Molenechos's Homepage Molenechos.org

Ukkel, Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Bestaande molen

Karakteristiek

Naam
Roze Molen, Moulin Rose
Ligging
Roze Molenweg
1180 Ukkel
Wijtsmanpad
op de Verrewinkelbeek
Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Geo positie
50.774563, 4.341879 (Google Streetview)
Eigenaar
Privaat
Gebouwd
1547, huidig gebouw van 1750, vergroot in 1917
Type
Bovenslag watermolen
Functie
Korenmolen
Kenmerken
Voor ca. 1718: papiermolen
Gevlucht/Rad
Metalen bovenslagrad (ca. 1850) onder een houten uitbouw
Inrichting
Verwijderd
Toestand
Ingericht als woning
Bescherming
niet,
Niet beschermd
Molenaar
Geen
Openingstijden
Niet toegankelijk
Database nummer
1181
Ten Bruggencatenummer
51181  
© Foto: Niels Wennekes

Beschrijving / geschiedenis

De Roze Molen van Ukkel is gelegen aan de grens met de gemeente Linkebeek. Deze molen werd in 1547 gebouwd als papiermolen. Leden van de familie Clabots waren er papiermakers eind 16de eeuw en in de 17de eeuw.

Het is bekend dat men vroege zeer streng was op het naleven van de zondagsrust. In een bisschoppelijke brief van 9.9.1598 o.m. werd er aan herinnerd en tevens de zondagsrust in  de graan- en papiermolens geregeld: «Mathias, aertsbis­schop van Mechelen, allen den ghenen die dese onse letteren sullen sien oft horen lesen, Saluyt in den Heere, wij doen te weten, hoe dat men bevindt als dat  deur die verwoestheyt van de langhdurighe oerloghe ende ongeschicte verhin­deringhe des tijts soe ter steden als ten platten  lande seer quaelijek geviert ende onderhouden worden die heylighe sondaegen ende vierdagen der heylighen kercke, tot groote quetsingen der conscientien, soe eest dat wij eenen gelijcken binnen onsen aertsbisdomme... wel scherpelijcke verbieden op eenighe der sondagen, hoochtijclen, onse lieve vrouwen daegen, aposteldaghen, twee feestdaghen naer kersmisse, twee naer Paesschen ende twee Sinxenen, nieuwe jaers dach, drije coninghen dach, heylic cruysvindinghe, ascensioens dach, heylich sacraments dach, Sint Jans Baptisten dach, Sincte Laureys dach, Sinte Michiels dach, op den patroon oft patronesse dach van elcker prochien aldaer heylich dach sijnde, te doen eenighe slaevelijcke wercken deur hen oft deur sijne huysgenoten oft andere werckluden als van am­bachten,  lantbouwinghe, schepen of wagens te laden oft lossen bier, hout, colen, kareel, kalck, steen oft andere mate­rialen oft aerbeydelijcke vrachten te voeren.

Ierst aengaende de meulders, midts dyen de gemeynten nootelijck is allen tijts versien te sijn van meel, ende nocht ans dickmael noch water noch wint en dient, sal den selven geoirloft sijn op alle sondaghen ende heylighe dagen uytge­nomen die vier hoochtijden, onse L. vrouw en daegen, jaers dach, drije coninghen dach, ascensioens ende heylich Sacra­ments dach, midtsgaders de patroonen ende patronessen daeghen van elcker plaetsen, te muegen malen den geheelen tijt door, behoudens dat sij ophouden van sesse uren smor­gens tot den sesse uren tsavonts, van half merte tot Bamisse,

Ende van Bamisse tot half merte, sullen sij moeten ophouden te seven uren smorgens, ende mogen beginnen te vijffve ure tsavonts, twaere dat noot anders verheyschte, in welcken gevalle sij sullen moghen aen ons oft aen onsen vicaris ofte lantdeken voorder consent begeren, wel verstaende nochtans dat men op gheene sondagen oft heyliche dagen en sal ver­mogen op rosmeulens malen nocht graen ter meulen oft  meel van daer moghen draghen oft vueren» .

In 1614 (Jachtrecht 250) waren lngel Coppens en Joos van den Plast, papiermulders gecalengiert geworden omdat ze op zondag 16 juni van dat jaar op hun «pampier molen soude hebben doen oft laten stampen die stoffen dienende tot het maecken van grauwt pampier... Ter goeder trouwen wandel en» wilden zij niet ontkennen «dat zij op 16 juny sijnde geweest sondach hennen pampiermolen impliciter heb­ben gedraeyt sonder dat daertoe eenighe stoffen in de backen sijn gekeert oft geruert geweest... ». Op 27 juni daarop werd ook de wed. Pletinckx voor hetzelfde feit bekeurd, en in 1617 lngel Heymans er op betrapt dat hij «op de 2de en 3de kersdach hadde doen ende Jaeten draeyen sijnen pampier muelen ». Er moest toch wel iemand, zo luidde zijn verweer, bekommert geweest sijn om die gaê te slaen ... gemerckt den selven had de ledich gestaen ende nyet gedraeyt op te 1ste kerstdach daerdeur notsaeckelijck moet volgen dat de gedaeghde oft yemande van sijnentwegen den selven heeft doen draeyen ende daertoe gereedt gemaeckt tegen den 2" kerstelach » (ibid. 25 1).

De betrokkenen lieten zich echter niet onbetuigd en legden een bewijs voor van landdeken Vinck van Brussel, dat luidde als volgt «Onsen alder Eerweerdichsten heere den Aertsbisschop van Mechelen heeft verclaert als dat de pampier molens mogen drayen op sondaghen ende heylighe dagen bij soe verre als daer nyemant mede bekommert (te­werkgesteld) en sijn om die gade te slaen ende de stof in de backen te keeren ende roeren ende alsoo nyet calengierbaer (bekeurbaar) en sijn als overtreders der feestdagen dan allen mogen de molens sluyten, welck ick ondergeschreven attestere met onderteeckeninge mijn naemps desen 22.6.1610 ende was onderteeckent Peeter Vinck lantdeken».

Vanaf 1718 deed de molen dienst als graanmolen. De molen was tevens banmolen voor de bewoners van Linkebeek. Het huidige gebouw dateert van ± 1750 en werd vergroot in 1917. Reeds rond 1850 werd een metalen bovenslagrad geplaatst, naar een studie van Solvay.

Kroniek met opeenvolgende eigenaars en molenaars-bewoners (door R. Meurisse, Ukkel)
1547       Jan van Linth bouwde de molen
1554       papiermole
1554       Jan Winderickx, knecht
1566       Guiliam Pletinckx, eigenaar
1596       Gabriel Paul en Ingel Clabots: knechten
1614       Wwe Pletinckx, eigenaar
1614-17 Ingel Coppens, Joos vd Plas, Ingel Heymans: huurders-bewoners
1683       Gilles Clabots, eigenaar
1699       Jacques Heymans X N. Everaaerts, eigenaar
1709       Pieter Winderickx, eigenaar
±1718     veranderd in graanmolen
1747        Wwe P.Winderickx (Meerts E.)
1756       Pieter Holemans X Winderickx A-M
± 1750    Bouw van het huidige gebouw (studie Solvay)
1772        J.- B.Winderickx X Temmerman, eigenaar
1810        Wed Jan Dandenaert +, eigenaar
1820        abbé Jules Deklop +, eigenaar
1830       Dillers de Villers Henri + erfg. Charles, eigenaar
1847       Crockaert Henricus (landbouwer), eigenaar
1847       graenmolen 0,80 are / vijver 29,10 are
± 1850    metalen rad (studie Solvay)
1860       bepaling waterpeil: 63,13 m boven zeeniveau (idem in 1884)
1884       Demeyer M. / Demeyer Stevens (z.b.), eigenaar
1884       graenmolen 0,80 are / vijver 29,10 are
12/5/1890 Demeyer Ch. (huurder-molenaar) X Stevens L.
1900        Matheas Cath. : dienstbode (1915-17)
1916        Heymans-Jakemeyn Tobie, eigenaar huis 2,1a. / molen 1 a. / vijver 29,1 a
25/10/1916 Van de Wiele F (huurder-molenaar) X Naeyaert R.
9/5/1919 Paridaens P (huurder-molenaar) X Jakemyn P. & Lanoey L. (molenaar) X Theunis J.
1917        huis 2,45 a/ vijver 20,40 a/ tuin 7,06 a
24/1/1924  Demeyer Ch. X Stevens L. (huurder-herbergierster), Heymans T. (herbergier) X Hofmans Marie
1930        Maeck-Van Dumen V. (rentenier), eigenaar
1931        Laiterie-Restaurant (Y. Lados)
21/3/1930 Roze Molenweg: officiële naam (Ukkel)
1932 - 58 28 families bewoners die soms maar een paar maanden verbleven, behalve rond WO II (1938-1947) en van 1950-1954
1941       Wwe A. Maeck (4 aug.), verkocht deel aan Bernard Justin Maeck (10 aug.)
1953       Desmet Jeanne & Thielemans Mireille, huurder
1970       Vandenabeelen-Janisset J. + Thilmany-Vandenabeelen E., eigenaar huis 2,45 a./ vijver 20,40 a./park 75,18 a.

De aanleg van de nabijgelegen spoorweghalte Linkebeek (omstreeks 1875) bracht toeristen naar de molenvijver, die benut werd als visvijver. Volgens de plaatselijke gewoonte konden bezoekers hun dorst lessen bij de molen. Aan het einde van de 19de eeuw begon de molenaar een café in de molen. De molen zelf bleef in werking. In 1920 werd hij stilgelegd en kreeg dan enkel een bestemming als herberg. Vanaf 1931 was er een "laiterie-restaurant" gevestigd. Het waterrad dreef een generator aan voor de elektriciteitsvoorziening.
Het horecabedrijf "Au Moulin Rose" ontwikkelde zich snel tot een bekende trekpleister. Tussen ca. 1885 en 1955 verschenen er vele prentbriefkaarten van de molen en de vijver, waarop de evolutie die het molengebouw doormaakte zichtbaar is. De Roze Molen is sinds 1955 in gebruik als woning. Vanaf het Wijtsmanpad langs de molen is, onder een houten uitbouw, het metalen waterrad van ca. 1850 te zien.

Niels Wennekes; met dank aan A. Geysels, Linkebeek en R. Meurisse, Ukkel

Aanvullende informatie

Opeenvolging van de eigenaars en molenaars-bewoners
(door R. Meurisse, Ukkel)

1547       Jan van Linth bouwde de molen
1554       papiermolen
1554       Jan Winderickx, knecht
1566       Guiliam Pletinckx, eigenaar
1596       Gabriel Paul en Ingel Clabots: knechten
1614       Wwe Pletinckx, eigenaar
1614-17  Ingel Coppens, Joos vd Plas, Ingel Heymans: huurders-bewoners
1683       Gilles Clabots, eigenaar
1699       Jacques Heymans X N. Everaaerts, eigenaar
1709       Pieter Winderickx, eigenaar
±1718     veranderd in graanmolen
1747        Wwe P.Winderickx (Meerts E.)
1756       Pieter Holemans X Winderickx A-M
± 1750    Bouw vh huidige gebouw (studie Solvay)
1772        J.- B.Winderickx X Temmerman, eigenaar
1810       Wed Jan Dandenaert +, eigenaar
1820        abbé Jules Deklop +, eigenaar
1830       Dillers de Villers Henri + erfg. Charles, eigenaar
1847       Crockaert Henricus (landbouwer), eigenaar
1847       graenmolen 0,80 are / vijver 29,10 are
± 1850    metalen rad (studie Solvay)
1860       bepaling waterpeil: 63,13 m boven zeeniveau (idem in 1884)
1884       Demeyer M. / Demeyer Stevens (z.b.), eigenaar
1884      graenmolen 0,80 are / vijver 29,10 are
12/5/1890 Demeyer Ch. (huurder-molenaar) X Stevens L.
1900        Matheas Cath.: dienstbode (1915-17)
1916       Heymans-Jakemeyn Tobie, eigenaar
huis 2,1a. / molen 1 a. / vijver 29,1 a
25/10/1916 Van de Wiele F (huurder-molenaar) X Naeyaert R.
.9/5/1919 Paridaens P (huurder-molenaar) X Jakemyn P. & Lanoey L. (molenaar) X Theunis J.
1917       huis 2,45 a/ vijver 20,40 a/ tuin 7,06 a
24/1/1924  Demeyer Ch. X Stevens L. (huurder-herbergierster), Heymans T. (herbergier) X Hofmans Marie
1930       Maeck-Van Dumen V. (rentenier), eigenaar
1931       Laiterie-Restaurant (Y. Lados)
21/3/1930 Roze Molenweg: officiële naam (Ukkel)
1932 - 58 28 families bewoners die soms maar een paar maanden verbleven, behalve rond WO II (1938-1947) en van 1950-1954
1941       Wwe A. Maeck (4 aug.), verkocht deel aan Bernard Justin Maeck (10 aug.)
1953       Desmet Jeanne & Thielemans Mireille, huurder
1970       Vandenabeelen-Janisset J. +
Thilmany-Vandenabeelen E., eigenaar
huis 2,45 a./ vijver 20,40 a./park 75,18 a.

Constant Theys en Jules Geysels, "Geschiedenis van Linkebeek", Met een voorbericht van Jan Lindemans, Brussel, Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, Brussel, drukk. A. Hessens, 1957, 8°, 271 p.

De  Rozemolen. - Om dezelfde reden als voor het Hof te Homborch en  het Sint-Elooishot vermeld en we ook de Rozemolen  van de familieCrockaert Hendrik Jozef ± 1850 op de Verrewinkelbeek.

De molen zou eertijds een papiermolen geweest zijn, in 1563 opgericht en in 1718 in graanmolen veranderd. (Uccle au temps jaclis).

Thans ligt daar in een vredige afzondering, ingesloten tussen groenende heuvels en golvend  weilanden, een dichter­lijke verbruiksgelegenheid. Maar het klokkende, rekketekken­de, uitgemergelde houten rad is thans vervangen doo  een metalen en het edele graanmalen hee ft de plaats  geruimd voor een eigen elektriciteitsproduktie.

Aldus verdwenen, de ene voor de andere na, de typische getuigen uit een ver en nijver verleden. Slechts een paar schil­derijen en wat prentkaarten bewaren het beeld van deze aan­vallige Linkebeekse plekjes.

Het is bekend dat men oudtijds zeer streng was op het naleven van de zondagsrust. In een bisschoppelijke brief van 9.9.1598 o.m. werd er aan herinnerd en tevens de zondagsrust in de graan- en papiermolens geregeld: «Mathias, aertsbis­schop van Mechelen, allen den ghenen die dese onse letteren sullen sien oft horen lesen, Saluyt in den Heere, wij doen te weten, hoe dat men bevindt als dat deur die verwoestheyt van de langhdurighe oerloghe ende ongeschicte verhin­deringhe des tijts soe ter steden als ten platten  lande seer quaelijek geviert ende onderhouden worden die heylighe sondaegen ende vierdagen der heylighen kercke, tot groote quetsingen der conscientien, soe eest dat wij eenen gelijcken binnen onsen aertsbisdomme... wel scherpelijcke verbieden op eenighe der sondagen, hoochtijclen, onse lieve vrouwen daegen, aposteldaghen, twee feestdaghen naer kersmisse, twee naer Paesschen ende twee Sinxenen, nieuwe jaers dach, drije coninghen dach, heylic cruysvindinghe, ascensioens dach, heylich sacraments dach, Sint Jans Baptisten dach, Sincte Laureys dach, Sinte Michiels dach, op den patroon oft patronesse dach van elcker prochien aldaer heylich dach sijnde, te doen eenighe slaevelijcke wercken deur hen oft deur sijne huysgenoten oft andere werckluden als van am­bachten,  lantbouwinghe, schepen of wagens te laden oft lossen bier, hout, colen, kareel, kalck, steen oft andere mate­rialen oft aerbeydelijcke vrachten te voeren.

Ierst aengaende de meulders, midts dyen de gemeynten nootelijck is allen tijts versien te sijn van meel, ende nocht ans dickmael noch water noch wint en dient, sal den selven geoirloft sijn op alle sondaghen ende heylighe dagen uytge­nomen die vier hoochtijden, onse L. vrouw en daegen, jaers dach, drije coninghen dach, ascensioens ende heylich Sacra­ments dach, midtsgaders de patroonen ende patronessen daeghen van elcker plaetsen, te muegen malen den geheelen tijt door, behoudens dat sij ophouden van sesse uren smor­gens tot den sesse uren tsavonts, van half merte tot Bamisse,

Ende van Bamisse tot half merte, sullen sij moeten ophouden te seven uren smorgens, ende mogen beginnen te vijffve ure tsavonts, twaere dat noot anders verheyschte, in welcken gevalle sij sullen moghen aen ons oft aen onsen vicaris ofte lantdeken voorder consent begeren, wel verstaende nochtans dat men op gheene sondagen oft heyliche dagen en sal ver­mogen op rosmeulens malen nocht graen ter meulen oft  meel van daer moghen draghen oft vueren » .

In 1614 (Jachtrecht 250) waren lngel Coppens en Joos van den Plast, papiermulders gecalengiert geworden omdat ze op zondag 16 juni van dat jaar op hun «pampier molen soude hebben doen oft laten stampen die stoffen dienende tot het maecken van grauwt pampier... Ter goeder trouwen wandel en» wilden zij niet ontkennen «dat zij op 16 juny sijnde geweest sondach hennen pampiermolen impliciter heb­ben gedraeyt sonder dat daertoe eenighe stoffen in de backen sijn gekeert oft geruert geweest...». Op 27 juni daarop werd ook de wed. Pletinckx voor hetzelfde feit bekeurd, en in 1617 lngel Heymans er op betrapt dat hij «op de 2de en 3de kersdach hadde doen ende Jaeten draeyen sijnen pampier muelen ». Er moest toch wel iemand, zo luidde zijn verweer, bekommert geweest sijn om die gaê te slaen ... gemerckt den selven had de ledich gestaen ende nyet gedraeyt op te 1ste kerstdach daerdeur notsaeckelijck moet volgen dat de gedaeghde oft yemande van sijnentwegen den selven heeft doen draeyen ende daertoe gereedt gemaeckt tegen den 2" kerstelach » (ibid. 25 1).

De betrokkenen lieten zich echter niet  onbetuigd en legden een bewijs voor van landdeken Vinck van Brussel, dat luidde als volgt: «Onsen alder Eerweerdichsten heere den Aertsbisschop van   Mechelen heeft verclaert als dat de pampier molens mogen drayen op sonclaghen ende heylighe dagen  bij soe verre als daer nyemant mede bekommert (te­werkgesteld) en sijn om die gade te slaen ende de stof in de backen te keeren ende roeren ende alsoo nyet calengierbaer (bekeurbaar) en sijn als overtreders der feestdagen dan allen mogen de molens sluyten, welck ick ondergeschreven attestere met onderteeckeninge mijn naemps desen 22.6.1610 ende was onderteeckent Peeter Vinck lantdeken».

Of onze simpatieke papiermulders wel zo onschuldig waren als ze zich voorgaven, laten we maar liefst in het midden.

Literatuur

Paul Bauters & Marc Villeirs, "Les moulins à eau et à vent de Woluwe-Saint-Lambert et de la région bruxelloise. Histoire et technologie / Water- en windmolens van Sint-Lambrechts-Woluwe en van het Brussels gewest. Geschiedenis en techniek", Woluwe-Saint-Lambert/Sint-Lambrechts-Woluwe, 1996 (Musée communal de Woluwe-Saint-Labert, cahier n° 2 / Gemeentelijk museum van Sint-Lambrechts-Woluwe, tijdingen n°2);
H. Crockaert, "Les moulins d'Uccle", in: Le Folklore Brabançon, nr. 155, sept. 1962, p. 289-329;
A. Geysels & R. Meurisse, "Linkebeek vroeger en nu. Wijk Oplinkebeek. (4) De Roze Molen: een fotoreportage; (5). De Roze Molen: een geschiedkundig overzicht", Sjoenke (Gemeenschapskrant van de Sociaal-Culturele Raad Linkebeek, uitg. Cultureel Centrum De Moelie, Linkebeek), nov. 2002 & jan. 2003 (jg. 43, nr. 245, p. 4-5) 
J. Van Brimeu, "De oude molens van Ukkel", in: De Brusselse Post, 15 maart 1968;
M.A. Duwaerts, "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1980. Brabantse wind- en watermolens. Deel 1: arrondissement Brussel-Hoofdstad", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem", 1989;
F. Ringoot, "Molens te Ukkel", in: Ons Molenheem, 1988, nr. 4, p. 29-31, plan.
J. Verbesselt, "Parochiewezen in Brabant", XVIII, Ufsal, Brussel, 1984, p. 196.
Y. Lados e.a., "Quelques Jalons de l'Histoire d'Uccle", Brussel, 1969.
Anne Van Loo, "Fiche Moulin Roze", studie ULB-Solvay, 1980.
H. Crockaert, "Uccle au temps jadis"
Theys & Geysels, "Geschiedenis van Linkebeek", Gesch & Oudh. Gen. Vlaams-Brabant, Brussel, 1957, p. 166.
Meurisse R., Ukkel en zijn molens, Eigen Schoon en de Brabander, 2005, p. 265-269.
Constant Theys en Jules Geysels, "Geschiedenis van Linkebeek", Met een voorbericht van Jan Lindemans, Brussel, Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, Brussel, drukk. A. Hessens, 1957, 8°, 271 p.
Info Pascal Clabots, 23.08.2010, afstammeling van de eigenaars-papiermakers op de Roze Molen tussen 1596 en 1683.

Overige foto's

Roze Molen, Moulin Rose, Ukkel, Foto: Niels Wennekes | Database Belgische molens
© Foto: Niels Wennekes
Roze Molen, Moulin Rose, Ukkel, Foto: Jean-Paul Vingerhoed, 16.10.2003 | Database Belgische molens
© Foto: Jean-Paul Vingerhoed, 16.10.2003
Roze Molen, Moulin Rose, Ukkel, Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem
Roze Molen, Moulin Rose, Ukkel, Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem
Roze Molen, Moulin Rose, Ukkel, Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem