Mollem (Asse), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Ichelgemmolen, Ukkelgemmolen, Molen van Ichelgem, Molen van Onze-Lieve-Vrouw, Watermolen Trappenhoeve
- Ligging
- Ichelgemstraat 23
1730 Mollem (Asse)
grens met Brussegem
1500 m ten N van de kerk
op de (Grote) Molenbeek
kadasterperceel A42
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.943474, 4.225836 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Evarist Heyvaert
- Gebouwd
- voor 1129 / ca. 1721
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Gebouw dwars op de waterloop
- Gevlucht/Rad
- Houten bovenslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Verlaagd gebouw, rad en binnenwerk verdwenen
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel op vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag (tel. 02 452 68 62, E. Heyvaert)
- Verwijzing
- Database nummer
- 1121
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
In de periode 1170-1180 was Mollem bekend als Mulnehem. Dit toponiem is op haar beurt afgeleid van het Frankische "Mulinheim". Andere historische vermeldingen zijn: Molinhem, Molheim en Molhem.
De naam is samengesteld uit de Oudnederlandse woorden mulin (molen) en heem. Het toponiem kan dan ook vertaald worden als "woonplaats bij de molen". Dit refereert (vermoedelijk) naar de watermolen van Ichelgem.
De watermolen Ichelgemmolen, Ukkelgemmolen of Molen van O.L.Vrouw behoort bij de "Trappenhoeve of "Hof van Pede". Hij was, één van de drie watermolens die vroeger op de Molenbeek draaiden.
De Ukkelgemmolen bleef lange tijd in het bezit van de Duitse Orde, een geestelijke orde, die tijdens de kruistochten in het Heilig Land werd gesticht. In de loop der tijden verwierf deze geestelijke (ridder)orde grote rijkdom en politieke macht. Gehele dorpen en duizende grote boerderijen behoorden haar toe. Er waren 16 balijen, verdeeld in kommanderijen. Deze orde werd in 1809 door Napoleon opgeheven.
De oudste vermelding van deze molen dateert van 1129. Volgens een dertiende-eeuws cartularium schonk Arnoldus de Lombeka in 1276 "dua molendina in Molnhem" samen met een vijver en dries aan de abdij van Affligem. Eertijds maakte deze watermolen deel uit van een cijnshof dat in de vijftiende en zestiende eeuw eigendom was van de familie 'T Serclaes; vermoedelijk was hij toen echter 200 of 300 meter verder op de Molenbeek gelegen. Afgaande op het jaartal 1721 op de deurimposten en 1733 in de watergevel werd de molen (type bovenslagmolen) in de eerste helft van de achttiende eeuw naar hier overgebracht.
We zien de Ukkelgemmolen afgebeeld op de kaart van Jan Van Acolijen (1705) en de Kaart van graaf de Ferraris (ca. 1775).
De Ukkelgemmolen, die behoorde tot de Kommanderij van Pitzemburg te Mechelen, werd in het jaar zes van de Franse republiek als nationaal goed verkocht aan Karel Jozef Vogels en zijn echtgenote Octavia Maria Duives (?), wonende te Brussel in de "Strooystraet 1ste wijk". Deze verkocht het hele erf op 24 oktober 1828 aan Ursmer Josephus Bara, grondeigenaar en zijn echtgenote Petronilla Barbara Camusel wonende te Brussel op het Nieuwland, wijk 2 . In de verkoopakte, verleden voor Joannes Antonius Herman, notaris te Schaarbeek, wordt het goed als volgt beschreven: "Zekeren graenwatermolen genaemt den Iggelgom molen met huizing en gebouwen, groote zoldering, schuer, twee stallen, ver(kens)koten, opene plaats, hoplogting, hof, landen, wijde en beplantingen er aanwezende, samen een block uitmakende van negen bunders een en seventig roeden nederlandsche maat, doorlopen met den weg van den molen naar Merchtem, gestaan en gelegen onder de gemeenten Brusseghem, Molhem en Merchtem ... palende noord de heeren Keersmaekers en Van Cauwenbergh met den weg van den molen en Molhem, d'heer Heling en Jan Baptist Van Kam, zuid de Maelbeek en de heren Scheltens en Lepage en west Joannes Vandendriesschen, den armen van Merchtem en de heeren Vandenbroeck en Termeiren." De verkoopprijs is vastgesteld op tienduizend nederlandse guldens.
Op het einde van deze akte komt nog een Franse tekst van 8 juli 1831, waarin te lezen is dat dit alles verhuurd is aan Joanna Vanderperren, weduwe van Guillielmus Peeters voor 300 gulden per semester.
In een tweede akte van 17 februari 1860, verleden voor Mr Rommel, notaris te Brussel, verschijnen "Victor Ursmer Josephus Bara, rentenier, wonende op Wandelbolwerk nr 13 en Ludovica Barbara Cecilia Bara, vergezeld ende bemagtigd van haeren egtgenoot Augustus Josephus Antonius Navez, gepensionneerden majoor der artillerie, te Sint-Joos-ten-Noode." Deze verhuren nu de molen enz. aan Joannes Carolus Peeters, "muylder en pagter" te Molhem-Bollebeek. Joannes Carolus, die zoon was van Guiillielmus en Joanna Maria Van den Perre, was geboren in Tervuren op 20.10.1818 en was gehuwd met Maria Elisabeth Croes, geboren in Mollem-Bollebeek op 28.7.1819. De huur is verleend voor 9 jaren aan de huurprijs van 1.300 frank per jaar.
Eigenaars na 1800:
- tot het jaar VI, eigenaar: Kommanderij van Pitzemburg te Mechelen.
- jaar VI, verkoop: Vogels Karel Jozef (gehuwd met Duives Octavia Maria), rentenier te Brussel
- 24.10.1828, verkoop: Bara Ursmer Josephus, grondeigenaar & zijn echtgenote Camusel Petronilla Barbara Camusel, te Brussel (verhuurd vanaf 1831 aan Vanderperren Joanna, weduwe van Peeters Guillielmus)
- 14.08.1874, deling: Bara Victor Ursmer Joseph, rentenier te Brussel (notaris Rommel)
- 28.08.1893, verkoop: Beeckman-Vandermeersch Jan-Baptist, handelaar te Asse (notaris Delwart)
- 01.08.1912, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Vandermeersch)
- 20.09.1918, verkoop: Heyvaert-Clauwaert Frans, molenaar te Mollem (notaris Stas)
- 16.11.1924, gift: Verspreet-Heyvaert Joseph, molenaar te Mollem (notaris Heckelers)
- 17.04.1951, erfenis: a) Verspreet-Heyvaert Joseph, de weduwe (voor 1/2 volle eigendom en voor 1/2 vruchtgebruik), zonder beroep te Mollem en b) De Vlieger-Verspeet Ludo (voor 1/2 naakte eigendom), haarkapper te Mollem (overlijden van Joseph Verspreet)
- 2014, eigenaar: Heyvaert Evarist, te Mollem
In 1935 werd de molen definitief buiten gebruik gesteld. De laatste molenaar was Joseph Verspreet-Heyvaert (+1951). In dezelfde periode werd het nieuwe woonhuis van de hoeve opgetrokken en de resten van het vroegere molenhuis werden in gebruik genomen als opbergruimte en garage.
Oorspronkelijk deed de benedenverdieping van het molenhuis dienst als woonruimte, de eigenlijke molen lag op de bovenverdieping.
De werkzaamheden in het molenhuis, dat op Merchtems grondgebied staat, werden in 1935 gestopt door de laatste molenaar Jozef Verspreet. Het nieuwe woonhuis, de Trappenhoeve genaamd en gebouwd in 1935, ligt op grondgebied Mollem en is eigendom van Evarist Heyvaert en zijn echtgenote Martha De Mulder.
In die dertiger jaren werd er een lusthof ingericht die in de omgeving welbekend werd. Zoals blijkt uit bijgaand gedicht, dat verscheen in de Merchtemsche Gazet van 14 maart 1937.
"Waar naartoe?
Judo.
Wat zijt gij zinnens vrouw, als de eerste
zonnestralen u zullen uitnoodigen een
uitstap te doen. Naar Brus sel, Antwerpen
of elders ne frit te gaan eten in de kelders ?
Thecla.
Ooei Judo! Ik heb iets anders gevonden.
Ik weet een plaats niet verre van hier,
waar men schenkt alle lekker bier.
Waar licht en lucht gezondheid schenken,
daar zal voorzeker jong en oud aan denken.
En krijgt men honger dan verkoopt de baas,
een grove boterham met platte kaas.
Een opgelegde haring, O wat lekkernij!
breng er spoedig twee voor mij.
Een omelet zoo lekker en fijn,
zal gauw op aanvraag bij u zijn.
Een warm glas melk,
verkoopt Marieken ook aan elk.
Een boterham met saucis,
bedient ze menig ook gewis.
Maar met hare lekkere gueuze,
maakt ze nog ' t meest van haren neuze.
En hun Leontientje is zeker van de partie,
want 't is zij die schenkt de geurige koffie.
Vlug, Judo! Dit alles wacht op ons."
Het huidige complex met boomgaard ten westen, bestaat uit de haaks op de straat ingeplante woning van 1935, zie de gevelstenen, kadastraal geregistreerd in 1936, met rechts aansluitend een iets oudere, uitspringende langsschuur van vier traveeën onder pannen zadeldak; het erf ligt ten oosten en wordt aan de oostzijde begrensd door de Molenbeek. Ten oosten op het erf staat de Ichelgemmolen, waarvan enkel de benedenverdieping bleef bewaard; het houten molenrad verdween bij hoogwater in de jaren 1950 en het molenwerk ging verloren in de jaren 1970. Thans maakt het gebouw deel uit van de landbouwuitbating.
In 2011 onderzocht het bedrijf Evolion bvba uit Diegem (zaakvoerder ir. Ludo Candries) in opdracht van de gemeente Merchtem (burgemeester Eddie De Block), of de site in aanmerking kan komen voor de opwekking van groene stroom door middel van een "visvriendelijke" hydrodynamische schroef (schroef van archimedes). Eigenaar Evarist Heyvaert was het idee genegen, maar tot een uitvoering is het niet gekomen.
Rond de molen werd in 2013 een vistrap op de (Grote) Molenbeek aangelegd.
Bouwkundige beschrijving
Thans rest van het molenhuis een haaks op de Molenbeek gelegen, deels ingebouwde constructie onder pannen zadeldak. De verankerde bakstenen gevels zijn gedeeltelijk gekalkt op gepikte plint. In de zuidoostelijke gevel bewaarde zandstenen omlijsting met sluitsteen, imposten en waterlijst van een vroeger rondboogdeurtje; jaartal 1721 op de imposten; links ervan een rechthoekig getralied venster onder houten latei. De oostelijke, thans verlaagde puntgevel draagt in de top een zandstenen jaarsteen met vermelding "ANNO 1733"; voorts twee getraliede, rechthoekige venstertjes met zandstenen rechtstanden en een houten latei.
Heemkring Soetendaelle Merchtem, Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Aanvullende informatie
VMMA, "Merchtem haalt energie uit beek", VTM-Het Nieuws, 29.07.2011
Het Vlaams-Brabantse Merchtem wil als 1e gemeente in Vlaanderen alternatieve stroom halen uit water. Omdat op veel plaatsen protest groeit tegen windmolens, gaat de gemeente 6 hydrodynamische schroeven plaatsen in de Grote Molenbeek.
Literatuur
Merchtemsche Gazet van 14 maart 1937
"De molen van Verspreet of Ukkelgem molen", Heemkring Soetendaelle Merchtem.
Raf Asselman & Desiré Selleslagh, "Merchtem ons Dorp".
"Asse in oude prentkaarten deel 2", samengesteld door Heemkring "Ascania", Zaltbommel, 2003, nr. 11.
J. De Munter, "Molhem", in: Eigen Schoon, I, 1911, p. 117-125; II, 1912, p. 117-118;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992, p. 20.
J. Van Nieuwenborgh, "Industriële archeologie in Asse". Brochure Open Monumentendag 9 september 1990, Asse, 1990.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Raf Asselman & Désiré Selleslagh, "Het Hof Ukkelgem", in: Merchtem ons dorp, deel II, Bloemlezing, Een Reeks bijdragen tot de geschiedenis van Merchtem, Merchtem, Heemkring Soetendaelle Merchtem, 1996, p.159-162, krt., ill.
P. Sablon, "Over hoeven en molens [te Mollem], Ascania, (Mollem-nummer), Driemaandelijks tijdschrift over Asse, zijn streek, zijn mensen, Heemkring Ascania, Asse, jg. 23 (1980), 3-4, p. 75-79.
Coppieters Jean-Pierre, "Mollem, molens en het mysterie van de Heilige Maagd Amalberga", Ascania, XLVI, 2003, p. 23-29.
Kennes H., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik,Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB6, 2005.Coppieters Jean-Pierre, "Mollem, molens en het mysterie van de Heilige Maagd Amalberga", Ascania, XLVI, 2003, p. 23-29.
Mailbericht Pierre Peeters, 08.09.2014.
Persberichten
RDS, "Mollem reconstrueert Ichelgemmolen", in: Het Nieuwsblad, 10.09.2010.
Erik Gyselinck, "Gemeente laat onderzoek uitvoeren. Grote Molenbeek kan groene energie leveren", Het Nieuwsblad, 29.07.2011.
VMMA, "Merchtem haalt energie uit beek", VTM-Het Nieuws, 29.07.2011.