Molenechos's Homepage Molenechos.org

Opitter (Bree), Vlaanderen - Limburg

Bestaande molen

Karakteristiek

Naam
Pollismolen, Scheelenmolen
Ligging
Molenstraat 56
3960 Opitter (Bree)
op de Wijshager- of Eetsevelderbeek
kadasterperceel A370
Vlaanderen - Limburg
Geo positie
51.115292, 5.635062 (Google Streetview)
Eigenaar
Wim Doumen & Melanie Huyghe
Gebouwd
Voor 1078
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen
Kenmerken
Bakstenen gebouw, basis in natuursteen
Gevlucht/Rad
Houten onderslagrad, diameter 5,45 meter
Inrichting
Nog volledig: twee steenkoppels
Toestand
Maalvaardig hersteld
Bescherming
M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
28.12.1994
Openingstijden
Restaurant Pollismolen: woensdag-zaterdag vanaf 11 u. 30; zondag vanaf 10 u., tel. 089 866939, info@pollismolen.be
Database nummer
26
Ten Bruggencatenummer
50026  
© Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 11.10.2006

Beschrijving / geschiedenis

De Pollismolen, ook Wayenbergh- of Scheelenmolen genoemd is gelegen op de Wijshager- of Eetsevelderbeek. De benaming Pollismolen verwijst naar de vroegere eigenaar, de familie Van Pol.

Vroeger was de molen gelegen op de Itterbeek. De loop van beide beken onderging in het verleden wijzigingen.
Om het nodige verval te verkrijgen waren beide beken tussen dijken, naar de noordzijde van de vallei geleid. Dit was nodig omdat de molen niet op het laagste punt van de vallei lag. Dit laagste punt was wellicht te moerassig voor bebouwing en zo koos men voor een andere oplossing. Om ook het water van de Itterbeek bij het molenrad te krijgen, moest heel wat werk worden verricht. Een kleine 200 meter voor de molen werd een verbinding gegraven tussen de beide beken, waarna de Itterbeek werd afgedamd met een aarden wal.
Hierdoor was er altijd voldoende waterkracht aanwezig om de molen draaiende te houden. Toen men had opgehouden met malen, werd het onderhoud aan de dam verwaarloosd. De Itterbeek hernam haar oude rechten en keerde weer terug naar de oorspronkelijke bedding.

De molen bestond al in de 11de eeuw en was een banmolen van het kapittel van Sint-Bartholomeus uit Luik. Op 25 december 1078 schonk gravin Ermengardis het leenrecht van Bree aan de kerk van Sint-Bartholomeus. Op dezelfde dag schonk Hendrik van Verdun, bisschop van Luik aan deze kerk: "Il lui donne aussi l'alleu de Bree (Bridda) avec l'église, les tenants et tous les droits y compris." (Hij schenkt ook het leen van Bree met aangrenzende erven, kerk en alle rechten inbegrepen).
Hieronder zou ook de betreffende molen vallen. Dit zou worden ondersteund door een oorkonde uit 1078 waarin de meier en schepenen van het hof van Bree getuigen dat "de kerk van St.-Bartholomeus van Luik tot nu toe gehad heeft en nog heeft een banmolen, waarop tot nu toe gemalen hebben en waarop moeten malen alle mansionarii (pachters) van die kerk, die ten zuiden van de beek door de "villa" (Bree) loopt." (Bedoeld is hier de Boneputterbeek). Het gebied ten noorden van die beek was verplicht op de andere Breese banmolen, de Ghen-Aa-molen te malen. De graaf van Loon wilde dit nog wel eens vergeten, wat blijkt uit een document van 1296 dat vermeldt: "De schepenen klagen dat de graaf op de pachters van Sint-Bartholomeus, die sedert onheuglijke tijden lieten malen op de Wayenberghmolen, ten alle recht in, dwang uitoefent, zodat ze uit schrik voor hem, op de molen van de Ghen-Aa laten malen."
Dit geschil werd opgelost bij een document van 12 mei 1316: "Arnold, graaf van Loon, Margaretha zijn echtgenoten en Lodewijk zijn oudste zoon, na nazicht van de omstreden punten, geven terug aan het kapittel van Sint-Bartholomeus te Luik de rechten en goederen; een rente van een mud tarwe, een half mud gerst en een half mud haver, - Maastrichter maat - en drie Luikse dinariën die de molen, Wayenbergh genaamd, belasten."

De oudste benaming voor de molen verwijst waarschijnlijk naar de familie Wayenberch die reeds vernoemd wordt in de 12de eeuw en waarvan de naam is afgeleid van de plaatselijke benaming Waaienberg. Om de voortdurende geschillen tussen beide moelns te slechten nam de gemeente Bree maatregelen. Al het te malen graan meost worden aangevoerd op de stadswaag te Bree, alwaar na weging een verdeling plaatsvond tussen de Aa-molen en de Pollismolen. In 1738 velde de prinsbisschop van Luik (in opvolging van de graaf van Loon) in eigengeding het volgende vonnis: "Alle harde graynen komende binnen dese stad te wage, zullen door de geëede stadswagers gedivideerd worden in 4 deylen waarvan de molenaar van de Aa zal hebben 3 paarten, en het andere zal blijven voor Scheelenmolen."

Jan Scheelen was de molenaar in 1502 en vanaf die tijd werd de molen "Scheelenmolen" genaamd. Jan Scheelen moest jaarlijks opbrengen "44 malder en 3 vaten koren, verder een half varken, vijf ganzen en vijf pond bijenwas." Aert van Pol kreeg de molen van zijn schoonmoeder, de weduwe Scheelen. Ook in 1633 werd op de molen gemalen door Van Pol (bij Pollen, bij Pollis) wiens naam ook thans nog aan de molen verbonden is en dus de verklaring vormt voor de huidige benaming "Pollismolen".

Volgens de kadastrale beschrijving van 1830 was het een gebouw in hout en leem, met 1 kamrad, 2 paar stenen, zeer goed waterrad met goede aftrek (= afvloeiing) van het water.

In 1844 was de eigenaar Hendrik Ceelen, in 1847 samen met zijn kinderen. Na het overlijden van Hendrik kwam de molen in 1858 op naam van de vijf kinderen Ceelen: Willem, Jacob, Bartholomeus, Johanne en Elisabeth. Blijkens een deling uit 1883 kwam de molen aan Johanna Ceelen (rentenierster te Opikkter) en Jan Mathijs Göbbels-Ceelen (eiegnaar te Rotem). In 1890 kreeg geoemde Jan Mathijs Göbbels via vererving het eigendomsrecht.

Pieter-Jan Dohman (1847-1925), mulder te Opitter, kocht de molen in 1891. Deze laatste had op 2 juli 1868 te Brussel dienst genomen als pauselijke zoeaaf. Hij streed mee voor het behoud van de Kerkelijke Staat, tot de val van Rome op 20 september 1870, waarna hij weer huiswaarts keerde. Zijn echtgenote Maria Anna Klaps stierf op 14 mei 1893, 41 jaar oud, bij de geboorte van hun dertiende kind Leo. Eerder was hun dochter Maria Anna Dohmen als tweelingszuster van Maria Helena op vierjarige leeftijd overleden. Het kind was gegrepen door het molenrad en verdronken in de Itter.

Pieter-Jan Domen bouwde in 1901 een lemen schuur in vakwerkbouw met vitswerk, die tegen de Waaienberg aanleunde. In 1906 liet hij het woonhuis met koestal en dorsvloer bouwen. Pieter-Jan stierf plotseling op 10 februari 1925. Hij zat naast de kachel en was bezig het paardentuig te herstellen. Na diens overlijden werd de molen eigendom van de kinderen Dohmen, die in 1926 bij deling de molen toewezen aan Jan-Mathijs Dohmen. Deze was gemeente-ontvanger en ontvanger van het "armenbureel" te Opitter.

In 1961 werd de molen stilgelegd. Na het overlijden vanJan-Mathijs Dohmen op 22 maart 1979 en diens echtgenote op 14 december van hetzelfde jaar, werd de molen in 1981 verkocht aan de gemeente Bree. In samenspraak met het Commissariaat Generaal voor Toerisme te Brussel en de provincie Limburg werden molen, woonhuis en gebouwen ingericht als vakantie-oord. Inmiddels was het houten molenrad in 1970 door spelende kinderen in brand gestoken en het hele complex was hard aan renovatie toe.
Hiertoe werd de stichting Pollismolen in het leven geroepen, waarbij werd vastgelegd dat de werkzaamheden door vrijwilligers zouden worden verricht en dat het stadsbestuur van Bree de materialen ter beschikking zou stellen. De restauratiewerken werden verricht door Jef Flipkens, Henri Janssen, Lambert Thielen en Jan Biesmans, terwijl het molentechnisch werk werd uitgevoerd door de molenaars Pierre Clijsters en Jan en Bert Simons uit het naburige Tongerlo. Na vier jaar hard werk kwam de restauratie gereed en konden de vrijwilligers terugblikken op een fraai resultaat. Een nieuw houten onderslagrad werd geplaatst in 1985 en werd in 2008 vervangen.
Hij werd in 1994 beschermd als monument en samen met zijn omgeving als dorpsgezicht.

In de naastliggende gebouwen is ook een klein molenmuseum, een bosmuseum, een pijpenmuseum en een restaurant en een café met oude bakoven. Het hoort bij het natuurgebied Itterdal. In de directe omgeving van de gebouwen kan men nog een biotuin en een bosleerpad aantreffen. De molen is bezoekbaar op afspraak, malen en uitleg om het uur. Open van maandag tot zondag vanaf 10 uur, dinsdag gesloten. De molen heeft twee steenkoppels en maalt regelmatig boekweit voor het vlakbijgelegen restaurant.

In de bijgebouwen van de molen bevindt zich thans een restaurant en een café met oude bakoven. Verder is er een bos- en pijpenmuseum ingericht. In de directe omgeivng van deze gebouwen kan men nog een biotuin en een bosleerpad aantreffen. In 2010-2011 werd het complex omgebouwd tot een toeristische trekpleister met een restaurant, feestzalen en een hotel.

Vrijwillig molenaar K. Mertens werd opgevolgd door Rob Claessens uit Neeroeteren (Akkerstraat 70, GSM 0486 413458).

Technische beschrijving

De Pollismolen is gelegen op de linkeroever van de Wijshagerbeek. Het gebouw is rechthoekig, 7,27 x 9,10 meter en het rad bevindt zich aan de korte gevel. Het gebouw heeft tuitgevels met vlechtingen. Het waterrad is een houten onderslagrad (1985) met en diameter van 5,45 meter. Het telt 32 schoepen, breed 63 cm en hoog 42 cm. De schoepen zijn thans uitgevoerd als ondiepe bakken, van 85 cm. De waterdorpel is 130 cm boven de vloedbaan. De ark is sinds juli 1929 van beton. Er is een maalsluis breed 78 cm en een lossluis breed 126 cm. De bediening gebeurt door hefbomen, die van de maalsluis van binnenuit. De wateras is van hout evenals het kamrad. Het kamrad telt 53 kammen, het ronsel 35 staven en het spoorwiel 71 kammen. Beide steenwielen hebben 22 staven. De overbrengingsverhouding is 4,89x. Er is één koppel 17der blauwe stenen en één koppel 17der kunststenen op een houten steenbed.
De geschatte uurproductie bedraagt 300 kg rogge en 600 kg boekweit per uur, alles bij goed water; Het luiwerk functionneert met een sterwiel op het kamrad. Het zakkentransport gaat via glijbaan en klapluiken. De pegel bevindt zich op 47,14 meter. Op het velgdeel van het waterrad staat de inscriptie: "ANNO 1985 MORIES".

Aanvullende informatie

Intekendatum: 19.09.2005, 11 u.
Molen: Opitter (Bree, Limb.), Kasteelmolen - watermolen met metalen onderslagrad; Slagmolen - watermolen met (verwijderd) metalen onderslagrad; Pollismolen - watermolen met houten onderslagrad
Bouwheer & ontwerper: Vlaamse Landmaatschappij  (Paul Devis).
Opdracht: Rooien beplantingen, opbreken verhardingen en buizen, grondwerken, plaatsen verhardingen, plaatsen diverse houten en metalen constructies, beplantingen, aanleg van vistrappen, op het grondgebied van Bree-Opitter, landinrichting Noordoost-Limburg, IP Opitter, lot 3, park Itterdal; cat. G, kl. 3; 140 werkdagen
Plaats aanbesteding: Vlaamse Landmaatschappij, afd. Limburg, Koningin Astridlaan 10, 3500 Hasselt
* Vistrappen niet aangelegd

Intekendatum: 03.12.2009, 16 u.
Molen: Bree (Limb.), Pollismolen - watermolen met houten onderslagrad
Bouwheer: Stad Bree
Ontwerper: Architekt-nburo, Bree (Karen Vaesen
Opdracht: Verbouwen van een handelspand (horeca) in bijgebouw - 1ste fase; cat. D, kl. 2
Plaats aanbesteding: Stadhuis, Vrijthof 10, 3960 Bree

Juni 1886. Kleuter onder het waterrad.
"Ongeluk. - Bij den molenaar M. Domen, te Opitter, heeft een betreurensweerdig ongeluk plaats gehad. Twee meisjes, tweelingen, van drie jaar oud, waren buiten aan de molenbeke een oogenblik aleen, toen een derzelve, op een meter afstand van het rad, in het water viel. Het ander liep aanstonds naar binnen en verwittigde de moeder, doch toen deze buiten kwam, was het kind reeds door den stroom onder het rad door meêgesleept en zoo deerlijk aan het hoofd geraakt, dat het eenige uren later overleed".
Uit: Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, woensdag 30 juni 1886, p. 2, kol. 5 (93e jg., nr. 78). Opgetekend door Lieven Denewet, Hooglede.

Literatuur

Theo Guffens, "De Pollismolen te Bree", in: Molenecho's, XI, 1983, p. 141-145;
Theo Guffens, "Pollismolen Opitter-Bree", Dilsen-Stokkem, 1987, 183 p.;
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996;
Jacq Manders & Daan Verheijen, "Koren op de molen. Langs de Itter", Hunsel, Heemkundevereniging Hunsel, 1992, 232 p.;
Bart Stoffels, "Pollismolen", in: Het Ezendröpke nr. 4 (uitgave Geschied- en Heemkundige Kring Groot-Bree), p. 25-30;
Werner Smet, "Langs de Itter in Limburg. Een tocht langs de Itterbeek, met bezoek aan de vele watermolens en andere monumenten van natuurschoon", Kinrooi, 1986, 33 p. (Hartenvier, nr. 6);
Th. Guffens, "De Pollismolen. Lillenaar werd mulder te Opitter", in: "Het Liller Heem", Driemaandelijks tijdschrift van de Heemkundige Kring te Sint-Huibrechts-Lille, jg. 4, (1986), nr. 3 (juli), p. 36-39, ill.;
Els de Kinderen, "De Pollismolen te Opitter: oase van rust en natuurschoon", in: Levende Molens, jg. 9 (1987), nr. 7, p. 50;
T. Guffens, "De Pollismolen te Bree", in: Limburg, Tweemaandelijks tijdschrift van de Federatie van de Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, Hasselt, jg. 63 (1984), p. 264-270, ill.;
E(ls) D(e) K(inderen), "Pollismolen te Bree: boeiend projekt gebaseerd op vrijwilligerswerk", in: Levende Molens, jg. 6 (1984), nr. 8, p. 57-60, ill.,
F. Guffens, "De Pollismolen en de familie Domen te Opitter", in Ons Molenheem, 1982, nr. 4 (20 dec.) p. 7-8, ill.;
Werner Smet, "Opitter: de Pollismolen", in: Ons Molenheem, Studiekring voor wind- en watermolens, Opwijk, jg. 30, nr. 4, okt.-dec. 2005, p. 90-92, ill.
Mailbericht Rob Claessens, Neeroeteren, 26.11.2015.

Persberichten
Theo Guffens, "Bezoek van koningin Fabiola aan de Pollismolen", in: Ezendröpke, Geschied- en Heemkundige Kring Groot-Bree, jg. 26, nr. 51, mei 2007, p. 32-35.
KVH, "Molenrad", in: Het Nieuwsblad, 06.05.2008.
"Ongeluk", in: Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, woensdag 30 juni 1886, p. 2, kol. 5 (93e jg., nr. 78).
KVH, "Pollismolen", in: Het Nieuwsblad, 11.07.2009.
Pa.Br., "Pollismolen wordt toprestaurant", Het Belang van Limburg, 07.07.2009.

Overige foto's

Pollismolen, Scheelenmolen, Opitter (Bree), Foto: Desert Rat, 16.03.2104 | Database Belgische molens
© Foto: Desert Rat, 16.03.2104
Pollismolen, Scheelenmolen, Opitter (Bree), Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 11.10.2006 | Database Belgische molens
© Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 11.10.2006
Pollismolen, Scheelenmolen, Opitter (Bree), Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 11.10.2006 | Database Belgische molens
© Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 11.10.2006
Pollismolen, Scheelenmolen, Opitter (Bree), Het sluiswerk. Foto: Rob Simons, Sint-Huibrechts-Lille, 29.08.2006 | Database Belgische molens
© Het sluiswerk. Foto: Rob Simons, Sint-Huibrechts-Lille, 29.08.2006
Pollismolen, Scheelenmolen, Opitter (Bree), Foto: Donald Vandenbulcke, Staden, 07.03.2009  | Database Belgische molens
© Foto: Donald Vandenbulcke, Staden, 07.03.2009