Molenzorg
navigatie Boechout, Antwerpen
Foto van Den Steenen Molen, Boechout, Foto: Rob Pols, Vlaardingen | Database Belgische molens © Foto: Rob Pols, Vlaardingen

Den Steenen Molen
Konijnenbergstraat 2
2530 Boechout
noordwesten
kruispunt Groene Stap
kadasterperceel D218
51.156910, 4.490906 (Google Maps)
De Molen van Boechout nv (Lodewijk Van den Brande, Boechout, gedel. bestuurder)
1782
Stenen stellingmolen
Korenmolen
Zeer brede onderzijde, 22 m hoog, stellinghoogte: 7,5 m.
Geklinknageld, 24 meter
2 steenkoppels (blauwe en Franse stenen), 2 builen
Maalvaardig
M: monument,
13 oktober 1943
Ploeg van vrijwillige molenaars o.l.v. Ludo Van de Velde, Boechout (tel: 03 455 88 32 - email: ludovdvelde@telenet.be) met ook: Patrik Rogiers, Marc Brodin, Luc Van de Wouwer, Marc Dietvorst, Luc Segers en Herman Vercammen.
Alle zondagen van 13 tot 17 uur of op verzoek (tel. 03.455.88.32, L. Van de Velde, e-mail: ludovdvelde@telenet.be).
06516 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

De Stenen Molen is een stenen korenwindmolen, vroeger ook oliemolen, type stellingmolen, in het noordwestenn van de Konijnenbergstraat (nr. 2), op de hoek met Groene Stap, te Boechout.

De molen werd gebouwd in 1782 als een stenen graan- en oliewindmolen. Bouwheer was Jan Frans Dielens, advocaat bij de Soevereine Raad van Brabant. Tegen zijn bouwaanvraag kwam veel verzet van Frans Palms, molenaar van de houten Berderenmolen aan de Oude Steenweg. Toch slaagde Dielens in zijn opzet. Hij verkreeg op 16 mei 1782 het begeerde octrooi van de Oostenrijkse keizer Jozef II. Vooreerst was er zijn hoge functie, als advocaat bij de Souvereine Raad van Brabant.Een doorslaggevend element was het feit dat dit een privé molen was en dus belasting verschuldigd aan de staat, in tegenstelling tot de Berderenmolen die afhankelijk was van de St. Baafsabdij in Gent. Frans Dielens en zijn opvolgers moesten jaarlijks 6 veertelen tarwe te betalen, "zoolang de molen zal existeren".

Enkele jaren eerder lukte het Guillaume Vanhoomissen, inwoner van Puurs, niet om in Boechout een graan- en oliiewindmolen op te richten. Zijn verzoekschrift aan de Financiële Raad in Brussel werd op 26 januari 1774 overgemaakt aan de Rekenkamer, maar er volgde geen octrooi.

In 1787 werd Anna Struyf, na het overlijden van haar man Jan Frans Dielens, eigenares van het molencomplex. In hetzelfde jaar hertrouwde ze met Jan Peeters, die alzo de nieuwe eigenaar werd. In 1793 hertrouwde Jan Peeters met Anna Engels. Ze stelden te koop: "eenen steenen koren en smoutwindmolen, leysemeelbraeck, smoutbakken, gestaen en gelegen tot Boechout over het Huys ten Halven". De molen werd blijkbaar niet verkocht want in 1804 hertrouwde Anna Engels, weduwe van molenaar Jan Peeters, met Jan Baptist De Herdt.

De molen deed goede zaken. In 1810 waren er één olieslager en 5 maaldersgasten te werk gesteld. De molen kwam in 1817, door vererving in het bezit van Jan Corluy en Elisa Palms (dochter van molenaar Palms van de Berderenmolen) waardoor beide molens in Boechout van één familie waren. De broer van Jan, Petrus-Josephus Corluy-Van Bouwel, was brouwer van de Kroon in Boechout en was er burgemeester van 1818 tot aan zijn dood in 1822.

De molen werd in 1817 andermaal te koop aangeboden: "een schoon en sedert weinig jaren nieuwgebouwden steenen graanwindmolen, hebbende twee graanmolens, smoutmolen en toebehoorten, smoutkelders, enz." Jan Corluy kocht de molen.

De molen staat aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842), op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benmaing "Steen Molen" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met een teken vann een stenen windmolen.

Kadastrale beschrijvingen:
- 1813: "il existe dans la commune de Boehcout deux moulins à vent, l'un bâti en pierre, et l'autre construit en bois; celui-ci néanmoins, appartenant au sieur Palms, meunier à Boechout, étant situé plus avantageusement (sur la chaussée d'Anvers à Lierre) et travaillant continuellement sera évalué brut 675 fr. et net 450 fr. Celui d Dehert Jean-Baptiste, situé dans les terres et souvent privé de travail, sera évalué brut à 475 fr. et net à 350 fr."
- 1830: "deze moeln is in steen gebouwd, hij heeft twee paar steenen om te malen, eenen breekmolen en pers en is gunstig gelegen tegen de dorpskom. Hij wordt door de eigenaar gebezigd"

Eigenaars:
- 1782, opbouw: Dielens Jan Frans, advocaat bij de Souvereine Raad van Brabant
- 1787, erfenis: Struyf Anna (overljiden van haar man Dielens Jan Frans)
- 1787, huwelijk: Peeters Jan, gehuwd met Struyf Anna
- 1793, huwelijk: Peeters Jan, gehuwd met Engels Anna (na overlijden van Anna Strruyf)
- 1804, huwelijk: De Herdt Jan Baptist, gehuwd met Engels Anna (na overlijden van Jan Peeters)
- 1817, erfenis: Corluy Joannes en Elisa Palms Elise (dochter van molenaar Palms van de Berderenmolen) waardoor beide molens in Boechout van één familie waren (overlijden van Jan Frans Dielens)
- voor 1834, eigenaar: Corluy-Servaes Joannes, molenaar te Boechout
- 08.10.1873, erfenis: de kinderen (overlijden van Joannes Corluy)
- 23.04.1880, deling: a) Corluy Egide Ferdinand, molenaar te Boechout, b) Corluy Joanna Isabella Roalia, landbouwster te Boechout en c) Corluy Joanna Maria, landbouwster te Boechout (notaris Geerts)
- 27.11.1894, deling: a) Corluy Joanna Isabella Roalia, landbouwster te Boechout en b) Corluy Joanna Maria, landbouwster te Boechout (notaris Van Calsteren)
- 05.04.1906, erfenis: Corluy Joanna Maria, zonder beroep te Boechout (overljiden van Joanna Isabella Corluy)
- 15.10.1910, verkoop: Voets-Van Immerseel Petrus, molenaar te Pulderbos (notaris Brees)
- 23.04.1923, erfenis: de weduwe en de  kinderen (overlijden van Petrus Voets)
- 29.07.1924, verkoop: Voets-Van Mechelen Franciscus, molenaar te Boechout (notaris Van de Ven)
- later, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Van Mechelen)
- 04.10.1963, erfenis: de kinderen (overlijden van Franciscus Voets)
- 1998, verkoop: Van den Brande, Geel (De Molen van Boechout nv)

In 1834 was de molen eigendom van molenaar Jan Corluy-Servaes. Hij overleed in 1873 en zijn kinderen erfden de molen. Hiervan werd Ferdinand Corluy de molenaar tot zjin overlijden in 1894. Zijn neef Corneel de Vos volgde hem op als molenaar. Na verdere erfenissen en delingen binnen de familie Corluy. kocht Pieter Voets-Van Immerseel, molenaar te Pulderbos, in 1910 de molen aan en kwam hem ook uitbaten.
De erfgenamen Voets verkochten de molen in 1998 aan de familie Van den Brande (zie hierover verder meer). 

Een dodelijk ongeval deed zich voor op maandag 22 oktober 1894. Gommaar De Bruyn uit de Vervlietstraat te Lier was knecht bij molenaar Corluy op de Stenen Molen te Boechout. Hij was bezig aan het opzeilen van de molen, toen hij plots het evenwicht verloor en viel en door een van de draaiende molenwieken werd getroffen. Hij werd erg gewond naar zijn woning gebracht. Daar is hij de volgende dag overleden. Hij liet zijn vrouw en vele kinderen achter in groot verdriet.

De oliemolen werd op het einde van de 19de eeuw uitgebroken.

De molen leed in 1914 door de oorlog enige schade. In 1915 werd een benzinemotor aan het bedrijf toegevoegd.

Nog tot 1942 maalde Frans Voets nog met de wind. De molen werd op 13 oktober 1943 beschermd als monument. De bescherming van de omgeving, als dorpsgezicht, volgde pas op 18 november 1991.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1944, werd het gebouw geraakt door een V1 (vliegende bom). De schade was enorm. In 1945 werd hier een mechanische maalderij geïnstalleerd aangedreven door een 4-cilinder Listermotor, gekocht van het Engels leger. Tot 1975 maalden de kinderen Voets nog met deze motor die nog bewaard gebleven is en weer werkingsklaar zal gemaakt worden.

De familie Voets besloot in 1962 de vervallen molen te herstellen; dit gebeurde in 1964-1965 door de molenbouwers Caers uit Retie. De gemeenteraad van Boechout besloot in 1974 dat ze de molen zou willen aankopen. Er kon echter geen overeenkomst bereikt worden met de eigenaars. De molen verviel steeds verder. Op 8 maart 1981 knakte tijdens een storm een wiek af die bleef hangen en door de brandweer moest verwijderd worden.

Gelukkig daagde in 1998 de familie Van den Brande uit Geel (De Molen van Boechout nv) op. Zij lieten de molen zeer grondig herstellen: de romp kreeg een geheel nieuwe buitenmantel en de firma Dockx (met molenmaker Caers) zorgde voor de molentechnische uitrusting. In augustus 2004 werd de molen plechtig ingehuldigd en is hij wederom regelmatig in werking door enkele gediplomeerde vrijwillige molenaars. In het nieuwe bijgebouw werd een sfeervolle drank- en eetgelegenheid 'Restaurant Den Conijnsber) ingericht, maar die sloot in februari 2011 zijn deuren.

De molen draait nu zeer regelmatig en lokt vele bezoekers. Er is een actieve ploeg van vrijwillige molenaars onder leiding van Ludo Van de Velde, Boechout (tel: 03 455 88 32 - email: ludovdvelde@telenet.be) met ook Patrik Rogiers, Marc Brodin, Luc Van de Wouwer, Marc Dietvorst, Luc Segers en Herman Vercammen. 

Begin september 2011 kreeg de molen een grondige behandeling tegen de houtinsecten, waarbij hij vol gas werd gespoten. Rond de molen werd een veiligheidsperimeter ingesteld waarbij de zone voor drie dagen werd afgesloten.

In 2014 kreeg de romp een niuewe kalkbeurt. Er werd gebruik gemaakt van een geschikte mengverhouding van de caseïne in het kalkmengsel. De vroegere vochtige romp werd waterdicht gemaakt  en kreeg een nieuwe schilderbeurt . Er werd een dakgoot aangebracht om het regenwater deels te kunnen afwenden.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bouwkundige en technische beschrijving

De romp heeft een typische vorm: zeer breed onderaan (diameter 17 m) en relatief smal van boven. De totale hoogte van de molen is 22 m. Aan de basis zijn de muren 1,5 meter dik, bovenaan nog slechts 0,4 meter. De molen was vroeger een zetelkruier. Tijdens de laatste restauratie werden de overgebleven vaste zetelbalken weggenomen. Oorspronkelijk bestond de lange spruit uit twee stukken die centraal in de kap lagen. Bij de laatste restauratie werden ze vervangen door één balk die nu tussen het vangwiel en het wiekenkruis ligt. Het wiekenkruis heeft een diameter van 24 meter en bestaat uit geklinknagelde roeden. Voor de laatste restauratie was er een Pot- en een Verhaegheroede. Door het jarenlang gebruik van een drooginstallatie die zijn vocht in de molen afgaf, werden de stenen van de romp aan de binnenkant sterk aangetast. Van de vroegere olieslagmolen blijft enkel de oliekelder over. Alle toestellen die op de begane grond stonden werden verwijderd. De mechanische maalderij naast de molen werd omgebouwd tot een taverne.

- de binnendoorsnede van het gelijkvloers van de molen meet 12 m 
- de muren onderaan zijn 1,40 m breed en bovenaan nog 40 cm 
- de totale hoogte van de molen is 23 m 
- de wieken zijn elk 12,8 m lang en de doorsnede van het gevlucht is 25,9 m 
- de top van de wiek rijkt tot 35 m hoog

Inrichting per verdieping, door Ludo VAN DE VELDE

Gelijkvloers. Vroegere olieslagerij
Bij de oprichting in 1782 stond hier een installatie om olie uit (kool)zaad te persen. Deze werd verwijderd op het einde van de 19° eeuw, enkel de oliekelder is gebleven. In 1945 werd hier een mechanische maalderij geïnstalleerd aangedreven door een 4 cilinder Lister motor.
Deze motor is bewaard en wordt gerestaureerd om later te gebruiken als aandrijving voor een olieslagerij in een bijgebouw naast de molen. De stenen voor de kollergang liggen reeds ter plaatse en werden gerecupereerd uit de verdwenen oliemolen van Meerhout. De olieslagerij en mechanische maalderij werden niet mee gerestaureerd.

Eerste verdieping. Stapelzolder - Gaanderij
Deze zolder werd hoofdzakelijk gebruikt als opslagplaats.
Later, eind jaren 50, werd hier een graandroger geplaatst.
Nu wordt deze ruimte gebruikt om allerlei molenaarsvoorwerpen uit vervlogen tijden tentoon te stellen.
Er staat ook een buil om het meel te zeven.
De gaanderij of stelling bevindt zich ter hoogte van de 2de verdieping op een hoogte van 7 meter en wordt gebruikt om de molen in de wind te zetten, te remmen en de wieken op te zeilen. De beplanking bestaat uit eiken balken die behandeld werden tegen vocht. De schoren en liggers zijn uit belinga en staan op een speciaal ontworpen arduinen blokje om waterinsijpeling in de romp te vermijden.
De kruihaspel is nog origineel. De oude kruiketting liep vermoedelijk volledig rond maar een effectief bewijs hiervan en hoe is niet gevonden gezien de gaanderij volledig verdwenen was. Het gevlucht heeft een geklinknagelde roede met een lengte van 13,80m en is oud -Vlaams opgehekt met een breedte van 85cm en een voorzoom van 50cm.

Tweede verdieping. Meelzolder.
Hier wordt het meel opgevangen in zakken en controleert de molenaar het doen en laten van de molen, oa: regelen van de kwaliteit en kwantiteit van het meel, bediening van de vang ... .
De westelijke meelgoot was nog aanwezig en werd tijdens de restauratie volledig gekopieerd omdat ze in te slechte staat was.
De pasbalk, kruisbalk en ezel werden behouden, samen met de taatspot en het peerijzer.
De noordelijke meelgoot was verdwenen en is een kopie van de westelijke meelgoot. Op alle zolders werden de Moerbalken behouden en voorzien van nieuwe kopstukken en sloffen, ook de dochterbalken werden behouden, de kinderbalken gedeeltelijk.
De 4 deuren die toegang verlenen naar de gaanderij staan op de 4 windstreken.

Derde verdieping. Steenzolder.
Op deze zolder liggen de molenstenen. Vroeger 3 koppels, nu nog 2. Het westelijk koppel (of achterste koppel), een koppel Duitse basaltsteen met zwaaipandscherpsel, was nog aanwezig op de molen. De stenen werden gescherpt en voorzien van een nieuwe steenkuip en rondsel.
De oorspronkelijke ijzerbalk werd behouden maar is reeds versterkt moeten worden. Het noordelijk koppel (of voorste koppel), een koppel Franse zoetwaterkwarts met rechtpandscherpsel, werd gerecupereerd uit de mechanische maalderij en voorzien van een nieuw rechtsdraaiend scherpsel en volledig nieuw geïnstalleerd.
De nog aanwezige ijzerbalk werd vervangen door een nieuwe. Ook de bestaande galg was in te slecht staat en werd vernieuwd.
De stenen worden aangedreven via de koningsspil door het kroon- of sterrewiel. Het kroonwiel werd volledig vervangen, het oude werd geconserveerd vanwege de waardevolle historische inscripties.

Vierde verdieping. Luizolder
Op de luizolder bevindt zich het mechanisme om de zakken naar boven te trekken. Dit kan zowel manueel als met de wind gebeuren. Dit is een sleep luiwerk.
Er stond een elektrisch luiwerk in de molen maar dit werd niet mee gerestaureerd. Vermoedelijk stond er aan de westzijde een tweede luiwerk, maar daar werd niets meer van terug gevonden tijdens de restauratie.

Vijfde verdieping. Kapzolder - de kap.
Deze zolder bevindt zich juist onder de kap en wordt enkel gebruikt tijdens het onderhoud van de molen.
Hier bevindt zich de Bonkelaar die de koningsspil aandrijft.
Deze Bonkelaar werd gerestaureerd in 1962 en is terug in gebruik.
De koningsspil is nog origineel en werd na grondige inspectie terug in gebruik genomen, de pen werd in epoxyhars ingegoten voor een betere houvast.
De kap is volledig vernieuwd, en een kopie van hetgeen er vroeger opstond. De daklijsten zijn op vraag van de molenmaker en Le/Mo verzwaard 7cm in het vierkant. De lange spruit werd verplaatst tot voor het vangwiel en rust nu op een uitstekende daklijst uit één stuk, deze stond oorspronkelijk achter het vangwiel op twee apart uitstekende daklijsten. De kap staat op een Engels kruiwerk zodat deze 360° kan draaien. Dit gebeurt met een kettinghaspel op de gaanderij. Het kruiwerk werd integraal opnieuw gebruikt. Het vangwiel zet de verticale draaibeweging van de wieken via de bonkelaar over op de koningsspil.
Het vangwiel is een armwiel (in olm) met spaken doorheen de molenas, waarvan de 4 halvemaanstukken of loeten werden behouden. Er zijn 48 kammen in essenhout die in 23 spillen draaien van haagbeuk.
Rond het vangwiel is een houten beleg voorzien in wilg, ook de vang werd bekleed met wilg, en is van het type blokvang en dient om de molen te remmen. Deze wordt via een touw bediend van op de gaanderij.
De molenas werd volledig vervangen wegens te slechte staat van de oude.

Aanvullende informatie

Jaarlijks aantal asomwentelingen
2003: 14.590

Overlijdensbericht van Frans Voets in De Belgische Molenaar van 22.10.1963.
+ Frans VOETS
Op 4 oktober 1963 is te Boechout (LIer) in zijnn 82ste levensjaar overleden
DE HEER FRANS VOETS
weduwnaar van Mevrouw Maria Melania Van Mechelen,
Maalder te Boechout,
Bestuurslid van de Maaldersbond der provincie Antwerpen,
Ondervoorzitter der Koninklijke Harmonie van Boechout,
Bestuurslid van de Land- en TUinbouwmaatschappij Dodoens,
Vereerd met het bijzonder Landbouwereteken 2de klas,
Erebewijs van de Nationale Federatie der Katholieke Muziekmaatschappijen van België.

Vlaams parlement - schriftelijke vragen
Geert Bourgeois
viceminister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand

Vraag nr. 4 van 28 september 2010 van Marleen Van den Eynde
Molen van Boechout   -   Herstellingswerken
Zeven jaar geleden werden er restauratiewerken uitgevoerd aan de Boechoutse molen aan de Konijnenbergstraat in Boechout. Ondertussen blijken nieuwe dringende ingrepen noodzakelijk.  De kalklaag die 7 jaar geleden werd aangebracht aan de romp van de molen zorgt voor problemen van insijpelend vocht.
Modernere middelen mochten eertijds niet gebruikt worden , doch blijken deze modernere technieken beter slechte weertoestanden te doorstaan.
Er doen zich eveneens problemen voor met het houtwerk van de wieken. Herstellingswerken aan deze wieken werden blijkbaar niet toegestaan door Monumenten en Landschappen.
1. Kan de minister meedelen waarom dringende herstellingswerken aan de molen van Boechout nog niet mogen uitgevoerd worden van Monumenten en Landschappen?
2. Klopt het dat er momenteel geen geld beschikbaar is om restauratiewerken aan de molen van Boechout te subsidiëren?
3. Is de minister van mening dat er geen moderne technieken mogen worden toegepast voor de herstellingswerken aan de romp, gelet op de slechte resultaten van restauratie met kalklagen?

Antwoord op vraag nr. 4 van 28 september 2010 van Marleen Van den Eynde
1. Ruimte en Erfgoed heeft voorgesteld om een voorafgaandelijk wetenschappelijk onderzoek door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium aan te vragen om de juiste remidiëring te kennen voor deze problematische molenromp. Dit maakt onderwerp uit van een onderhoudspremie. De herstellingswerken zullen in een volgende fase, eveneens met een onderhoudspremie, uitgevoerd worden. Gezien de hoogdringendheid van de ingrepen en gezien de lange doorlooptijd van een restauratiedossier is met Ruimte & Erfgoed afgesproken het dossier op te delen in een aantal onderhoudspremies.
2. De volledige aanvraag voor het betreffende dossier is aan mijn diensten bezorgd op 29 juli 2010, waarna het op 3 augustus 2010 met een gunstig advies bezorgd is aan de centrale dienst premies en subsidies in Brussel. Omdat er momenteel geen kredieten meer voorhanden zijn inzake onderhoudspremies, is het dossier op de wachtlijst geplaatst. Ik maak dit jaar nog de nodige budgetten vrij om aan de huidige behoefte van onderhoudspremies tegemoet te kunnen komen.
3. Indien wordt vertrokken van een juiste diagnose, kunnen er uiteraard moderne technieken gebruikt worden voor de herstellingswerken aan de romp, indien deze beter zijn dan de traditionele technieken.
De in het verleden aangebrachte kaleilagen bleken weinig duurzaam. Eén van de oorzaken hiervan is dat de vochtbelasting op een konische molenromp altijd bijzonder hoog is, want het water loopt langzaam naar beneden en elke oneffenheid en onregelmatigheid geeft kans op waterinfiltratie. De aanwezigheid van zouten en het uitbloeien van deze zouten is problematisch. Een molen is bovendien een machine en de molenromp is onderhevig aan trillingen. Deze trillingen hebben microscheuren tot gevolg in het oppervlak van aangebrachte beschermingslagen. Via deze scheuren kan vocht indringen achter het systeem. Algenvorming en mosgroei hebben bovendien een katalyserend effect op het degeneratieproces van de gevelbehandeling.

Het Laatste Nieuws, 29.10.1894 (Ed.1), p. 3 (medegedeeld door A. Smeyers, Alsemberg)
Lier - Een onzer stadsgenooten, M. Gom. De Bruyn, wonende Vervlietstraat, knecht van den molenaar Corluy, te Bouchout, was maandag bezig aan het opzeilen van den molen, waarbij hij eensklaps het evenwicht verloor en viel. Door de molenwieken getroffen is de man erg gekwetst naar zijne woning gebracht, waar hij den volgenden dag overleden is. De ongelukkige laat eene weduwe met verscheidene kinderen achter.

 

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad. Verzoekschrift door Guillaume Vanhoomissen uit Puurs om in Boechout een graan- en oliewindmolen op te richten, voor advies aan de Rekenkamer, 26.01.1774.

Uitgegeven bronnen
Het Laatste Nieuws, 29.10.1894 (Ed.1), p. 3 (dodelijke wiekslag)
De Belgische Molenaar van 22.10.1963 (overlijdensbericht van Frans Voets )

Werken
P. Pittoors, "De molen van Boechout", in: De Belgische Molenaar, LX, 1965, p. 66-68.
K. Lemmens, "Boechout. Protest tegen de oprichting van de stenen molen, anno 1782", in: Ons Molenheem, jg. 7 (1987), nr. 4, p. 3.
Julien Palmans, "De Berderen Molen. 1. De molens van Boechout. 2. De Berderen Molen van Boechout voor 1611"in: Bijdrage tot de geschiedenis van Boechout-Vremde, Jaarboek 1994, p. 87-197.
P. Pittoors, "De stenen molen van Boechout", in: Katalogus van de molententoonstelling te Boechout en Kasterlee, 1965.
J. Palmans, "De Stenen molen van Boechout", in: "Het Speelhof", Boechout-Vremde, nrs. 18-23: jg. 6 (1989), sept., p. 8-; dec. p. 11-; jg. 7 (1990), maart, p. 9-10; juni, p. 3-5; sept. p. 6-9; dec., p. 18-21, ill. plans;
J. Palmans, "Geen tweede molen in Boechout", in: Het Speelhof, jg. 5, nr. 15, nov. 1988, p. 12;
Julien Palmans, "De stenen Molen van Boechout", in: Bijdrage tot de geschiedenis van Boechout-Vremde, Jaarboek 1996, p. 23-44.
Julien Palmans, "Amerikaans bezoek aan den Steenen Molen van Boechout", Het Speelhof (Heemkundige Kring Het Speelhof), jg. 2004, nr. 79, p. 1195.
Bijdrage tot de geschiedenis van Boechout, Gemeentegids 1974, dl. II, [Boechout, 1974].
R. Moretus, "Historisch overzicht betreffende de stenen molen van Boechout", in: Natuur- en Stedenschoon, XXX, 1957, p. 93-94.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen, Nieuwkerken, Ten Bos, 1983, p. 27-29.
Herman Holemans, "Provincie Antwerpen - Volledig overzicht van bestaande & verdwenen wind- water- & rosmolens", Kinrooi, Studiekring "Ons Molenheem", 1986, p. 19.
Herman Holemans, "Wind- en watermolens van de provincie Antwerpen. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-G", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", 2009, p. 29.
M. Verhoeven, "Boete vanwege verwaarlozing beschermde windmolen te Boechout", in: Molenecho's, XXI, 1993, nr. 2, p. 88.
Lieven Denewet, "Ontmantelingen als aanloop tot restauratie - 2" (Bikschote, Boechout, Denderwindeke, Geel, Harelbeke, Pittem, Zarren), in: Molenecho's, XXX, 2002, nr. 3, p. 83-89.
Lieven Denewet, "De dubbele bekroning van Steven Somers (13 jaar) uit Boechout", in: Molenecho's, XX, 1992, nr. 1, p. 5-6.
Els De Kinderen, "Hoopgevende tendenzen - Nieuw leven rond Straalmolen te Olmen - Molen in de Prosperhoeve te Kieldrecht - De molen van Boechout", in: "Levende Molens", jg. 11 (1989), nr. 11, p. 90-91.
F. Brouwers, "De toekomst van een verleden. Levende molens in de provincie Antwerpen", s.l., Levende Molens Werkgroep Kempen-Antwerpen, (1997).
J. Spruyt, "Molenzorg te Antwerpen", in: Natuur- en Stedenschoon, LXVII, 1998, nr. 6, p. 29-30.
A. Van Stappen, "Wordt de stenen windmolen te Boechout hersteld?" in: Natuur- en Stedenschoon, LXIV, 1995, nr. 3, p. 38-39.
John Verpaalen, "Tienjarige Steven [Somers] neemt het op voor Boechoutse molens", in: "Levende Molens", jg. 11 (1989), p. 36-38.
F.J.B. Dirks, "Wat met de stoere windmolen te Boechout?", in: Natuur- en Stedeschon, jg. 55 (1986), nr. 3 (mei-juni), p. 24-26.
Els De Kinderen, "De windmolen van Boechout in het nieuws gekomen", in: Levende Molens, jg. 4 (1981), nr. 6, 22 maart, p. 29-30.
(F. Brouwers), Vlaams-Brabantse contactdag 2005, (Antwerpen, 2005).
Hugo Lambrechts-Augustijns, "De handgraanmolen te Boechout", Het Speelhof (Heemkundige Kring Het Speelhof, Boechout), jg. 2006, nr. 86, p. 14-16.

Persberichten
W. Van Gelder, "De molen van Boechout: schande van het dorp. (Die van 'den Boshoek')", in: Gazet van Antwerpen, 11 dec. 1985, p. 26, ill.;
"Grootste molen van de Lage Landen staat in Boechout", in: Gazet van Antwerpen, 09.08.2004.
KCL, "Opsmuk molen is geen taak voor gemeente", in: Het Nieuwsblad, 11.12.2008.
KCL, "Parkeersituatie Konijnenbergstraat wijzigt niet", in: Het Nieuwsblad, 29.01.2009.
KCL, "Kerstbomen", in: Het Nieuwsblad, 22.01.2009.
"Den Steenen Molen", Gazet van Antwerpen, 13.07.2009.
Karl Clockaerts, "Molenfeesten boeien jong en oud", in: Het Nieuwsblad, 22.08.2009.
Thierry Wilmotte, "Le mécénat d'une firme automobile Liège et Chaudfontaine distingués par un prix", Le Soir, 07.11.1991.
Michel Hubin, "Prix national du patrimoine", Le Soir, 04.11.1991.
Karl Clockaerts, "Boechoutse molen ondergaat restauratie", Het Nieuwsblad, 30.04.2010.
KCL, "Terug in de tijd op Molenfeesten", Het Nieuwsblad, 20.08.2010.
KCL, "Toestand Steenen Molen niet alarmerend", Het Nieuwsblad, 07.12.2010.
Ludwig Van Gelder, "Sluiting restaurant Den Conijnsberg gevolg van werkzaamheden in Hove", Gazet van Antwerpen, 12.01.2011.
Karl Clockaerts, "Restaurant Den Conijnsberg sluit deuren na Valentijn", Het Nieuwsblad, 12.01.2011.
Karl Clockaerts, "Restaurant Den Conijnsberg zet er een punt achter", Het Nieuwsblad, 12.01.2011.
KCL, "Molenfeesten en Wereld-Missiehulp slaan handen in elkaar", Het Nieuwsblad, 17.08.2011.
Karl Clockaerts, "Wereld-Missiehulp viert jubileum op Molenfeesten", Het Nieuwsblad, 23.08.2011
"Molenfeesten en 25 jaar Wereld-Missiehulp", Kerknet.be, 26.08.2011.
KCL, "Groene Stap drie dagen dicht", Het Nieuwsblad, 30.08.2011.
KCL, "Wegen naar scoutslokaal en molen opgewaardeerd", Het Nieuwsblad, 28.09.2011.
Ludwig Van Gelder, "Wegen naar molen en scoutslokaal worden opgewaardeerd", Gazet van Antwerpen, 29.09.2011.
KCL, "Molenfeesten vieren jubileum", Het Nieuwsblad, 17.08.2013.
KCL, "Molenfeesten hebben de wind mee", Het Nieuwsblad, 19.08.2013.
KCL, "Kerstboomverbranding naast Steenen Molen", Het Nieuwsblad, 23.01.2014.
Patrick Vandyck, "Organisatoren Molenfeesten beloven volksfeest voor 10de jubileumeditie", Gazet van Antwerpen, 17.08.2013.
Patrick Vandyck, "De Steenen Molen wordt Bar Marcel", Gazet van Antwerpen, 09.10.2013.
Filip Spoelders, "Acht vrienden maken van wijndomein Oud Conynsbergh de 'zuidflank van Boechout'. Eerste Antwerps wijnbedrijf van start", Het Laatste Nieuws, 11.04.2014.
RBM, "Vriendengroep legt eerste wijngaard in streek aan", Het Nieuwsblad, ed. Mechelen-Lier, 12.04.2014.
Ludwig Van Gelder, "Molenfeesten worden voorlopig niet meer georganiseerd", Gazet van Antwerpen, 22.04.2014.
Wout Engels, "Toen en nu", Het Nieuwsblad, 27.08.2014.
Ludwig Van Gelder, "Molenaars niet te spreken over bouwplannen op Jef van Hoofplein", Het Nieuwsblad, 13.08.2015.
KMA, “Boechout. Wijndomein in schaduw witte molen met dikke buik”,  Gazet van Antwerpen, editie Noord, 26-27.09.2015, p. 39.

Mailberichten
Maarten Osstyn, Adegem, 04.12.2017.
Ludo Van de Velde, Boechout, 04.03.2018.

Overige foto's

transparant