dominicus De Mulder. De troebele tijd bij de bouw van de molen (de Franse Revolutie, met het veelvuldig gebruik van de "guillotine") en de hier geciteerde ongevallen leidden tot de volkse benaming "de Guillotine".
"Restauratie Klepmolen gaat starten", regiozottegem.be, 01.02.2010.
Tijdens de gemeenteraad maakte SVVO-gemeenteraadslid Filip Michiels zich zorgen over de restauratie en renovatie van de Oosterzeelse molens.
Volgens schepen van Cultuur Paul Cottenie wil de gemeente het restauratie dossier van de Guillotinemolen in Balegem zo snel mogelijk terug op de rails zetten. Het dossier liep al verschillende keren om administratieve redenen vast.
Voor het restauratiedossier van de Klepmolen in de Bottelweg in Balegem kondigt de schepen de start van de werken aan na het komende bouwverlof. De gemeente wil in maart de aannemer aanduiden.
Voor de Vissersmolen, ook de Windekemolen genoemd, op de grens met Scheldewindeke heeft het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen geld voorzien in haar begroting voor de aanstelling van een ontwerper voor de opmaak van het restauratiedossier.
Vorig jaar werd een beschermcomité Monumenten en Landschappen in het leven geroepen. Dit comité moet het onroerend erfgoed in groot-Oosterzele inventariseren, behouden, beheren en ontsluiten. De erkende monumenten zouden in een autonoom gemeentebedrijf opgenomen worden.
"Balegem is een molendorp", de-beiaard.be, 27.04.2017.
Oosterzele-Balegem, 27.04.2017. De Klepmolen werd prachtig gerenoveerd en maalt iedere eerste zondag van de maand zijn portie meel. En niet zomaar wat meel, maar biomeel dat te koop wordt aangeboden op 7 mei in de Klepmolen, op 28 mei , op 2 juli en 6 augustus en op 1 oktober. In de Patisson kan je ook het biomeel aankopen (dat is op Houte 35) elke vrijdag en zaterdag. Naast de Klepmolen is er de Windekemolen die momenteel door de Provincie opnieuw gerestaureerd wordt. Op de Guillotinemolen in de Molenstraat is intussen een boompje aan het groeien. Een laagje verf zal niet toereikend zijn, een heuse opknapbeurt wel…
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, bundel 100, nrs. 45 en 52.
Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, bundel 30.938 (stuk 171/N° 1478 de l’an 1791).
Gedrukte bronnen
Gazette van Gent, nr. 1134 van 8 pluv. XIII = 28 jan. 1805; ook in de nrs. 1135, 1137 en 1139 resp. van 4, 7 en 12 febr. 1805.
Gazette van Gend, nr. 1197 van 05.06.1823 (verhuur)
Werken
De Potter Frans & Broeckaert Jan, "Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen", reeks I, deel 1, Balegem, p. 7-8, Gent, 1864-1870.
L. De Smet, "De stenen korenwindmolen te Balegem (Oosterzele). De Guillotine. (Portret van een draaiende molen)", in: Natuur- en Stedeschoon, 60, 1991, nr. 6, p. 18-21, ill.
Lucien De Smet, "De houten korenwindmolens te Balegem (Oosterzele), in: "Jaarboek van het Heemkundig Genootschap van het Land van Rode", Gentbrugge, jg. 11, p. 114-143, ill. krt., plans;
P. Huys, “De oprichting van nieuwe molens in Oost-Vlaanderen in de late achttiende eeuw”, in Uit velerlei eeuwen. Historische en kunsthistorische bijdragen (Gent, Provincie, 1982; reeks Kultureel Jaarboek - Bijdragen, nieuwe reeks, 18), pp. 57-72 (70).
Paul Huys, "Betwistingen rond de oprichting van molens (1792)", Molenecho's, XXXVIII, 2010, 3, p. 140-141.
Paul Bauters, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985, p. 216-220.;
Paul Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986, p. 108 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25).
(L. Smet), "Balegem, Molen te Berg of Grote Kucher", in: Molenecho's, III, 1975, p. 37.
(L. Smet), "Foto Balegem: de grote Kucher", in: Molenecho's, VII, 1979, nr. 8, p. 64.
J. Verpaalen, "Balegem: molendorp met weinig allure", in: De Belgische Molenaar, LXXVII, 1982, nr. 2, p. 38-40.
"Balegem: het Vlaams molendorp?", in: Molenecho's, XI, 1983, p. 15.
V.G., "Wordt Balegem een uitverkoren molendorp? in: De Belgische Molenaar, LXX, 1975, p. 354; "De driemolenwandeling Balegem", in: Bouwkundig Erfgoed in Vlaanderen, 1977, nr. 26, p. 19-23.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996.
L. De Smet, "De stenen korenwindmolens te Balegem (Oosterzele)", in: Jaarboek van het Heemkundig genootschap van het Land van Rode, 9 (1985), p. 53-71; 10 (1986), p. 40.
J. D(ruyts), "15 september. Oostvlaamse Molendag", in: Levende Molens, jg. 7 (1985), nr. 11, p. 81-84.
Bogaert C. & Verbeeck M., "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N2", Brussel - Turnhout, 1989.
Jan Bauwens, "Zuid Oostvlaams molennieuws [Klepmolen van Balegem, De Guillotine te Balegem, Windekemolen te Balegem, Opbrakel, Nederbrakel, Nederzwalm, Velzeke]", in: Levende Molens, jg. 6 (1984), nr. 3, p. 20 en 24.
John Verpaalen, "Balegem: molendorp met weinig allure", in: De Belgische Molenaar en Levende Molens, jg. 77 (1982), nr. 2 (februari), p. 38-40, ill.
Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX, 1992, 3-4, p. 175, 178, 219-220.
Lieven Denewet, "Vlaamse molens in volksverhalen (deel 2)", in: Vlaamse Molens, V, 2011, 4, p. 38-39.
www. hethuisvanbalegem.be
Persberichten
"Restauratie Klepmolen gaat starten", regiozottegem.be, 01.02.2010.
DV, "Bescherming traag maar zeker - Drie molens in Oosterzele worden gerestaureerd", in: De Streekkrant, 10.02.2010.
"Dringende herstelling Guillotinemolen", regiozottegem.be, 21.12.2012.
"Balegem is een molendorp", de-beiaard.be, 27.04.2017.
Didier Verbaere, “Gemeente zoekt centen om beschermde Guillotinemolen in Balegem te restaureren”, Het Laatste Nieuws, 21.11.2019.