Stevoort (Hasselt), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Dorpsmolen
- Ligging
- Sint-Maartensplein 35
3512 Stevoort (Hasselt)
op de Herk
kadasterpercelen A196 (korenmolen)
A194 (oliemolen)
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 50.917225, 5.248130 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Aloïs Boiten
- Gebouwd
- 1774
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Ook elektriciteitsopwekking. Rad onder luifel
- Gevlucht/Rad
- Overdekt ijzeren onderslagrad
- Inrichting
- Nog aanwezig
- Toestand
- Maalvaardig gerestaureerd
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
13.03.1979 - Molenaar
- Aloïs Boiten, Marcel Vandeweert, Daan Christoffels
- Openingstijden
- Op afspraak (tel. 011.31.20.95, Aloïs Boiten), e-mail: vdw.marcel@skynet.be; daanchristoffels@outlook.com
- Database nummer
- 39
- Ten Bruggencatenummer
- 50039
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Ligging
De Dorpermolen van Stevoort, een deelgemeente van Hasselt in de Belgische provincie Limburg, is een molen van het type 'onderslagmolen' met ijzeren draad, en ligt aan de Herk. De Herk is een onbevaarbare rivier van eerste categorie. De Herk ontspringt in Rukkelingen-Loon (gemeente Heers) nabij de grens tussen de provincies Limburg en Luik. Vanuit Heers vloeit de rivier door de Limburgse gemeenten Borgloon, Wellen, Alken, Sint-Lambrechts-Herk, Stevoort Herk-de-Stad en Halen. In Halen mondt hij uit in de Demer. De lengte van deze rivier bedraagt ca. 40 km, het debiet bereikt maximaal 15 m3/sec. Het verschil tussen hoog en laag water is 2 m.
Geschiedenis
Deze molen was oorspronkelijk een dubbelmolen, een graan- en oliemolen, die in 1774 werd gebouwd voor de familie de Libotton, Heren van Stevoort. Zij waren kasteelheren van het waterkasteel waar later het Instituut Mariaburcht in zou worden ondergebracht, dat je tegenover de molen kan zien liggen aan de andere oever van de rivier De Herk. We zien de molen al aangeduid op de Ferariskaart van ca. 1775.
De familie de Libotton werd in 1701 eigenaar van het waterkasteel, dat al in de 11de eeuw zou bestaan hebben. De oudst bekende eigenaar van het kasteel is Arnold van Steynvoorde, die in 1364 een leenheer was van de Graaf van Loon.
De familie de Libotton liet het volledige kasteel verbouwen en restaureren en was ook opdrachtgever voor de bouw van de Dorpermolen. In 1826 werd het kasteel verkocht aan Laurens-Renier Palmers (gedoopt in Kermt op 2 augustus 1765) die enkele jaren eerder ook het Cannaertshof in Stevoort had aangekocht. Laurens-Renier Palmers' vader was Jan-Baptist-Ernest Palmers, zoon van Renier Palmers en Catharina-Barbara Zeelmaeckers. Jan-Baptist-Ernest Palmers en gedoopt in Kuringen op 17 februari 1715, was molenaar op de Veldekemolen in Kermt. Hij startte er een jeneverstokerij, die mee aan de basis lag van het belangrijke fortuin dat de familie zou vergaren.
Met Laurens-Renier Palmers kende de familiale stokerij een hoge bloei. Hij breidde de vaderlijke stokerij op de Veldekemolen uit, en nam de stokerij van de familie Hussen in Hasselt over, die gevestigd was in ˜de Pijp' in de Demerstraat. In 1819 zou hij ook de nabijgelegen stokerij ˜de Gulden Spoor' opkopen. Laurens-Renier Palmers belegde zijn winsten oordeelkundig en werd in de loop der jaren ook eigenaar van het landgoed Terlamen in Zolder en het kasteel de Burg in Lummen, dat hij in 1837 van de hertogin van Arenberg afkocht. Dit uitgestrekte goederenbezit maakte dat Laurens-Renier Palmers en zijn zonen Renier-Jan-Maria en Louis-Laurent Palmers, van bij de Belgische onafhankelijkheid, werden gerekend tussen de zeldzame Limburgse kiesgerechtigden voor de senaat.
Laurent-Renier Palmers overleed op zijn kasteel van Stevoort op 22 augustus 1839. De familie zou later bij Koninklijk Besluit van 10 november 1933 via Albert Palmers, kleinzoon van Laurens-Renier Palmers, het recht verkrijgen zich Palmers de Terlamen te noemen.
Opeenvolgende eigenaars:
- 1774, opbouw: de Libotton, heer van Stevoort
- 1826, verkoop: Palmers Laurens-Renier (1765-1839), kasteelbewoner te Stevoort
- 1839: de weduwe, rentenierster te Hasselt
- 1845, erfenis: de Cox-Palmers (later gehuwd met de Hommelen), de weduwe, eigenaar te Hasselt
- 1887, erfenis: Palmers Charles (en compagnie), zonder beroep te Hasselt
- 1891, gift: Palmers Charles, Georges en Albert, eigenaars te Hasselt
- 1910, deling: a) Palmers Juliette, Louisa, Laurent, Helena, Antoine en Adrien (1/2 volle eigendom + 1/2 naakte eigendom), b) Palmers-De Groote Albert (1/2 vruchtgebruk)
- 1911, deling: a) Palmers Helena, Antoine en Adrien (1/2 volle eigendom / 1/2 naakte eigendom), b) Palmers-De Groote Albert (1/2 vruchtgebruik)
- 1924, deling: Palmers Adrien, zonder beroep te Stevoort
- 1927, verkoop: Palmers-De Greoote Albert, eigenaar te Stevoort
- 1950, erfenis: Palmers de Terlaemen-Roberti Antoine, eigenaar te Zolder; molenaar Grauls Guillaume, verongelukt in de molen in februari 1963)
- 1964, verkoop: Bartholomeus-Bottelberghs Domenicus, landbouwer te Stevorot
- 1975, verkoop: Boiten-Castro Aloïs ("Wies"), kapper op rust te Stevoort (°Stevoort 15.10.1934, zoon van Hubert (°Wellen 1884) en van Droogmans Josepha (°Stevoort). Deze Hubert was vele jaren knecht op de molen te Alken. Gehuwd met Castro Lucienne (°Wellen 16.10.1934) als dochter van Clement en Bossu Gerardine.
In de periode dat er gemalen werd in de Dorpermolen, van de tweede helft van de 18de eeuw tot het midden van de 20ste eeuw, waren er vele molenaars als huurder aan het werk. Hun namen en geschiedenis zijn echter jammer genoeg verloren gegaan. De Dorpsmolen heeft in deze periode niet alleen een belangrijke rol op economisch vlak vervuld, maar ook in het sociale dorpsleven was zij sterk verankerd.
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 5 mei 1847 de vastgestelde pegelhoogte van 1,850 meter goed. De toenmalige eigenares was de weduwe van Nicolas Cox-Palmers.
De oliemolen op de andere oever werd in 1880 opgeheven. Het gebouw werd als een privaatschool ingericht. Dat heeft te maken met de toenmalige schoolstrijd.
De familie Palmers de Terlamen verkocht de molen in 1964 aan Domenicus Bartholomeus-Bottelberghs. De molen was toen nog slechts sporadisch in gebruik omdat ze niet meer concurrentieel was. Domenicus Bartholomeus-Bottelberghs heeft de Dorpermolen een tiental jaren in bezit gehad, waarin hij de molen en het mechanisch binnenwerk intact heeft gelaten. Doordat ze sedert 1968 echter niet meer in gebruik was kwam ze in echter in een gevorderde staat van verval.
In februari 1963 verongelukte molenaar Guillaume Grauls. We lezen hierover in "De Belgische Molenaar" van 22 februari 1963: "Dodelijk ongeval te Stevoort. De 50-jarige molenaar Guillaume Grauls, geraakte bij het losmaken van ijsschollen van de spaken van de molen te Stevoort, tussen het scheprad gekneld. Door het plotse doordraaien van het rad werd de man vastgespijkerd tussen het rad en de met ijs beladen balken. Enkele buren kwamen op het hulpgeroep toegesneld, doch alle pogingen tot hulpverlening faalden. Het toegesnelde personeel van een bouwbedrijf slaagde er ten slotte in de zwaargewonde te bevrijden door twee staven door te branden. Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis te Hasselt overgebracht waar men dadelijk tot een heelkundig ingirjpen diende over te gaan. Nadien werd Grauls gevoerd naar het ziekenhuis te Leuven. Ook dit heeft niet mogen baten, want aldaar overleed de molenaar nog dezelfde avond."
In 1974 klopte Domenicus Bartholomeus-Bottelberghs aan bij de de naaste buurman van de molen, Wies Boïten. Wies was de enige haarkapper van het dorp, en heeft in zijn loopbaan zowat het hele dorp met schaar en kam onder handen genomen. Wies was (en is) een bijzonder sociaal geëngageerd man die steeds bereid is geweest mee te werken aan initiatieven ter bevordering van het gemeenschapsleven. Wies had ook een bijzondere band met de molen, van toen hij nog kind was, heeft het werk van de molenaar hem geboeid en kwam hij vaak langs om een kijkje te nemen en een praatje te slaan met de molenaar. Zijn vader was vroeger nog knecht geweest bij een watermolen in Alken. En hoewel hij geen echte molenaar was, voelde hij toch een sterke binding met de typische sfeer die uitging van de molen en haar sociaal-historische waarde. Een molenaar was een vooraanstaande persoon, want die zorgde voor het dagelijks brood. En de kasteelheer, van wie deze molen oorspronkelijk het eigendom was, pikte er letterlijk een graantje van mee, want zijn pachters durfden niet anders dan hun graan in de kasteelmolen laten malen.
Toen Domenicus Bartholomeus-Bottelberghs bij Wies aanklopte met de boodschap dat hij geen bestemming had voor de molen en ze wou verkopen, zag hij dan ook een unieke mogelijkheid voor een nieuw sociaal leven in en rond de molen. Hij overlegde met zijn echtgenote, en samen besloten ze het gebouw, dat nauwelijks nog als molen herkend kon worden, te kopen en het te restaureren.
Slechts geringe tijd nadat Wies Boïten de molen in 1974 aankocht schreef hij naar toenmalig Minister Rika De Backer met het verzoek een klasseringsprocedure in te zetten, om de vervallen molen te beschermen. Dit gaf aanleiding tot verbazing en onbegrip in het dorp, in een tijd waarin het veel gemakkelijker, efficiënter en ook financieel meer voor de hand lag het gebouw met de grond gelijk te maken om plaats te maken voor appartementen of een nieuwe woning, of het te ontmantelen en er een taverne of restaurant in uit te baten.
Wies had echter een andere visie, en wilde de molen aan welke hij zijn hart reeds verpand had door de klasssering juist voor de afbraak of een bestemmingswijziging behoeden. Vijf jaar na de aankoop, op 13 maart 1979, werden de Stevoortse Dorpsmolen en het aanpalend landschap bij koninklijk besluit officieel tot beschermd monument verklaard.
Technische beschrijving
Het huidige gebouw (watermolen met aanpalend woonhuis) dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. Er is een ijzeren overdekt onderslagrad, met gebogen plaatijzeren schoepen, tussen plaatijzeren velgen. Het heeft opgespannen stangen die aan spaken doen denken, bevestigd met bouten op de velgen De draaiende as is uit ijzer vervaardigd. Het eerste rad was van hout en werd in 1911 vervangen door het huidige rad.
Oorspronkelijk was deze molen een dubbelmolen. De graanmolen ligt aan de linkeroever en aan de overzijde lag een oliemolen. De oliemolen werd in 1880 omgevormd tot privaatschool en in 1931 gesloopt. De restanten van deze molen, vormen de achterzijde van de huidige molen. Er resteren nog enkele archeologische sporen en enkele oliepletstenen.
Vroeger had dit complex ook nog een melkerij met woonhuis, welke bijgebouwd werd in 1895. Dit geheel vormde toen in de Stevoortse dorpskom een belangrijk ambachtelijk geheel.
In 1964 werd een deel van deze melkerij afgebroken, voor een nieuwbouw voor de huidige eigenaar van de molen.
Bij de plannen voor de restauratie van de Dorpermolen, die op 12 maart 1984 begon, heeft Wies de Dorpermolen laten uitrusten om elektriciteit op te wekken. De groene stroom wordt nu o.m. gebruikt bij de verwarming van de molen, en niet-gebruikte energie wordt geleverd aan het elektriciteitsnet.
De molen werd in 2015 geregistreerd bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) om voedselveilig te malen.
Op zaterdag 1 oktober 2016 kreeg de molen op de site van de Tombeekmolen in Overijse het kenteken “Actieve Molen 2016” uitgereikt. Deze nominatie gebeurde door het Molenforum Vlaanderen vzw (www. molenforumvlaanderen.be) op basis van de volgende criteria: de molen als gebouw (uitzicht, toestand), de werking als molen (draaien en malen) & de inzet van de molenaar, de toeristische ontsluiting en de gelegenheidsactiviteiten.
In juni 2017 werd het beheersplan (redactie: Marcel Vanderweert) goedgekeurd. Er werd in 2017 een nieuw steenkoppel geplaatst.
Bezoek
De gerestaureerde, maalvaardige molen kan worden bezocht door groepen en verenigingen, na telefonische afspraak. De Dorpermolen kan ook worden bezocht als klasuitstap door scholen. Een bezoek duurt ongeveer een uur, waarbij een onderhoudende rondleiding door de molen voorzien is met tekst en uitleg door de molenaar.
Aan de hand van een diamontage wordt ook de restauratie tot de huidige toestand in geuren en kleuren uit de doeken gedaan. Voor meer informatie of een afspraak kan men terecht via gsm-nummer +32 (0)497/71.60.28 of telefoonnummer +32 (0)11/31.20.95 (Wies Boïten). Ook kan contact opgenomen worden met de vrijwillige molenaar Marcel Vandeweert (vdv.marcel@skynet.be) en Daan Christoffels (daanchristoffels@outlook.com).
Stéphane KALMES, Kermt
Aanvullende informatie
Sage
Leden van de bende herkend.
Een zekere X ging samen met de andere bendeleden stelen in de molen van Stevoort. Uit medelijden hebben de rovers de jonge molenaarsknecht, meegenomen. De knecht Y was in het hooi gaan slapen omdat hij te laat was thuisgekomen en niet meer naar binnen kon. Y had alle rovers herkend.
Bron: W. Achten, Leuven, 1971.
Literatuur
Fr. De Groodt, "De restauratie van de Dorpsmolen te Stevoort in Limburg", in: Molenecho's, XIV, 1986, nr. 1, p. 9-11.
B. Van Doorslaer, "De Dorpsmolen van Stevoort (Hasselt)", in: Monumenten & Landschappen, X, 1991, p. 40-41.
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996;
F.J.B. Dirks, "De prachtig gerestaureerde 'Dorpswatermolen' van Stevoort-Hasselt. (Portret van een draaiende molen)", in: Natuur- en Stedeschoon, 59 (1990), nr. 2, p. 10-12, ill.
Stéphane Kalmes, www.dorpermolen-stevoort.be, eindwerk webdesigneropleiding.
Inventaris van het cultuurbezit in België - Architectuur / deel 6n 1 (A-HA) - Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt (1981)
Zygmund Krzywania, Myriam Lipkens, "Stevoort... warm aanbevolen. Vroeger en nu", Hasselt,Stad Hasselt, 2002.
"Dodelijk ongeval te Stevoort", De Belgische Molenaar, De Belgische Molenaar, LVIII, 1963, 4 (22 febr.), p. 260, p. 64.
Mia Bonneux & Maarten Snoeks, "Wandelen in Stevoort", Hasselt, Erfgoedcel, 2006.
http://www. hasel. be
Mailberichten
Daan Christoffels, vrijwillig molenaar, 22.03.2017.
Mike Ekelschot, Poeke, 25.03.2018.